Intiem portret van hunkerende zussen
Amsterdam (GPD) _ In
het theater gelden een paar ijzeren wetten. Één ervan
luidt: waar zussen zijn, is Moskou niet. Je kunt je, beter gezegd,
als theatermaker niet veroorloven om meer dan één
zuster op het toneel te zetten zonder te refereren aan Tsjechovs
ultieme Drie Zusters, het stuk waarin drie dochters van dezelfde
vader hun levensdagen slijten op het platteland, ver van het door hen
zo geliefde Moskou, dat zij nooit zullen bereiken.
Het Vlaamse gezelschap
De Tijd, al sinds mensenheugenis toonaangevend in prachtig breekbaar
toneel, brengt nu Vier Zusters op het toneel. Ook in dit stuk valt
het Moskou-woord, maar hier geldt de hunkering een ander doel: in
deze huidige tijd, waarin dankzij de welvaart hunkering voorgoed tot
het verleden zou moeten behoren, hunkeren de zusters naar wat
menselijkheid, en misschien een beetje liefde.
Een cliché?
Zeker. Maar wat is er mis met cliché's als ze zo mooi voor het
voetlicht gebracht worden als nu, door deze vier topvrouwen van
ergens rond de veertig? Helemaal niets. Sterker nog: de tekst, die
mede op basis van persoonlijke ervaringen van de speelsters tot stand
kwam, bevat wel meer historische cliché's over
familieverhoudingen en tijdgeest. Maar juist dat is het mooie van
deze voorstelling: cliché's horen bij het leven. We maken
allemaal een beetje dezelfde dingen mee, reageren er allemaal een
beetje hetzelfde op, en vinden het allemaal ook best prettig dat we
dat van elkaar weten. Dat jongste dochters (of zonen) zich altijd een
tikje buitengesloten voelen, bijvoorbeeld. En dat familieleden zo
goed zijn in het aanvoelen van elkaar, dat ze vergeten naar elkaar te
luisteren. Ook zo eentje.
Regisseur en artistiek
leider van De Tijd Lucas Vandervost, zelf midden veertig, kwam op het
idee voor deze voorstelling door het fotoboek The Brown Sisters,
waarin fotograaf Nicholas Nixon gedurende een kwart eeuw elk jaar
hetzelfde portret van zijn vier zussen vastlegde. Wanneer je het boek
van begin tot eind doorbladert, zie je ze elk jaar ouder worden, soms
met schokken, soms nauwelijks merkbaar. Als vanzelf ontstaat er zo in
het hoofd van de lezer een verhaal. Vandervost zag er een mooie
aanleiding in om een stuk te maken met vier door hem bewonderde
actrices: Antje de Boeck, Mieke de Groote, Els Dottermans en Chris
Thys. Hij benaderde dramaturge Claire Swyzen om voor hen het stuk te
schrijven.
Swyzen baseerde zich
voor deze tekst dan wel op gesprekken met de vier speelsters, maar
vermeed gelukkig de valkuil van de acteurs-anekdotiek. Ze wilde geen
bijzondere, maar juist heel gewone verhalen, die ze vervolgens
zodanig monteerde dat je nu als kijker terugbladert in het fotoboek.
Die nadruk op dat gewone zorgt voor de prettige cliché's, die
door speelsters en regie zo verschrikkelijk liefdevol worden verteld,
dat je niet anders kunt dan meegaan in die kleine tragiek van deze
kleine levens, met al die voor henzelf zo verschrikkelijk grote
drama's. En zo wordt het stuk opeens heel erg Tsjechov. Zeker als er
aan het einde nog maar drie zusters op de foto staan.