‘Wat is je vroegste herinnering?’ Dit is een vaste vraag wanneer ik met een groep studenten aan de slag ga met verhalen. Levert vaak mooie dingen op. Zo vertelde onlangs, tijdens een sessie met internationale kunststudenten in Rotterdam, iemand over een vakantie vroeger. Hij herinnerde zich hoe ’s avonds, op het strand, groepen mensen samenkwamen en geanimeerd praatten en zongen. Dat geluid herinnerde hij zich nog goed.
Ik vroeg een andere student om de zojuist gehoorde herinnering na te vertellen. Ze deed dat uitstekend. Ze vertelde over hoe, bij zonsondergang, de mensen zich op het strand verzamelden om te praten en te zingen.
Wonder
Daarmee was het wondertje gebeurd. De studente had een heel klein dingetje aan het verhaal aangepast. Zo’n dingetje waarvan we het niet eens zouden opmerken als we het zouden horen, of zelfs lezen. Kun je het zelf aanwijzen? En kun je ook vertellen waarom het voor het vertellen van verhalen zo’n essentieel ding is?