Roosen schetst traditie van kleine bange mannen
Amsterdam (GPD) _ Uiteindelijk heeft de Islam net zo weinig met eerwraak te maken als het katholieke geloof met de scheiding tussen Jan uit Volendam en zijn Ellemieke van Elders. De voorstelling Is.Man van Adelheid Roosen leert ons dat een man die uit zijn beschermende omgeving wordt losgerukt, veroordeeld is tot hopeloos dolen en op het laatst zelfs tot moord uit angst. Geloof, in het toneelstuk verbeeld door een hemels draaiende soefimeester, kan daar heel weinig aan veranderen.
Eerst waren er de Gesluierde Monologen. Dat stuk over de verborgen wereld van de Moslimvrouw maakte een stille triomftocht langs buurthuizen en theaters tot in het Midden Oosten aan toe. Was dat stuk al een soort reactie op Eve Enslers 'Vagina Monologen', nu is het stuk Is.Man een reactie op de Gesluierde Monologen. Met haar alomvattende gretigheid wilde Adelheid Roosen nu wel eens snappen wat er in het hoofd van de Moslim-man omgaat. En hoewel ze nadrukkelijk niet in de ziel wilde wroeten van Mohammeds en Samirs die slechts één letter als achternaam hebben, kwam ze toch uit bij geweld. Haar research leidde uiteindelijk tot een zoektocht naar de motieven achter 'eerwraak'. In de gevangenis sprak ze met daders, in 'Blijf van mijn Lijf'-huizen met (bijna)-slachtoffers in een poging om begrip te kunnen krijgen voor de man die zijn vrouw, of zelfs zijn zus of dochter, vermoordt omdat ze op een verkeerde manier naar de buurman heeft gekeken.
Het resultaat van haar zoektocht schreef Roosen op in de vorm van een toneelmonoloog waarin de zoon van een eerwreker het verhaal van zijn vader en grootvader vertelt. Die grootvader, verbeeld door de Koerdische muzikant Brader Musiki, is in de voorstelling veruit de indrukwekkendste aanwezigheid. In zijn onverstaanbare klaagzangen, maar meer nog in zijn zwijgen, is hij de oosterse variant van Marlon Brando. Hij is een Don Corleone, de Capo di tutti Koerdische Capi die vanuit zijn geïsoleerde oost-turkse bergdorpje macht uitoefent over zijn achter-achterkleinkinderen in een moderne stad, duizenden kilometers verderop. Hij is de traditie, de geschiedenis waarover niemand vragen stelt, maar waar niemand ook voor kan vluchten. Hij is het die met zijn dorpsraad iedere inburgeringscursus bij voorbaat tot een farce maakt.
De kleinzoon, gespeeld door een iets te heftig gebarende en articulerende Friese acteur met Palestijns bloed, probeert ons, maar ook zichzelf, uit te leggen wat niet uit leggen valt: dat familie- of clan-eer voor een man het allerhoogste is en dat een vrouw er eigenlijk standaard op uit is om die eer aan te tasten, al is dat door verkracht te worden door de buurman. Dat het niet uit te leggen is, maakt Is.Man duidelijk. Dat de spiraal van eergeweld ook niet zomaar te doorbreken is door een hier levende immigrantenzoon, is de belangrijkste boodschap van dit toneelstuk.
Op het laatst worden de vier mannen op het toneel eigenlijk steeds kleiner met hun rare regeltjes, hun bizarre woede en hun bij voorbaat mislukte pogingen tot verzoening. Op het laatst worden de metershoge jurken die aan kleerhaakjes aan de zoldering van het theater hangen het belangrijkste beeld. Zijn het de kleren van de dode vrouwen? Zijn het godinnen? Zijn het de vrouwen zelf die zo onnoemelijk veel superieurder zijn dan al dat mannelijke gekonkel? Gaat het uitsluitend om een lid-woord? Is, met excuses voor het taalgebruik, dé man dé lul of man lul? Daar kunnen we dan nog heel lang over napraten.
Is.Man van Bos theaterproducties. Gezien: 5 januari in Amsterdam, première. Tournee t/m 11 april 2007. Inlichtingen: www.bostheaterproducties.nl