Utrechter vindt geluk als wijnboer in Frankrijk
Niemand zit op je te wachten
Daan
en Elvira van Dijkman namen zes jaar geleden de familiewijngaard over.
In het kleine plaatsje Serres in de Zuid-Franse Vaucluse ligt hun
Domaine de Marotte, waar ze wijnen maken die inmiddels in de sjiekste
restaurants van Nederland op de kaart staan.
Chez Serge is niet zo maar een pizzeria. Chez Serge is een
spectaculair uit de hand gelopen pizzeria. Serge kookt fantastische
maaltijden voor pizzaprijzen, maar zijn grootste geheim bewaart hij in
de kelder van zijn restaurantje in de kleine Zuid-Franse stad
Carpentras. Daar, in een koelte die verkwikkend is na een snoeihete dag
in de provençaalse zon, ligt de verzameling te pronken die van Chez
Serge het meest gewilde restaurant maakt van de lokale bevolking. De
cave van Serge ligt vol met wijnen uit de beste wijngebieden van
Frankrijk, maar veel belangrijker is zijn grote verzameling topwijnen
uit de eigen streek. Ambitieuze wijnboeren uit de Vaucluse, of zijn nu
wijn maken van de Côtes du Ventoux of kleinere wijngebieden als
Vacqueyras of Gigondas, móeten minstens één fles op de kaart van Serge
zien te krijgen. Als je bij Serge ligt, hoor je erbij.
Daarom
togen Daan en Elvira van Dijkman een paar jaar geleden naar Serge, om
er te eten. Maar ze namen wat mee. Twee flessenrekjes met de wijnen van
hun eigen wijngaard. Of Serge maar even wilde proeven. Sinds die dag
staat Van Dijkmans Domaine de Marotte op de kaart van Serge, en is de
vriendschap op een zuidfranse manier beklonken. Iedere keer als ze er
eten worden nieuwe aanwinsten geproefd en beoordeeld, zo ook nu. Een
iets te rode rosé van een naburige wijngaard wordt als ‘breezer’ van de
hand gewezen, terwijl een witte wijn van goede vrienden van de Van
Dijkmans, de Clos des Cazeaux uit Vaqueyras, een gewijde stilte over
zich afroept. Een beetje jaloerse stilte, ook. Daan en Elvira van
Dijkman mogen dan zelf niet te klagen hebben, met hun wijnen op de
kaart in het Amsterdamse Amstelhotel en John Sistermans’
Wilhelminapark-restaurant in Utrecht, zo’n proeverij leert je weer dat
je nooit op je lauweren kunt rusten, zeker niet in zo’n ambitieuze
wijnstreek als de Vaucluse, aan de voet van de wielerberg Mont Ventoux.
{mospagebreak}Het is nog maar zes jaar geleden dat Daan (37)
en Elvira (35) van Dijkman de 20 hectare grote familiewijngaard in
Serres overnamen van Daans vader. Van Dijkman Senior, een Utrechtse
biochemicus die groot was geworden als wijnimporteur, eerst in Utrecht
en later in het nabijgelegen Maartensdijk, kocht de totaal
verwaarloosde wijngaard in 1987. Daan en Elvira, die toen nog allebei
studeerden aan de Agrarische Hogeschool in Den Bosch, bemoeiden zich
wel met de gaard, maar het eigenlijke werk werd gedaan door een
bevriende Nederlandse wijnboer.
Daan, uiteindelijk
afgestudeerd als levensmiddelentechnoloog, kreeg een baan bij een grote
destilleerderij in Groningen. Voor de op en top Limburgse Elvira, die
haar onderwijsbevoegdheid haalde in de tuinbouw, was dat een harde
dobber. Omdat haar vertrek uit het warme zuiden van Nederland naar het
koele noorden niet vanzelfsprekend was, besloten ze het eerst maar eens
heel ergens anders te proberen. De Muur was net gevallen en het
voormalig Oostblok lag open voor jonge, ambitieuze ondernemers. Op
vakantie in Hongarije keken Daan en Elvira rond op de vele
boerenbedrijven die er te koop stonden. ,,We wilden iets met kruiden,”
zegt Elvira nu, ,,maar als we dan bij zo’n bedrijf kwamen dat voor een
habbekrats te koop stond, bleek dat je heel goed op de kleine
lettertjes moest letten.” Daan, lachend: ,,Meestal stond het hele dorp
op de loonlijst, en dat schiep verplichtingen.”
Het oostblok
viel af , Daan maakte promotie en Elvira vond een baan bij een
tuinbouwschool in Emmen. Ze kochten een oud boerderijtje in Drenthe,
waar ze, zoals ze beiden hartgrondig beamen, van plan waren om oud te
worden.
