Creativiteit uit zich in de Nederlandse politiek vooral in het boekhouden. Op 29 juni, vlak voor het begin van het drie maanden durende zomerreces, vond de Tweede Kamer zowaar geld om popfestival Noorderslag en dansgezelschap Scapino te redden van de ondergang. Die ondergang zou in het nieuwe kunstenplan, dat in 2021 ingaat, een feit worden, omdat de Raad voor Cultuur geen plek voor ze had in de culturele basisinfrastructuur, ondanks een positief oordeel van de betreffende adviescommissies.
Dat kost geld, natuurlijk, en dat is iets wat Nederlandse cultuurministers sinds 2010 niet meer hebben. Daarom is de Tweede Kamer al sinds die tijd gewend aan ‘kasschuiven’. Die praktijk houdt in dat je binnen de begroting van het ministerie een potje geld vindt waar mogelijk de hanen wat minder luid om zullen kraaien. Zo is er ooit een greep gedaan in een vergeten pensioenkas.
Aankoopfonds
Dit keer vonden – nog tijdens het debat, de regeringspartijen geld voor de redding van het Groningse showcasefestival en de Rotterdamse dansgroep in het aankoopfonds nederlandse musea. In dat potje is de komende vier jaar dus per jaar minimaal 2,5 miljoen minder voorhanden. Geld, waarmee bijvoorbeeld voorkomen kan worden dat waardevolle kunst uit particuliere collecties naar het buitenland verdwijnt.
Het potje kasschuiven was het enige positieve resultaat van het debat van 29 juni. Het Coronadebat, ingelast om de bijzondere positie van de cultuur in de coronacrisis te onderstrepen, was stevig. Alle partijen, zelfs de VVD, verweten de minister de cultuursector onvoldoende te steunen in de coronacrisis.
Vrije ondernemers
De VVD nam het op voor de vrije ondernemers in de bovenkant van de sector, Groen Links, SP en PvdA maakten zich luidruchtig druk om de ondernemers aan de onderkant ervan: de zzp’ers. De Partij voor de Dieren verslikte zich in de hele toestand, en moet volgend jaaar maaar eens terugkomen met een wel goed ingevoerde woordvoerder.
Voor iedereen gold dat de tijden verwarrend werden, omdat de linkse partijen het ook moesten opnemen voor doorgaans buitengewoon goed verdienende talenten en sterren, die door een inkomensval van vele tientallen procenten hun huizen dreigen kwijt te raken, en zich gaan omscholen tot iets wat in Nederland toekomstbestendiger is dan een bestaan als topviolist.
Kroonjuweel
De minister ging er op haar beurt fel tegenin. Met aanzienlijk minder ehh’s dan we van haar gewend zijn maakte ze duidelijk dat haar hart voor cultuur nog steeds klopt. Dat dat niet tot echte daden kan leiden, is dan weer het treurige resultaat van het regeerakkoord waaraan ze haar baan te danken heeft. Er zit geen millimeter ruimte in voor cultuur, omdat premier Mark Rutte, na de nederlagen met de dividendbelasting en de 100 kilometer, geen enkel kroonjuweel meer over heeft als hij een verruiming van het kunstbudget zou toestaan.
Ingrid van Engelshoven bleef dus wijzen op de generieke maatregelen waarvoor het kabinet had gekozen bij de bestrijding van de crisis die Covid-19 aan het veroorzaken is. Dat de culturele sector veel zwaarder, en breder, en dieper, en langduriger getroffen gaat worden dan welke andere sector van onze economie ook, is iets waar ze maar moeizaam op in wilde gaan. Werkers in de kunsten, maar ook mensen die van cultuur willen genieten, moeten tot Prinsjesdag wachten voordat duidelijk wordt hoe de kunstsector de herfst van 2020 door gaat komen. Dat zullen opnieuw tijdelijke maatregelen zijn.
Deprimerende gedachte
Na tien jaar kunstdebatten volgen is duidelijk dat er nog lang geen zicht is op verlichting. Met een festivalloze zomer in het vooruitzicht is dat een deprimerende gedachte. De kasschuifoperaties van de Kamer worden steeds pathetischer, de manier waarop binnen de sector de ellende naar steeds de zwakste schouders wordt verplaatst, ook. Alles wijst op een culturele sector die dankzij de ongerichte korting door het eerste kabinet-Rutte totaal verwoest is. Het geshop van de Kamer in de begroting, opportunistisch optreden van ambtenaren, ministers en belangenbehartigers deed de rest. De intens verdeelde lobby-organisaties verscheurden wat nog heel was.
Ik ga met een zwaar gevoel de zomer in. We mogen blij zijn dat er nog zoiets bestaat als een kunstsector, want die draaide sinds 2013 dus door op onderbetaalde en overwerkte zzp’ers. Die nooit klagen, want dat is slecht voor de klantrelaties. Corona legt die systeemfout bloot, en het optreden van Kamer en Kabinet maakt daar nu een open wond van. Die zeker tot Prinsjesdag zal blijven stinken. Want tot die tijd zijn de doekjes voor het bloeden even op. Het enige antwoord dat ik drie keer hoorde: de sector moet investeren in leergangen ondernemerschap voor kunstenaars. Als dat geen klap in het gezicht is…
Drie maanden
Beter is een cursus ‘wat is een zzp’er?’ voor bestuurders. Saillante opmerking van de minister: gesubsidieerde en geredde organisaties zouden zzp’ers die in dienst waren van geannuleerde voorstellingen blijven doorbetalen. Twee fouten hier: zzp’ers zijn niet in dienst, en de toezegging gaat over reeds aangenomen opdrachten. Niet over het werk waarvoor de ondernemer nog niet eens gevraagd was, omdat het project nog niet gepland was, en ook niet meer gepland gaat worden.
Zzp’ers, driekwart van de werkers in de cultuur, plannen meestal niet langer dan drie maanden vooruit. Deze zomer duurt drie maanden. Daarna is er niks. Daar is geen compensatiemaatregel op toegerust. Al gaat de minister op verzoek van GroenLinks nog wel even laten onderzoeken hoe erg de pijn van de zzp’ers in de sector nu eigenlijk precies is. Want zelfs minister Koolmees had zich verbaasd over de bizarre contractstructuren in de sector.
Nou. Als minister Koolmees het zegt…
Het bericht Eurosonic/Noorderslag en Scapino mogelijk gered. Maar dan wel ten koste van nieuwe kunstaankopen. #tkcultuur verscheen eerst op Cultuurpers.
Ditr bericht verscheen oorspronkelijk op Cultuurpers.