Rare Oostenrijkers doen Jelinek-revue{mosimage}
En het werkt. Je kunt de heiligheid van een beroemd of zelfs berucht schrijver relativeren zonder te vervallen in maaiveld-bashen. Het Wiener Burgtheater, het theater dat indirect verantwoordelijk is voor de repertoirekeuze van veel Nederlandse toneelgezelschappen, neemt Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek op de korrel, en komt er grandioos mee weg. Babel, de Jelinek-show die gisteren en vandaag in het Holland Festival is te zien, is een heftige, maar vooral hartverwarmende voorstelling geworden.
Las u daar 'hartverwarmend'? Inderdaad. Elfriede Jelinek, de agorafobe, mannenhatende hardcorefeministe, kan teksten schrijven die hartverwarmend theater opleveren. Daarvoor heb je dan dus wel een regisseur nodig die beschikt over de juiste combinatie van lef, humor, respect en, tja, oostenrijksheid. Dezelfde oostenrijksheid, die de Weense premières van die andere grote Oostenrijker, Thomas Bernhard, zo bizar maakte. Politiek geladen jodeltheater met de impact van een bomaanslag. Maar ook een feestje, en dat met het werk van een schrijver die wij hier in Nederland niet eens durven opvoeren, althans niet zonder een vijftiendelige Jelinek-encyclopedie erbij te leveren waarin het werk van deze bizarre schrijfster wordt ingebed in de kunst-, en maatschappijgeschiedenis van de oerknal tot het slot van de zevende serie van Star Trek TNG.
Zonder is dus ook mogelijk, althans, het essay dat bij de voorstelling geleverd wordt, beperkt de Jelinek-exegese tot een schamele zes, wegens de letterlijk uit het Duits vertaalde, en dus van inbedding naar inbedding meanderende, schier eindeloze volzinnen, onleesbare, pagina's.
Still here?
Over Irak gaat het, en over de onmogelijkheid van kunst om een werkelijk antwoord te zijn op een samenleving die alles tot 'experience' maakt. Pornocultuur maakt de beelden van Abu Graïb en de onthoofdingen van gijzelaars tot 'must see'-bestsellers in een wereld die alleen nog maar beoordeeld wordt op haar vermogen om via Shock&Awe zijn punt te maken.
Zo.
Dus is er de reality-soap The Jelineks. Is er een lichtshow aan het eind waarvoor, geheel in lijn met de pretpark-kritiek van Jelinek, beschermende lichtfiltertjes aan de toeschouwers worden uitgereikt en is er, voor de afwisseling, weer eens echt bloed en een gruwelijk verhaal over kannibalisme.
Het waren echter de kikkertjes en die prachtige piemeltjes die de voorstelling zo mooi maakten. En die verschrikkelijke Apollo aan het eind, met zijn lier. En met zijn sandaal, die gelukkig zonder zijn voet mee te nemen, tussen de twee delen van het heftoneel bleef steken.
Regisseur Nicolas Stemann verdient een pluim voor zijn lef, maar vooral voor zijn humor. Nooit gedacht dat ik nog eens blij uit Jelinek zou komen.