{mospagebreak}Net toen de Drenthse boerderij af was,
in de zomer van 1997, kwam er echter bericht uit Carpentras: de
wijnboer die tot dan toe Domaine de Marotte had gerund, wilde voor
zichzelf beginnen. Dat was een kans waar Daan eigenlijk niet meer op
gerekend had. Hij was tenslotte opgegroeid in de wijn en om nu de
familiewijngaard in de schoot geworpen te krijgen, was bijna te mooi om
waar te zijn. Toch was er wel een hobbel te nemen.
Elvira:
,,Daan was in die tijd voor Hooghoudt bijna drie weken per maand op
reis. Ik kon me dus ook heel goed alleen redden, en dan is het de vraag
of je het aankunt om opeens 365 dagen per jaar op elkaars lip te
zitten. Het stond namelijk wel vast dat we de gaard samen zouden gaan
runnen.’’ Daan: ,,We besloten om het voor minstens vijf jaar te doen.
Binnen die tijd moest duidelijk zijn of we het aankonden, maar nog
meer: binnen vijf jaar wilden we tot de top tien van wijnboeren van de
Cotes du Ventoux behoren.” Ze verkochten hun huis in Drenthe, en
trokken, in de herfst van 1997, naar de Vaucluse.
De gaard
kon wel een oppepper gebruiken. In de loop van de jaren was de grond
slechter geworden, dus er moest worden ingegrepen. Voor de Van Dijkmans
was kunstmest uitgesloten: ,,We zochten lang naar een natuurlijke mest
die de grond in één keer weer op peil kon brengen, en toen bleek dat
gewone koemest het beste zou zijn. Maar ja. Kom hier maar eens aan
natte koeienmest.’’ Vanaf het schaduwrijke terras voor hun huis met
uitzicht over het zinderende landschap en de imposante Mont Ventoux
daarachter wijst hij op de landerijen. Inderdaad: alleen maar
wijngaarden en geen koe te bekennen. ,,De dichtsbijzijnde koe is 300
kilometer rijden.’’ En al is het dit jaar met 42 graden extreem warm,
het is voorstelbaar dat ook in een ‘normale’ zomer natte koemest een
reis van 300 kilometer niet overleeft. Onderzoek leerde dat er slechts
één oplossing was: in Friesland was een grasdrogerij die ook droge
koemest leverde van precies de samenstelling die nodig was. Daan: ,,Je
kunt je voorstellen dat het in deze streek wat opschudding opleverde.
Nemen die Hollanders niet alleen hun eigen aardappelen mee, komen ze
ook nog eens aanzetten met drie opleggers Friese koemest.’’
{mospagebreak}Enige
argwaan was er dus wel, toen het jonge Hollandse stel zich vestigde op
Domaine de la Marotte, dat ook nog eens werd omgedoopt in Domaine de
Marotte, omdat La Marotte in het Nederlands niet echt lekker klinkt.
Om
in aanmerking te komen voor speciale subsidies besloot Daan naar de
lokale landbouwschool te gaan, waar hij in vier maanden de status van
‘Jeun Agriculteur’ (Jonge Landbouwer) kon krijgen. Omdat de school op
een kilometer van de gaard lag, ging hij er op zijn Hollandse
stadsfiets heen. Ook al geen manier om niet op te vallen in het aan
auto’s verslaafde Frankrijk. Daan: ,,We waren dus al meteen ‘Les
Hollandais’, en dat is geen compliment. ‘Hollandais’ zijn voor de
mensen hier toch vooral diegrote blonde mensen met van die caravans.”
Joost
Wartena, een vriend van de familie die al dertig jaar een geiten- en
kruidenfarm heeft in de buurt van Dieulefit in de Drôme, gaf Daan de
tip om vooral zijn mond te houden. ,,’Niemand zit hier op je te
wachten, Daan,’ zei hij tegen me. ‘Er zit maar een ding op en dat is:
mond dicht en luisteren. Je mag pas iets zeggen als je daar om gevraagd
wordt.’ Dat was een heel nuttige les.” Na jaren van zwijgen achterin
de vergaderzaaltjes van de bond van wijnboeren werd Daan expliciet naar
zijn mening gevraagd over de bestedingen van het extra budget: reclame
of kwaliteitsverbetering. Sindsdien is hij vice-voorzitter van de
kwaliteitscommissie van diezelfde bond.
