'Nu smaakt de spaghetti het best'
Monique Kuijpers (Eindhoven, 1961)
is een van de opmerkelijkste actrices van het land. Niemand kan heen
om het onweerstaanbare komische talent van de vrouw die bijna
afgestudeerd psychologe was geworden. Voor haar huiveringwekkend
scherpe rol in Rob de Graafs komedie Vrede was ze
terecht genomineerd voor de hoogste prijs. Voor het septembernummer van TM interviewde ik haar. Uiteindelijk ging de prijs voor de beste vrouwelijke hoofdrol van 2006-2007 naar Wil van Kralingen voor haar vertolking van Elisabeth in Maria Stuart bij Het Nationale Toneel. Ook zeer verdiend.
Het was wel even slikken. Wat
toneelschrijver Rob de Graaf in zijn rouwkomedie Vrede als rol op het
lijf van Monique Kuijpers had geschreven schokte haar: ,,Bij het
lezen dacht ik: zie jij dàt dus in mij?” Een nieuw gevoel
voor de zesenveertigjarige actrice. ,,Ik moest voor het eerst in mijn
carrière moreel over een drempel heen. Ik had de neiging om
alles wat mijn personage deed te verexcuseren. Ik had er
verschrikkelijke moeite mee dat ik zo tegen Wim Bouwens deed, en
zulke verschrikkelijke dingen tegen hem zei. Om dat waar te maken
heb ik mezelf emotioneel echt moeten overwinnen. Mijn collega's
moesten tegen mij zeggen: gá er nou voor, doe het maar gewoon
en dan zien we wel waar het ons brengt. Want ik zat na iedere zin de
hele tijd stiekem 'sorry' te zeggen, en daardoor werd het veel minder
scherp, minder provocerend. Het was heel tuttig eigenlijk, maar ik
dacht: dat dóe je niet. Ik wist niet van mezelf dat ik zo
politiek correct was.”
Gruwelijk
Maar de rol overtuigde dankzij Monique
Kuijpers' zelfoverwinning: ,,Na afloop zeiden toeschouwers dat ze zo
iemand als ik echt nooit hoefden tegen te komen. Ze zeiden: zo doe je
niet bij een sterfgeval, maar ik weet met mijn gezonde verstand
inmiddels wel: je doet alles bij een sterfgeval. En nog meer.”
Dat is precies waar De Graafs tekst
over gaat. De schrijver en het gezelschap van regisseur Wilibrord
Keesen vonden elkaar in het streven om een toneelstuk te maken over
rouwverwerking. Kuijpers: ,,Toen we het eenmaal besloten hadden zei
Rob: het lijk heb ik ook al.” Rob de Graafs levenspartner Roy
Peters is als performancekunstenaar gespecialiseerd in het voor lijk
liggen. Kuijpers: ,,Zijn normale performance duurt 12 uur. Mensen
vergeten op zeker moment dat hij leeft.”
Dat gebeurt ook in het stuk van De
Graaf, waar rond het opgebaarde lichaam van Roy figuren cirkelen die
elkaar het licht in de ogen, maar vooral het recht om te rouwen
ontzeggen. Echt pijnlijk wordt het wanneer een onbekende derde in de
rouwkamer verschijnt die de rouw van de vechtende honden afpakt.
,,Rob wilde het ook echt gruwelijk laten worden, en dat is hem dus
gelukt. Ook al ben ik als speler doorgaans redelijk autonoom, dat
werkte nu niet. Willbrord moest mij echt dwingen om tot het uiterste
te gaan. Ik moest uit mijn mandje geduwd worden: niet intellectueel
worden, maar loos gaan.”
