Wijnsalon in Lille


Ze zijn allemaal gelijk. Allemaal een toonbankje van anderhalve meter, een emmer voor het  leeggooien van de glazen, een spuugbak en een paar vierkante meter ruimte achter zich voor de stapels dozen. Dit is het egalitaire Frankrijk in optima forma. De chicste champagnehuizen zij aan zij met absolute beginners op wijngebied. Veredelde  tafelazijn naast de meest verfijnde cépages van de prachtigste terroirs. De Salon des vins des vignerons independants (Salon van wijnen van onafhankelijke wijnboeren) streek dit weekend neer in Lille en wij waren erbij.

Een paar honderd wijnboeren staan er. En ze geven gratis wijn weg. Per slok, dat wel, dus voor een  beetje indrinken ben je een paar uur bezig. Het is  dus ook niet echt een volksfestijn, die wijnsalon. Geen ballenbak te vinden en comfortabele zitjes zijn uit den boze. Wijn proeven is een serieuze zaak en wie het prachtige, door Rem Koolhaas ontworpen hallencomplex zonder op zijn minst een paar dozen wijn verlaat is verdacht.

Daar sta je dan dus, als beginnend beursproever, bij je eerste standje. Een schattig jong stel achter hun barretje op stand J3. Jij proeven. Zij kijken. Als konijntjes in de koplampen. Hoe was mijn Frans ook alweer? Hoe is deze wijn? Een Saint Veran, de peperigste witte uit de Bourgogne, en hij is heerlijk. Zij kijken.

Wij zwijgen. Wat nu? Gelijk kopen? Weglopen zonder iets te zeggen? We kozen het laatste, met iets gemompeld als: ‘Nous  revenons, mais vous êtes le premier.’ De konijntjes lachen vriendelijk terug. Wij – en zij – nog blij dat de beurs zodanig is opgebouwd, dat alles er door elkaar staat. Die wijnboer uit Saint Veran weet dat er in zijn wijde omtrek, en in zijn blikveld, geen andere Saint-Veran te vinden is, laat staan een andere Bourgogne. Dat voorkomt oorlog tussen buren, en genante vergelijkmomenten. Dat je bij de buurman staat en zegt: deze is bocht, die van hem is lekker. En dat je dan met een vies gezicht gaat wijzen. Altijd pijnlijk en niet goed voor sfeer en zaken. Nu staat er dus een hele rij appels en peren door elkaar. Een georganiseerde  chaos, ter voorkoming van burgeroorlog.

 Dat we later voor een euro of 9 een andere Saint Veran hebben gekocht kwam ook doordat we geen zin hadden om dat hele eind terug te lopen. Wat we verder hebben gekocht? Twee dozen Madiran, een Cru du Paradis 2000 en een bekroonde 2004,  llebei voor minder dan een tientje de fles. Omdat het zo’n leuke wijnboer was. En omdat hij zo blij was met die onderzoeker, die ontdekt heeft dat de Tannat-druif, die het hoofdbestanddeel van de Madiran is, zo goed is voor het hart. We troffen een wijnboer die zijn chicste wijn niet eens perst, maar de druiven zo in het vat stopt en op die manier langzaam laat ‘uitlekken’. Een nogal tijdrovende klus, natuurlijk, dus dat vat zat boven ons budget. We waren bovendien al zoveel aan het proeven geweest, dat we uitspugen steeds meer als een zonde gingen zien. daardoor konden we de verschillende standjes  steeds minder goed uit elkaar houden.

We hebben nog een topper uit de zuidelijke Côtes du Rhône gescoord: Chateau de Bourdines in Sorgues. En een naar appeltjes smakende primeur uit de Muscadet-streek. Die we overigens in de gaten gaan houden. Muscadet is aan een revival bezig en het websiteloze familiebedrijf Domaine des Noës is een toppertje.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

,