{mospagebreak}Elvira
zit in ouderraad van de school, de twee zoontjes zitten op de lokale
voetbalclub en Daan doet zijn best om iedere dag om vier uur in het
plaatselijke café te zitten. ,,Daar hoor je al het belangrijke nieuws
toch het eerste.” En ondertussen scheurt de blonde Elvira in de open
Mehari, een tot Jeep omgebouwde Eend, door het achterland, een spoor
van kennelijk gebroken harten achterlatend, getuige de reacties van
mannelijke voorbijgangers. Dolgelukkig zijn ze, en iedere bezoeker van
de wijngaard zal dat ook te horen krijgen. Het enthousiasme van de Van
Dijkmans werkt aanstekelijk. Daan kan uren vertellen vertellen over de
wijngaard, de eigenaardigheden van acht soorten druiven die er groeien
en de succesvolle experimenten die ze hebben uitgevoerd om de wijn nóg
beter te maken. In de ‘cave’ staat een gloednieuwe wijnpers, ‘één van
de eersten in zijn soort, die het effect van trappelende voeten het
best benadert: onze eigen Rolls Royce’. Er kan gelachen worden, als ze
vertellen over die kletsnatte zomer van vorig jaar, toen ze vlak voor
de oogst tot hun heupen wegzakten in de modder en Daan van staalplaten
een slee maakte waarmee hij – als enige boer in de omgeving – wél de
gaard in kon om de oogst te redden: Hollanders gaan sleetjerijden,
zeiden de buren, een tikje jaloers op deze low-tech innovatie. De oogst
gebeurt – heel ouderwets – met de hand. Een tijdrovende klus, maar
noodzakelijk om de druiven al aan de stokken te kunnen selecteren,
zodat er geen slechte exemplaren kunnen verdwalen in de voorraad. Voor
de pluk hebben ze het liefst Nederlandse plukkers met kennis van zaken,
en in de eerste twee jaar huurden ze daarom leerlingen in van de
Leeuwarder hotelschool. Elvira: ,,Dat ging zo goed, dat ze in
Leeuwarden besloten om de oogst bij ons tot een verplicht lesonderdeel
te maken. En toen ging het dus mis.” Ze gniffelt: ,,Opeens kregen we
allemaal keurige meisjes die alleen maar frisse witte kleren bij zich
hadden. Je kunt je voorstellen wat een drama’s dat gaf toen ze na een
paar dagen werken geen kleren meer over hadden. Dat betekende toch het
einde van de samenwerking.”
Terwijl de late middagzon in deze
droogste augustusmaand sinds mensenheugenis geen enkele verkoeling
brengt op het terras voor het huis genieten we van een goddelijk glas
Viognier. Zoveel geluk, bedenk je: zijn er dan echt geen schaduwkanten
aan dit zonnige bestaan? Helaas. Daan snuift nog eens goed: ,,Iedere
dag dat ik hier rondloop, dat ik de wind door de gaard hoor ruisen,
weet ik dat er niets beters te bedenken is. We werken ons 365 dagen per
jaar uit de naad en verdienen eenvijfde van wat we in Nederland zouden
verdienen, maar ik ervaar iedere dag nog steeds als vakantie.” Elvira
doet er nog een schep bovenop: ,,De geuren, de kleuren, het is
verschrikkelijk, maar die vind je nergens ter wereld. En nu de oogst
voor de deur staat, en we hem tien dagen moeten vervroegen vanwege de
droogte, hangt er iets speciaals in de lucht. Je ziet het zelfs aan de
planten. Een soort stilte voor de storm, een spanning voor een tijd die
verschrikkelijk zwaar is, maar steeds weer zo intens.”
{mospagebreak}’s
Avonds, aan tafel bij Serge, blijkt dat de droom van Elvira en Daan aan
een zijden draad heeft gehangen. Een half jaar na aankomst in
Frankrijk, en een maand voor de eerste oogst, werd bij Daan de ziekte
van Hodgkin geconstateerd, een moeilijk te behandelen vorm van kanker
aan het lymfestelsel. Dat eerste jaar moest Elvira, terwijl ze voor
Daans leven moest vrezen, de hele oogst in haar eentje redden. Dankzij
een flinke investering in de geprivatiseerde Franse gezondheidszorg
genas Daan uiteindelijk verrassend snel. Sinds vorig jaar is die
genezing officieel. Elvira: ,,In 1998 stonden we voor de keus: terug
naar Nederland of blijven. Gelukkig zijn we gebleven. Had Daan nog bij
het bedrijf in Groningen gewerkt, zat hij nu in WAO en achter de
geraniums.”
[ufvoetnoot]Domaine de Marotte, Petit Chemin de Serres, Carpentras-Serres, Vaucluse, Frankrijk. www.marottevins.com.
Restaurant Chez Serge: www.chez-serge.com