Stichting Musicalmakers, het eenmansbedrijf dat het grootste konijn uit de hoge hoed in het advies van de Raad voor Cultuur is, zal een deel van de jaarlijkse 750.000 euro subsidie moeten besteden aan het uitkopen van Vereniging Musicalmakers uit Nijmegen. Kennelijk heeft niemand even goed op internet rondgekeken voor het Amsterdamse non-profitclubje in januari van dit jaar werd opgericht. Nog net op tijd voor de aanvraagtermijn voor subsidie van het Rijk sloot. Men had dus te veel haast.
De commissie van adviseurs van de Raad voor Cultuur, die advies uitbracht over ontwikkelinstellingen, adviseerde negatief over de op de valreep ingediende aanvraag van Stichting Musicalmakers. Logisch, want niemand heeft nog van de club gehoord, ze hebben nog niets laten zien. Iets wat drie dagen voor het sluiten van de termijn wordt opgericht ga je niet meteen toelaten tot het fundament van de Nederlandse Cultuur, wat de BIS natuurlijk is.
Follow the money
Er was ook een goed alternatief voorhanden: M-Lab. Een club die zich uitstekend had bewezen in de jaren tussen 2007 en 2015 en een aanvraag indiende met een goede staat van dienst, een stevig team en prachtige credentials. De adviseurs van de Raad waren wild-enthousiast.
Dus waarom heeft de Raad zelf het advies van zijn eigen commissie in de wind geslagen en gekozen voor een volslagen onbekende nieuwkomer? Die vraag speelt door veel hoofden in de sector, en als dat eenmaal gebeurt komt er ook iets naar buiten. ‘Follow the money’ klinkt het op anderhalve meter afstand in een rokerige parkeergarage. Dus doen we dat, en beginnen we bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam.
DeLaMar
Stichting Musicalmakers blijkt gevestigd in het kantoor van het Delamar Theater: Leidsekade 91. In het tweehoofdige bestuur zit niemand minder dan Adreas Fleischmann. De directeur van DeLaMar. DeLa Mar is natuurlijk innig verbonden met de grootste mecenas van de Nederlandse kunstwereld: Joop van den Ende. De man die bij de verkoop van zijn bedrijf Stage Entertainment een bonus van 300 miljoen wist te regelen, waardoor het bedrijf nu ook een beroep doet op steun vanwege Corona. Het bedrijf ook, dat Joop van den Ende groot maakte, de man die in 2007 ook het initiatief nam tot M-Lab, met een mooie bijdrage van liefdadigheidsfonds VandenEnde Foundation.
Maar M-Lab werd dus te groot. Dat beweert de parkeergarage. Het sloot in 2015 de deuren, niet omdat de subsidie stopte (dat was eerder gebeurd), maar omdat de Vandenende Foundation de geldkraan dichtdraaide. Het was te vernieuwend en te goed, klinkt het. Je gaat immers als monopolist in musicalland niet je eigen concurrentie in leven houden. Toen dus duidelijk werd dat M-Lab vanwege het nieuwe musicalstandpunt van de Raad voor Cultuur een aanvraag had gedaan en er geen concurrerende aanvragen lagen, moest er een plan B bedacht worden. En dat Plan B leidde dus tot het oprichten van een stichting.
Kansloos, zou je zeggen, want in de BIS is geen plaats voor onbewezen talenten. Neem bijvoorbeeld de aanvraag van Gerda van der Kamps Maanlanders Theater, dat niet in de BIS komt omdat ze pas in 2020 zijn opgericht.
Vaag verhaal
Dus waarom passeert de Raad hier zijn eigen beleid, en zijn eigen commissie? In het advies staat een verhaal dat niet anders dan als vaag kan worden omschreven: ‘De raad heeft in de uiteindelijke weging een andere keuze gemaakt dan de commissie en de voorkeur gegeven aan de invulling van MusicalMakers, dat als instelling enkel oorspronkelijk Nederlands werk produceert (terwijl M-Lab ook met buitenlandse titels werkt), en dat genrevernieuwing op een eigentijdse manier aanvliegt, door nieuwe verhalen te vertellen die tijdens zogenaamde ‘Verhalenhuizen’ bij lokale gemeenschappen zijn opgehaald. MusicalMakers werkt deels met makers die al wat verder zijn in hun ontwikkeling, en ze heeft slagkracht om haar marketing en verkoop zó te organiseren, dat voor die makers kansen ontstaan op doorstroom naar de grotere podia. Door de bijdrage van de VandenEnde Foundation is de financiële basis sterk. Daarnaast heeft de instelling meer aandacht voor diversiteit en inclusie, zowel in de selectie van makers met wie ze wil werken als in de samenstelling van de organisatie.’
Paardenhoofd
Zelden een zwakkere argumentatie gezien om af te wijken van een degelijk advies van je eigen adviseurs. Maar er staan natuurlijk een paar woorden in die voor mensen in de sector werken als een afgehakt paardenhoofd op je kussen: Van den Ende Foundation en Marketing (in de vorm van de door VandenEnde opgerichte Theateralliantie, van wie we overigens geen jaarstukken konden vinden, terwijl die dat als ANBI wel verplicht zou moeten deponeren). Met zulke partijen achter je kun je van elke scheet een succes maken.
Maar er is natuurlijk nog meer te vinden. In de Raad treffen we ook de namen van Erwin van Lambaert, ooit de gedoodverfde troonopvolger van Joop, en Cees Langeveld, die een door de VandenEnde Foundation gefinancierde leerstoel bekleedde aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. En we weten ook dat Van den Ende er zelf niet van houdt om gepasseerd te worden. En dat was wat de oprichters van M-Lab deden met hun nieuwe aanvraag.
Laten we er dus voor het gemak van uitgaan dat de Raad volledig onafhankelijk heeft besloten. Maar ze zou ook elke schijn van belangenverstrengeling moeten vermijden. En dat heeft de Raad nu niet gedaan.
Wordt – uiteraard – vervolgd.
PS: Elke steun is welkom, want wij zijn klein en zij zijn groot. Heel. Erg. Groot.
Het bericht 750.000 subsidie en een basisplaats voor een volslagen groentje in musicalland. Dus wat zit daar achter? verscheen eerst op Cultuurpers.
Ditr bericht verscheen oorspronkelijk op Cultuurpers.