Het was natuurlijk pure overmoed. Maar toch maar vragen. We hadden immers al spijt van ons ‘ja’-woord op de Creme
Brûlée met Foie Gras à l’Estragon die men ons die avond zou gaan voorzetten in het andere hotel van Cravant. En de bar/eetzaal van Hotel des Lilas des Deux Ponts stond vol met mooie tajines. Dus ik naar de barkeeper: ‘Serveren jullie ook tajine-schotels?’
En toen begon het. De oude baas, Marokkaan van het Franse soort, en de iets jongere kok, Algerijn van het Algerijnse soort, begonnen tegen elkaar op te bieden in het aanprijzen van de mooiste Tajines. Als recept dan, wel te verstaan. Het kwam er evenwel op neer dat we het eten van een tajine konden vergeten, tenzij we 20 vrienden zouden kunnen regelen, zodat de oude baas zijn mega-tajine zou kunnen opstarten en we allemaal van zijn feestmaal zouden kunnen genieten.
Dat viel een beetje tegen, want, suggereerde ik: waar heb je anders die kleine aardewerken tajines voor staan, als je alleen een tajine wilt maken voor een groep van dertig man? Maar we vermoedden al dat er een zekere integratie-problematiek op zijn Frans aan de enthousiaste onwil ten grondslag lag. Het vaste publiek van vrachtwagenchauffeurs dat de N7 afrijdt en hier al jaren zijn steak frites komt halen, blieft geen buitenlandse kost, dus doen eigenaar en kok hun uiterste best om zo routier als mogelijk is te koken. Voor je het weet is je restaurant immers deel van de nostalgische leegstand langs de oude hoofdweg naar het zuiden.
Maar toen: de Algerijn kwam naar ons toe en zei: ‘Als jullie morgen komen, heb ik een Tajine voor jullie.’ ‘Zonder dat we onze familie hoeven te laten overkomen?’ ‘Pas de problème.’ We beloofden de volgende avond om acht uur klaar te zitten.
Na een dag vol leuke bordjes, onbemande aanrijdingen en Ferrari-rode proeverijen waren we er om iets voor achten. De Algerijn stond in de keuken. We zochten hem op en hij gaf ons joviaal een hand. Onze Tajine zou er komen, dat beloofde hij. Maar verder was hij vooral bezig met de steaks en andouilletes voor de truckersclientèle, en wanneer hij in de gelagkamer verscheen meed hij ieder contact. Het woord ‘Tajine’ werd door de serveerster zelfs gemeden. We namen slakken vooraf om de tijd en spanning wat te doden. En na eindeloos wachten was hij daar dan eindelijk, rond een uur of negen: onze Tajine Kip met Olijven en Wortels. In één woord heerlijk in al zijn eenvoud. Slow gecooked, dus botermals, zonder stevigheid verloren te hebben. Zacht gekruid maar onmiskenbaar Noord-Afrikaans. De truckers wisten niet wat ze misten, maar wij hadden nu wel begrepen dat ze dat ook niet mochten weten.
De rekening, even enthousiast gepresenteerd als de schotel zelf, was gepeperd. Duurder dan wat bij deze ingrediënten normaal zou zijn, maar de paar tientjes extra betaalden we graag voor de moeite die de kok voor ons gedaan had. We beloofden het niet verder te vertellen.