’s Lands beste regisseur Ivo van Hove heeft zijn hand overspeeld bij zijn nieuwste project, dat zojuist in het Holland Festival in première is gegaan. De keihard werkende technici van het gezelschap hebben er samen met de beste acteurs van Nederland heel hard aan getrokken, maar het resultaat is niet het ideale huwelijk tussen theater en film geworden dat ons werd beloofd. Integendeel zelfs. De soms vlijmscherpe teksten en prachtig intense dialogen vervliegen in de enorme ruimte van de nieuwe Amsterdamse Rabozaal en wat er op de gigantische filmprojectieschermen van te zien is, ziet er hopeloos ouderwets, grotesk en erger nog: saai en statisch uit. Hoezeer de camera ook verliefd blijkt op vooral Jacob Derwig (Wat een uitstraling!).
Het Antonioni-project, waarvoor verder geen titel is bedacht, is zelfs zo saai en statisch dat je als toeschouwer door al het gedoe om het dynamisch te maken al je interesse verliest in waar het op dat toneel allemaal om begonnen is: wie het met wie doet, wiens aandelenkoers is gezakt en wie waarom dood gaat. Als op driekwart van de voorstelling een soort imax-versie wordt getoond van alle ongecensureerde YouTube-opnames van de terreuraanslagen van de afgelopen tien jaar, wordt het gewoon allemaal een beetje té. Qua veel, qua we weten het nu wel.
Het is de schuld van de gebruikte techniek. Van Hove en zijn vaste vormgever Jan Versweyveld wilden het theater in een studio veranderen, waarbij het spel in de het theater tegelijkertijd als film in een andere werkelijkheid getoond zou worden. Het geheim: de decennia-oude techniek die Chroma Key heet. Wereldwijd wordt deze oude techniek vooral nog gebruikt voor weerberichten.
Het lijkt makkelijk, maar het is best moeilijk. Weerberichten zijn een eitje vergeleken bij film. Erwin Krol staat stil, de weerkaart ook, alleen de wolken bewegen. Wil je een dynamisch draaiend shot van Krol in een kolkende orkaan, moet die orkaan eerst precies zo worden opgenomen en moet Erwin Krol precies zo bewegen. Lukt dat niet, krijg je het aandoenlijke amateurisme dat we kennen uit vroege westerns of de eerste Doctor Who series.
Ze moeten het ergens hebben opgegeven, de makers. Alleen het eerste half uur is er nu nog chromakey te zien op de projectieschermen. De twee uur daarna zien we acteurs verloren in de grote blauwe ruimte, die soms iets van een decor krijgt, maar verder vooral een onhandig ingerichte filmset blijft, waarbij de uiterst statische videobeelden alleen maar in de weg zitten. De theaterregie laat het hier afweten. Die zou immers het publiek in de gelegenheid moeten stellen om zelf zijn uitsnedes en overgangen te maken, zoals het al gewend is te doen sinds de oude Grieken in 500 voor Christus hun eerste tragedies opvoerden.
Misschien dat ooit Computer Generated Imagery de mogelijkheden van theatermakers zal vergroten. Van Hove had beter daarop kunnen wachten, voor hij in een avontuur stapte met een techniek die eigenlijk al op schroothoop van de videogeschiedenis ligt.
Het Antonioniproject is nog t/m 20 juni in de Amsterdamse Stadsschouwburg te zien. Inlichtingen: Holland Festival .