Het fatale recenserende woord


Die Daniëlle Serdijn toch. Zuigt een hele recensie uit haar duim van een boek dat nog geschreven moet worden. Schande! HP de tijd, het blad dat graag in andermans vuilnisbakken en privébestanden loert om non-nieuws te brengen, had weer eens iets: recensente van duidelijk Linksche bladen Volkskrant en Opzij schrijft in laatstgenoemde echtemannenhaatstersblad een complete driesterrenrecensie over een boek dat niet klaar is. Zo belazeren de intellectuelen (ook een vies woord in die kringen) de kluit.

Enfin. Even gekeken waar het nu allemaal om ging: Een stukje van een paar regels in een rubriek die boeken van komend seizoen aankondigt. Ik citeer:

 „Eveneens van Nederlandse bodem is de tweede roman van Esther J. Ending. Ending debuteerde in 2004 met de prachtroman Na Valentijn. Maar waar ze toen door had moeten pakken, viel ze stil. In Stille mensen beschrijft Ending de lotgevallen van Nicky, die in een kraakpand terechtkomt. De gelukzalige roes waarin de groep verkeert, wordt wreed verstoord wanneer verschillende individuen zich steeds meer aan elkaar ergeren. Bomvolle, geëngageerde roman.”

Schokkend. Maar om een andere reden dan HP/De Tijd denkt. Immers: dat een stukje van deze omvang dus kennelijk voor een recensie wordt aangezien is meer dan schokkend. Als dat zo is kan iedere seizoensbrochure aan de schandpaal. Dit is niet meer dan  een aankondigingetje zonder enig belang met een ongevaarlijke, neutrale, driesterrenbeoordeling erboven.

Daniëlle Serdijn heeft zo te zien slechts één fout gemaakt: dat op-drie-na-laatste woord. Dat is het enige waardeoordeel in het hele ministukje. De rest is beschrijvend, en dat doen heel veel recensenten op basis van flaptekst of programmaboek. Dat het een geëngageerde roman is, valt op te maken uit het oeuvre tot nu toe en alweer de beschrijving die de uitgever ervan geeft.

Alleen dat ‘Bomvolle’ is dus een probleem. Want stel dat schrijfster Esther Ending halverwege het schrijven opeens op Zencursus is geweest en haar roman niet bomvol maar haiku-leeg had gemaakt. Dan was recensente  Serdijn bij verschijnen door de mand gevallen. In een ander geval niet.

Is dit nu een doodzonde? Dacht het niet. Althans geen grotere zonde dan het freelancersprobleem waarmee Volkskrant-recensent Arjan Peters werd opgezadeld toen bleek dat hij in seizoensbrochures van uitgeverijen boeken de hemel in schreef die hij in de krant verfoeide.

Had mevrouw Serdijn een paginagroot artikel gewijd aan het ongelezen boek, hadden we een schandaal gehad. Nu hebben we slechts een pyrrusoverwinning van de schandaalpers op een steeds banger wordende culturele elite.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,

3 reacties op “Het fatale recenserende woord”

  1. Nee, schokkend om nóg een andere reden. De kwestie toont maar weer eens aan dat de zgn culturele elite niet van zich af kan bijten. Als het aankomt op een persoonlijk verweer begint telkens het tenenkrommende gehakkel. HP brengt non-nieuws en Serdijn – altijd scherp met de pen – komt niet verder dan een halfhartige verdediging. Terwijl ze – je schrijft het hierboven haarfijn op – toch echt genoeg munitie heeft om dat HP-zeikerdje eens flink de oren te wassen. Dan denk ik: kom op mens, laat je tanden zien en wees niet alleen een stoere meid achter je pc. De cultuur kent genoeg voorvechters, maar ik mis de straatvechters.