Afstand
Monique Kuijpers studeerde in 1990 af
aan de Arnhemse Toneelschool, een opleiding die ze vier jaar daarvoor
begonnen was, terwijl ze op het punt stond om af te studeren als
psycholoog. Als 'semiprofessional' speelde ze in een aantal
voorstellingen mee van Theatergroep Piek, het gezelschap waarmee
regisseur Willibrord Keesen in het roemruchte Utrechtse theatercafé
De Bastaard zijn carrière begon. ,,Ik was met mijn
eindonderzoek bezig, over het ontstaan van leiderschap in groepen. Ik
leerde Willibrord kennen, en heb eigenlijk al heel snel besloten dat
ik, net als mijn twee zussen Ingrid en Nanette, naar de toneelschool
wilde. Tot groot verdriet van mijn ouders, overigens, die al dat geld
dat ze in mijn studie hadden gestoken in een putje zagen verdwijnen.
Ik was tenslotte de enige die nog niet aan het toneel was.”
De academische afstand die voor
psychologisch onderzoek nodig was, beviel Monique slecht: ,,Je bent
alleen maar naar mensen aan het kijken. Je hoeft nooit met de billen
bloot. En daar was ik eigenlijk wel naar op zoek. Grappig is dat ik
nu, na zoveel jaren aan het toneel, steeds meer overeenkomsten gaan
zien tussen wat ik toen studeerde en wat ik nu doe. Het blijft toch
altijd over menselijk gedrag gaan. De psycholoog onderzoekt dat, maar
door te spelen deel je eigenlijk eenzelfde soort onderzoek met het
publiek: hoe werken dingen?”
Die houding is misschien wel kenmerkend
voor Monique Kuijpers. Iets beschouwends heeft ze altijd wel in haar
spel. Ze kan lang en onderzoekend toekijken, soms heel lang aardig
doen, maar er volgt altijd wel een lief bedoelde vlijmscherpe
opmerking. Het is heel aards, wat ze laat zien. Dat leverde
interessante rollen op, ook al toen ze nog zeer regelmatig te zien
was in stukken van de Vlaamse intellectueel Paul Pourveur. ,,Zeker in
het begin waren we met die stukken erg in ons hoofd bezig”, vertelt
Kuijpers. ,,Maar we zochten ook altijd naar de emotionele
tegenkanten, al wilde Paul Pourveur dat eigenlijk niet. Wij trokken
ons daar dus niets van aan. Dan hadden we er een paar emotionele
momenten ingebouwd en zat hij zich in de zaal te verbijten. Maar zo
schreef hij. Alles moest via taalconstructies gaan. Wij zijn daar de
laatste jaren een beetje uitgegroeid. We wilden andere terreinen
betreden met ons spel, en dat zochten we bij Esther Gerritsen en Rob
de Graaf.”
Dialect
Juist bij deze schrijvers, die elk op
hun eigen manier het alledaagse tot kunst weten te verheffen, sluit
de speelstijl van Kuijpers goed aan. Het is een soms wat
geëxalteerde stijl, waarbij ze goed gebruik maakt van haar
opvallende uiterlijk en eigenlijk altijd wel een lach weet te scoren.
Haar jaren aan de Arnhemse toneelschool zijn daar vormend in geweest.
,,Er was daar geen feestje of er liep wel iemand rond als een heel
raar typetje of met een vreemd dialect.”
,,We hadden toen op school ook toegang
tot een enorme zaal barstensvol kostuums en brillen en pruiken.
Iedereen maakte daar dankbaar gebruik van. Dat verkleden is wel een
beetje verdwenen.”
Wat bleef is de beroemde, of volgens
anderen beruchte, autonomie van de 'Arnhemse' acteurs. Ook Monique
Kuijpers ziet zichzelf als een autonoom kunstenaar: ,,Voor je een rol
speelt moet je wel heel erg goed weten waarom je die rol daar en dan
wilt kunnen spelen. Dat constante verantwoording afleggen heb ik
nooit afgeleerd. Het was daarom eigenlijk ook vanzelfsprekend dat je
als toneelstudent van Arnhem niet bij een groot gezelschap ging, maar
iets voor jezelf begon, of samen met een paar anderen.”
