Er is één restaurant en geen enkel café in Irancy. Maar dat geldt voor veel van de echte wijndorpjes in de Bourgogne. De massale leegloop van het Franse platteland, de economische crisis en verschuivingen in het toerisme, het zorgt er allemaal voor dat de wijnboeren in de kleine dorpjes weer helemaal onder elkaar zijn. In Irancy wonen alleen maar boeren, en een enkele antiquair. Dan mag die ene antiquair voor zijn vrijdagmiddagwijntje best even langs bij de wijnmakende buurman, toch? Maar hoe zouden elkaar beconcurrerende buren dan met elkaar omgaan? Zelfs als ze samen voor de zelfde zaak staan?
Een grote jongen in Irancy is bijvoorbeeld David Renaud. Hij verkoopt zijn wijnen ook in de grotere supermarkten in de buurt en een enkel duurdoend pension. Maar naast hem zit dus prinsheerlijk Christophe Ferrari. Dat is een ander automerk. Zou het daarom zijn dat het rood van Ferrari wat markanter is? Hij doet het biologisch, en wij moeten nog minstens twee jaar wachten tot de nu al heerlijke 2006 op dronk is. Zo zie je de verschillen.
Ze hebben allebei wel een stukje van de helling naast de begraafplaats, waar de sommige van beste wijnstokken uit Irancy groeien. Ook een toepasselijke naam: Paradis. Zouden het de stoffelijke resten van hun voorouders zijn, die daar zo’n mooi terroir van maken? Ferrari laat het in het midden: de toplaag is gewoon kalk, maar wat daaronder zit, dat maakt het verschil.