Het was 1 januari 2017 en ik was het opeens helemaal zat. Dat eeuwige geduid. Iedereen deed het al de hele dag op de sociale media. We zouden weer een heel jaar vol Pauw, Jinek en Tan tegemoet gaan. Iedere dag duidende mensen aan een tafel, bijeengesprokkeld om het verhaal van de dag nog eens na te vertellen.
Ik besloot niet meer te kijken. Sinds 1 januari slaap ik dus uitstekend. Sterker nog: ik stap met een goed humeur in bed, heb nog wat fijne gedachten voor het inslapen. De volgende dag bruis ik van ideeën. Hoe is dat gelukt? Mijn oplossing was een heel persoonlijke. Ik besloot Netflix in te zetten voor een slow binge van alle Star Treks die sinds 1987 gemaakt zijn. Elke avond een aflevering, precies tijdens Pauw, Jinek dan wel Tan. Laatst riep ik het weer: het heeft mij meer over de actualiteit van de dag verteld dan al die talkshows bij elkaar.
Klingonpyjama
Is dat alleen maar obstinaat gedrag? Ben ik een doorgeslagen nerd, een trekkie die in een Klingonpyjama met een nagemaakte Synth-ale aan de lippen voor de buis hangt? Nee, geenszins. Ik heb mezelf maar eens uitgedaagd om er wat langer over na te denken.
De verklaring is eigenlijk heel simpel. Op de dag zelf kun je het verhaal van de dag helemaal niet vertellen. Voordat een gebeurtenis een verhaal kan worden heb je een paar dingen nodig. Het eerste is: tijd, het tweede: afstand, het derde: auteurs.
Bij onze dagelijkse latenighttalkshows ontbreekt het aan deze drie dingen. De redacties proberen het wel. Daarom zijn er vaste sidekicks met een herkenbaar profiel. Daarom prepareren ze de gasten zo, dat het verhaal dat de redactie wil vertellen ook door hen verteld wordt. Maar het blijft steken in amateurisme en op zijn best een halfslachtige poging. Inhoudelijk is de uitzending vijf minuten na afloop alweer verlopen.
Moreel universum
Nee, dan Star Trek. Wat deze serie onderscheidt van alle andere is dat er een compleet universum wordt geschapen. Dankzij de stichter van de serie, Gene Roddenberry, klopt dat niet alleen technisch (soort van). Het is vooral ook een moreel universum. Roddenberry ontdekte al tijdens de allereerste, originele serie, dat science fiction bij uitstek geschikt was om morele dilemma’s aan de orde te stellen die in een meer actuele, realistische of documentaire setting niet zouden werken. Dat Star Trek de plek was van de eerste interraciale kus op prime time televisie is daarom dus volkomen logisch.
Roddenberry schiep een toekomst waarin de morele dilemma’s van vandaag grotendeels waren opgelost, waardoor er – letterlijk – ruimte ontstond om die dilemma’s van een andere kant te bekijken. Hij schiep afstand en zeeën van tijd, ongeveer 4 eeuwen en 1000 lichtjaar ervan, om een verhaal te vertellen over de dagelijkse wereld van 1967.
Dubbele afstand
Hij stierf in 1991, in het vierde seizoen van de dankzij hem succesvol herboren ‘franchise’ ‘The Next Generation. Zijn opvolgers bleven trouw aan zijn principes, maar zochten ook bevrijding uit de strenge regels die Roddenberry had opgesteld: dat elk conflict een moreel conflict moest zijn en dat er geen slechte mensen bestonden, alleen slechte ideeën en beroerde oplossingen.
In de jaren negentig leidde dat tot een legendarische doorstart in de serie Deep Space Nine. Meer geweld, meer dreiging, maar vooral veel meer humor en nog meer verbeeldingskracht. Het is die serie waardoor ik nu elke dag tussen elf en twaalf meer leer over de wereld van Trump, Baudet, klimaatverandering en politieke paniek dan door Pauw en Jinek.
Hoe dat komt? Dubbele afstand en dubbele tijd. En natuurlijk een geniaal schrijversteam dat over de beperking van de enkele aflevering heen stapte en er een doorlopende soap van maakte, vergelijkbaar met later Mad Men en – natuurlijk – Game of Thrones. Maar dan met humor.
Racisme
Deep Space Nine behandelde in de jaren negentig al elk thema dat ook nu speelt: racisme, vluchtelingen, migratie, identiteit, religieuze onverdraagzaamheid en terrorisme, maar dan op een manier die geen ‘realistische’ serie ooit zou kunnen. De problemen zijn dit keer niet de problemen van Bosnië, maar van ‘Bajor’, een planetair rijk dat tot voor kort bezet werd door ‘Cardassia’. Vooroordelen over joden en afrikaans-amerikanen zijn gesublimeerd in extreme levensvormen, om ons een lachspiegel te bieden voor ons eigen racisme.
Gierigheid en handelsgeest? De Ferengi zijn er extreem in en hebben gigantische oren die ook nog eens hun erogene zone blijken te zijn. Oerkracht en verheerlijking van geweld? De Klingons zijn er meesters in en eten levende maden in een restaurant dat gerund wordt door een Swedish Cook from Hell. Redelijkheid en Gutmensch-gedrag? De aardbewoners mogen dan wel de Verenigde Federatie van Planeten hebben opgericht, zeker in DS9 zijn het watjes en steile bureaucraten die zelf eigenlijk maar bitter weinig voor elkaar krijgen. En dan wordt alles dus nog eens van tegenkanten voorzien, waardoor uiteindelijk iedereen deugt op zijn eigen manier.
Complotten
We begrijpen de wereld om ons heen door er een verhaal van te maken. In extreme gevallen bedenken we complottheorieën, maar het principe is voor iedereen gelijk. Onze hersenen hebben niets aan flarden actualiteit, maar alles aan verhalen. Die maken we zelf, maar dat besteden we ook graag uit aan specialisten. Specialisten hebben ook tijd nodig. Soms wel jaren.
Die specialisten zijn onze schrijvers. Mensen die bij voorkeur niet met hun poten in de modder staan, die niet dagelijks op het toneel hun ding doen, maar die van achter hun bureau, in de schrijverskamer, hun fantasie inzetten om de verhalen te vertellen die ons meer inzicht geven. Al schrijver schep je het universum waar we de waan van de dag achter ons laten om die beter te begrijpen. Als schrijver vertel je je lezers de nieuwe wildernis in. Stuur je ze ongegeneerd daarheen waar geen mens hen voorging.
Dit kan ook met een boek. Of met een toneelstuk van 2500 jaar oud.
Vraagje
Met welke verhalen overleef jij eigenlijk de actualiteit?
Eén reactie op “Het beste verhaal van de dag schrijf je pas over een paar eeuwen”
Hear hear Wijbrand. Zelf lees ik de actualiteit momenteel vooral uit de Ilias 🙂