Voor haar was het dan ook niet vreemd
dat ze bleef werken met Willibrord Keesen. Nog niet eens afgestudeerd
stond ze al als stagiaire in diens legendarische voorstelling van
Tjechovs Drie Zusters, samen met haar echte zusters Nanette en
Ingrid. Sinds die voorstelling heeft ze eigenlijk nooit meer met
iemand anders gewerkt. Ze stond in het midden van de jaren negentig
nog wel samen met haar zus Ingrid aan de wieg van mimegezelschap
Golden Palace, maar verder speelde ze vrijwel altijd in producties
van Keesen.
Is ze nooit door grote gezelschappen
benaderd? ,,Eigenlijk niet echt.” Ze schatert. ,,Als ik Keesen &
Co niet had zat ik nu een herscholing, of zo.”
Maar enige ambitie om bij een ander,
laat staan groter, gezelschap te werken heeft ze eigenlijk ook niet.
,,Ik denk niet dat mijn hart sneller zou gaan kloppen als ik gevraagd
zou worden door Het Nationale Toneel. Het hangt natuurlijk wel van
het stuk en de mensen die het doen af, maar ik droom er niet van. Het
is zo ideaal om hier, bij mijn eigen club, gewoon eens te kunnen
zeggen: ik wil een stuk maken over rouwverwerking, en dat je dan
niet voor iedere nieuwe productie opnieuw het hele
kennismakingsproces door hoeft. Het zal ook wel nadelen hebben, dat
je je teveel als een gezin gaat gedragen, maar de voordelen zijn veel
groter.”
Dood
En ondertussen is daar opeens die
nominatie voor de Theo d'Or. Die kwam wel een beetje uit de lucht
vallen. ,,Het is waarschijnlijk omdat ik niet in Amsterdam woon, waar
die hele toneelwereld om je heen beweegt. Ik dacht ook altijd dat dat
soort prijzen niet in ons circuit voorkwamen. Voor mij gaat het bijna
altijd om prijzen voor hele grote mensen in die hele grote stad en
nooit over mij. Het zit niet in mijn systeem, de Theo d'Or. Anne-Wil
Blankers doet dat toch? Dan ga je toch niet iemand ergens in
Gelderland nomineren? Maar het is daarom wel des te leuker dat het nu
gebeurt.”
En zeker met dit bizarre stuk dat de
dood zo direct tot onderwerp heeft. Om de zaak nog wat bizarder te
maken bleek de dood het gezelschap nogal op de hielen te zitten.
Scenograaf Dan Rapaport verloor zijn vrouw aan een dodelijke ziekte,
acteur Reinout Bussemaker moest nog geen week later zijn grootmoeder
begraven en in die zelfde week van december 2006 raakte schrijver
Rob de Graaf levensgevaarlijk gewond door een aanrijding in Amsterdam
Noord. Kuijpers: ,,Het was alsof we Magere Hein wakker hadden
gemaakt, en dat die uit puur chagrijn een paar mensen omver blies.
Dat maakte de voorstelling wel heel moeilijk om te spelen.” Voor de
spelers, die altijd wel enig bijgeloof hebben, is het stuk Vrede
daarmee niet vervloekt geraakt, zoals Shakespeare's 'Schotse stuk'
over Macbeth dat wel is. Ze lacht: ,,Wij durven het woord 'Vrede' nog
wel in het openbaar uit te spreken.”
Dat extra – niet theatrale – aspect
maakt de nominaties voor Monique Kuijpers en Reinout Bussemaker
natuurlijk wel bijzonder. Kuijpers: ,,Het is als met fietsen in de
Alpen. Ik doe dat iedere vakantie met Willibrord. Je hebt dan wel
eens een berg die steil is, maar niet meer dan dat. Dit is een berg
die buiten alle categorieën valt. We hebben hier collectief
zoveel voor moeten overwinnen. Als je dan bovenkomt, smaakt dat bord
spaghetti op de top wel extra lekker.”
Volgend seizoen herneemt
Keesen & Co zowel Door Jou van Esther Gerritsen en in 2008 Vrede
van Rob de Graaf. Verder speelt Monique Kuijpers de rol van Arkadina
in Een Meeuw van Tsjechov, die volgend jaar uitkomt.