Anatoli Vassiliev brengt eigen visie op Mozart en Salieri
Bovenaards theater uit Rusland
Zijn voorstelling Mozart en Salieri wordt een van de hoogtepunten van het Holland Festival. Regisseur Anatoli Vassiliev is echter totaal niet geïnteresseerd in het verhaal van de strijd tussen Mozart en Salieri. De man, die volgens velen de beste theaterregisseur van Rusland is, legt uit waarom het stuk toch gespeeld moet worden. ,,Het realistische theater kan op geen enkele manier een antwoord op de huidige tijd geven.
Door Wijbrand Schaap
Amsterdam (GPD) _ ,,Het Russische theater is het theater van Tsjechov. Dat is een realistische theatertraditie. Ik noem dat de Russisch Realistische School." Anatoli Vassiliev is niet alleen regisseur, maar ook leraar. Wie met hem spreekt krijgt onherroepelijk college. De man die internationaal hoog aangeschreven staat als de beste regisseur van Rusland, gaat voort: ,,De school van Tsjechov is de school van het kunstzinnig psychologisch realisme. Onder het sovjet-regime is daar het materialisme bijgekomen. De sovjet-stijl moest vanzelfsprekend realistisch zijn, en zo ontstond het het socialistisch realisme. Dat is een instituut geworden. De geestelijke theatertraditie, die ook in de wortels van het Russische theater verborgen ligt, is al die jaren onopgemerkt gebleven."
De bebaarde regisseur spreekt heftig en kijkt zijn gesprekspartner doordringend aan. De snelheid waarmee in korte tijd grote namen uit de geschiedenis over tafel rollen, van Plato tot Stanislavski, doet ook de tolk duizelen. Vassiliev weet veel, en duldt van journalisten of festivaldirecties geen domme vragen, zo benadrukte het Holland Festival, dat dit jaar trots zijn grote productie 'Mozart en Salieri' brengt. Vassiliev bewerkte dit stuk van de Russische dichter Poesjkin al in 2000 tot een sacraal soort totaaltheater, waaraan hij een requiem toevoegde. De voorstelling was al met veel succes te zien op diverse festivals over de hele wereld.
Wat Vassilievs theater inhoudt, kon het Nederlandse publiek in 2004 meemaken. Het Holland Festival bracht toen zijn versie van 'Medeamateriaal'. Die tekst, een sterk ingedikte bewerking die Heiner Müller maakte van de klassieke tragedie Medea, werd gebracht door een actrice die vastzat op een soort acteermachine. De woorden klonken in het Frans, maar ze klonken door de speciale spreektechniek van de actrice zo vreemd, dat het evengoed een buitenaardse taal had kunnen zijn.
Vassiliev is niet geïnteresseerd in het aardse drama van Medea, de vrouw die om het verraad van haar man te straffen haar eigen kinderen vermoordt. Bij deze regisseur draait het om het grote conflict tussen Goed en Kwaad met hoofdletters, en God en Duivel. Begrippen die op het nuchtere Hollandse publiek zwaar over kunnen komen. De voorstelling maakte desondanks diepe indruk, vanwege de vanzelfsprekende ernst waarmee het stuk werd gebracht.
Vassiliev zelf noemt zijn theater 'liturgisch', zonder dat direct te verbinden met een christelijke traditie. Hij zet, naar eigen zeggen, een traditie voort die in Rusland wordt omschreven als de 'Zilveren Eeuw'. Naast de moderne avant-garde was er aan het eind van de 19e eeuw in Rusland ook een belangrijke kunststroming die mystiek, filosofie en religie hoog in het vaandel had. Ook een toneelvernieuwer als Stanislavski, wiens onderzoek naar realistisch acteren nog steeds maatgevend is op toneelscholen over de hele wereld, sloot zich bij die stroming aan. Vassiliev: ,,Stanislavski was wel degelijk geïnteresseerd in het geestelijk leven van de mens. Hij citeerde daarvoor zelfs de brieven van Paulus uit de Bijbel, waarin wordt opgeroepen om je te concentreren op het innerlijk, op het leven van de ziel. Die belangstelling voor de ziel zit in de wortels van het theater, maar het is bijna een eeuw lang niet in de praktijk gebracht. Het mystieke drama heeft het lange tijd heel moeilijk gehad in Rusland. In 1914 is de ontwikkeling van dat filosofische gedachtengoed abrupt afgebroken door de Eerste Wereldoorlog, en in 1917 definitief door de revolutie. Een voorbeeld: Stanislavski was midden in de repetities voor Poesjkins Mozart en Salieri toen de oorlog uitbrak. In 1918 repeteert hij aan de Roos en het Kruis van Bloch. Maar beide producties werden overschaduwd door de gebeurtenissen daarna, en zijn zo nooit tot de legende geworden die andere werken van Stanislavski wel zijn geworden dankzij de Stalinistische goedkeuring."
Toch heeft Vassiliev, geboren in 1942, zijn nonconformistische theatertaal al grotendeels kunnen ontwikkelen in het communistische Rusland. Was dat moeilijk? Vassiliev: ,,Mij hebben ze niet lastig gevallen. Dat is één, maar ik ben ook geholpen. Toen ik begin jaren tachtig weg moest uit het Staatstheater kon ik via een omweg terecht in een kleiner theater, waar ik als leraar aan het werk kon. Zo kreeg ik de mogelijkheid en de ruimte om mijn onderzoek naar de kern van het theater voort zetten, samen met mijn acteurs. In dat laboratorium heb ik in 1985 Cerçeau gemaakt, de voorstelling die mijn internationale doorbraak betekende."
,,Uiteindelijk ben ik altijd heel koppig mijn eigen weg gegaan. Ik heb me nooit laten leiden door de waan van de dag, of politieke banaliteiten. Toen de Perestrojka losbarstte, heb ik me daar niet mee beziggehouden. Ik werkte aan 'Zes personages op zoek naar een schrijver' van Pirandello. Dat was mijn reactie op de perestrojka. In plaats van op de politiek, heb ik mij gestort op de religie, de filosofie en de metafysica."
En zo maakte hij in het jaar 2000 de voorstelling Mozart & Salieri, een bewerking van het gelijknamige stuk van Alexander Poesjkin. In het 19e-eeuwse Rusland was deze voorstelling een verkapte oproep tot revolutie, maar dat is niet waar het Vassiliev om gaat: ,,In dat stuk zit natuurlijk een verhaal, maar dat interesseert me niet. Dat is iets voor als je een toneelstukje wilt maken. Wanneer je zoals ik een tragedie wilt maken, zijn die verhalende elementen totaal ongeschikt en dus onnodig. Het onderwerp van het verhaal is bij de tragedie alleen een aanleiding. De tragedie zoekt naar de kern."
En wat is die kern dan?
,,Die kern ligt in de tegenstelling tussen God en de Duivel. Dat is het basisconcept. In Mozart en Salieri gaat het om geest en om schoonheid. Schoonheid is een concept uit de klassieke oudheid, en dus heidens, terwijl de geest een idee is van het christendom. Er ontstaat dus een strijd tussen het heidense en het christelijke."
Dat klinkt toch heel erg religieus. ,,Ik geef de voorkeur aan de term 'metafysisch theater': daar ligt volgens mij ook de toekomst van het Russische theater. We hebben na de val van het communisme een enorme opkomst gehad van het materialisme. Dat is een crisis van ongekende omvang. Het realistische theater kan daar op geen enkele manier een antwoord op geven. Dat is iets voor soaps, of voor het boulevardtoneel. Voor echte kunst ligt de toekomst bij een andere stijl. In de metafysica. Daar werk ik aan."