Christoph Marthaler regisseert Seemannslieder/Op hoop van zegen: ‘Het ware Nederland ligt onder water’


‘Ketelbinkie’ zal niet klinken, Knier zal niet met haar pannetje naar Reder Bos gaan, maar tijdens een storm zullen wél de legendarische woorden klinken. In Seemannslieder/Op hoop van zegen, de voorstelling die Christoph Marthaler regisseert bij ZTHollandia, zal de vis nog steeds duur betaald zijn.

,,U moet weten, zo vlak voor de première stijgt de spanning altijd tot een kookpunt. Hoe lang ik ook al met dit werk bezig ben, de zenuwen worden er niet minder om.” Christoph Marthaler, de beroemde regisseur uit Zwitserland, de man wiens voorstellingen van Rome en Avignon tot Barcelona of Berlijn niets dan bewondering oogsten, zit er een beetje bescheten bij. In de Gentse Schouwburg, naast de vermaarde Sint Baafskathedraal, legt hij de laatste hand aan zijn voorstelling Seemannslieder/Op hoop van zegen, en het is hem aan te zien dat het een loodzware klus is.

Zo’n beetje iedereen loopt er uitgewoond bij. Tot vijf keer toe weigerde de Zwitserse regisseur op gemaakte interviewafspraken te komen, aldus het bloed onder de nagels van de pr-afdeling van ZTHollandia vandaan halend. En op deze dag, de dinsdag voor de première in Gent, de dag waarop Nederland in shock verkeert over de moord op Theo van Gogh, heeft Marthaler besloten de eerste inspeelvoorstelling zonder publiek te doen, omdat het stuk nog niet af is. En in Gent is de eerste inspeelvoorstelling traditioneel bedoeld voor de sponsors. Paniek en overwerk is het gevolg.

Met zo’n voorgeschiedenis van sidderende theatermedewerkers verwacht je een monsterlijk strenge, steile Zwitser te zien. Het was tenslotte ook Marthaler die in zijn thuisland de rechtstreekse confrontatie met publiek en overheid zocht toen daar de subsidie voor zijn gezelschap, het Schauspielhaus Zürich, in gevaar kwam.

Des te verrassender is dan ook Marthalers verschijning op dit interview. Moe, maar innemend, bescheiden op het verlegene af en zich de hele tijd verontschuldigend voor zijn onbeholpen Engelse formuleringen. En vooral: vriendelijk. Opeens kun je je heel goed voorstellen hoe hij samen met ZTHollandia-regisseur Johan Simons achter een cafétafel met uitzicht op de Alpen zit te filosoferen, en ze samen bedenken dat, als Johan Simons in Zwitserland een stuk over de bergen maakt, Christoph Marthaler in Nederland een stuk over de zee zal doen. Twee kwajongens van rond de vijftig, die plannen bedenken die net zo goed een grap konden zijn, maar die we in dit geval heel serieus moeten nemen.

En zo geschiedde het, dat in alle seizoensbrochures te lezen valt dat Marthaler een eigenzinnige regie zal doen van Nederlands bekendste toneelstuk Op Hoop van Zegen, dat in 1905 geschreven werd door de socialist Herman Heijermans. Maar dan kennen we Marthaler niet. Marthaler heeft nog nooit een toneelstuk van voor naar achter geregisseerd.

,,Ik kende het stuk niet,” verklaart hij nu. ,,Ik had wel een samenvatting gelezen en vond dat er wel materiaal in zat, maar toen ik het helemaal gelezen had werd mij duidelijk dat het toch een beetje verouderd is. In deze tijd kun je niet veel meer met dikke sigarenrokende kapitalisten en onderdrukt proletariaat.” De man die in 1993 al opzien baarde in de net ‘bevrijde’ Berlijnse Volksbühne am Rosa Luxemburgplatz, met het stuk ‘Murx den Europäer! Murx ihn! Murx Ihn! Murx ihn ab!’, verpakt zijn visie op de wereld in een heel ander soort theater. In dat stuk zagen we een café waarin mensen eenzaam achter tafeltjes zaten, en nooit bij elkaar kwamen. Slechts in hun liederen kwamen ze samen, en dat waren liederen waarin de eenzame Duitsers een verloren strijd vochten tegen de vooruitgang. Zijn huidige regie van Seemannslieder/Op hoop van zegen is sterk verwant aan dat stuk. ,,Die eenzame cafétafeltjes, met die eenzame mensen daarachter, zulke café’s bestonden in Oost Duitsland en Zwitserland. Een absurd beeld, dat nu ook verdwenen is. Net als het zingen van liederen. Voor mijn stuk over de zee put ik uit mijn bewondering voor havensteden en vooral havencafé’s. Dat zijn ook ruimtes vol eenzaamheid en verlangen. En ook de echte havencafé’s zoals ik die van vroeger herinner, zijn verdwenen. Ik wil met de zeemansliederen die weemoed terughalen.”

En zo begonnen de acteurs van ZTHollandia, mensen als Bert Luppes, Frieda Pittoors en Chris Nietveld, de eerste repetitie dus niet met tekstlezingen, maar met zingen. Een methode die Marthaler altijd toepast: ,,Mijn hele werk is erop gericht om acteurs uit hun vaste systeem te halen. Ik wil de pure persoonlijkheid van de acteur op toneel zien, en niet de vaardige soloartiest die ik al zo vaak zie. Samen zingen blijkt een hele goede methode om mensen uit hun vaste patronen te halen en een groep te smeden uit individuen.”

Net als het samen zingen, waarmee elk repetitieproces van Marthaler begint, neemt de regisseur ook elementen uit eerdere voorstellingen mee in zijn latere werk. Zo zien we in Seemannslieder/Op hoop van zegen dus beelden terug uit ‘Murx den Europäer!’ en is een groot gedeelte van het decor voor deze voorstelling eerder gebruikt in een regie van ‘Kasimir en Karoline’. ,,Je kunt dat zuinigheid noemen, en dat klopt ook wel want niet elk theater kan zich zomaar een heel nieuw oorspronkelijk decor permitteren.” Maar het heeft ook een inhoudelijke reden. ,,Ik neem altijd elementen mee uit vorige voorstellingen. Meestal gaat het in drieën, zo maak ik eigenlijk steeds kleine trilogietjes van mijn werk. Ik vind het belangrijk om continuïteit te scheppen. Het is ook onmogelijk, althans voor mij, om elke keer opnieuw een totaal uniek en nooit vertoond theaterstuk op te voeren.”

Zo ontstaat tijdens de repetities heel langzaam aan iets wat uiteindelijk een voorstelling moet worden. Een traag proces, en slopend voor alle betrokkenen. Uiteindelijk moet alles in de laatste twee weken tot een eenheid worden gemaakt, en dat blijft iedere keer spannend. Ook nu. