Hedda knalt de toekomst af
{mosimage}
Amsterdam (GPD) _ Zo vroeg in het stuk was het eigenlijk nog nooit te zien. De blik in de ogen van Hedda Gabler, 30 en waarschijnlijk zwanger, maar met een definitief besluit in haar hoofd. Een besluit tot actie. Ook al is die actie zelfmoord. Regisseur Ivo van Hove is er bij Toneelgroep Amsterdam in geslaagd om het meer dan 100 jaar oude drama van de Noor Henrik Ibsen helemaal van nu te maken. Geholpen door een stel meesterlijke acteurs en door Halina Reijn.
Hedda Gabler is een klassieker, die om de zoveel jaar opduikt. Iedere keer opnieuw meet een actrice van formaat zich met deze vrouwelijk hoofdrol van het stuk met de kortste samenvatting ooit: een vrouw pleegt zelfmoord, en de vraag is: waarom?
Ibsens geeft Hedda Gabler talloze redenen mee om er een eind aan te maken: haar kersverse echtgenoot is een druif met archivarische neigingen. Haar schoonfamilie is kleverig klef. Haar minnaar van weleer heeft een nieuwe blom gevonden, die voor hem meer betekent dan zij ooit voor hem kon betekenen. Het geld is op. De buurman chanteert haar. Ze heeft een huishoudster. Allemaal al genoeg voor een stevige depressie, en al deze dingen werden in het origineel nog verergerd door het verstikkende Noorse milieu en de hooggesloten jurken en dito moraal van de late 19e eeuw. Dat zit dus niet in deze actuele voorstelling. Vormgever Jan Versweyveld verving die effectief door een plaag van deze tijd die net een graad erger is dan Scandinavische zelfbouwmeubelen: verticale lamellen.
In die wereld, dit keer dus een trendy bungalow die nog in het bouwbehang steekt, biedt van Hove zijn acteurs alle kansen om hun eigen rollen te scheppen. Barry Atsma speelt de sluwe chanteur Brack grover en gevaarlijker dan hij ooit was. Roeland Fernhout is een perfecte echtgenoot, maar minder een druif dan een verwend kreng, en dat maakt de rol intrigerender. Jacob Derwig laat de losbol en vrouwenverslinder Lövborg nu eens van zijn meest kwetsbare kant zien, en dat was ook nimmer eerder in een Hedda Gabler te zien. De rest speelt al even sterk in een voorstelling die opvallend licht en krachtig van toon is.
Maar de top is Halina Reijn. Met al haar redenen voor depressie is Hedda Gabler in Halina Reijns opvatting geen depressieve vrouw geworden. Integendeel. Deze Hedda Gabler is niet depressief, maar bloedlink. Het is woede die haar uiteindelijk drijft tot haar buikschot. Hedda is woedend op het leven dat er maar niet in slaagt om aan de hoge standaarden te voldoen die het aan zichzelf stelt. Reeds in het tweede bedrijf, krap een half uur op weg in dit avondvullende stuk, heeft de onontkoombare middelmatigheid zich al geopenbaard. En het is die middelmatigheid van mensen die het eigenlijk ook niet kunnen helpen dat ze zo niet met de kern bezig zijn, die haar uiteindelijk doet besluiten om de boel af te knallen. Inclusief het mogelijk ongeboren leven in haar buik, want het leven verdient het niet om op zo'n manier geleefd te worden. Daar is het te mooi voor.
Zelden dus een Hedda Gabler gezien die zo nauw raakte aan Medea, het 2500 jaar oude drama over een vrouw die weigert compromissen te sluiten. Zelden vooral ook een stuk gezien dat zo perfect de tijdgeest van vandaag weergaf. En nog nooit een regisseur meegemaakt die Joni Mitchell draait en zijn voorstelling afsluit met David Bowie's mooiste nummer ooit, en er nog mee wegkomt ook.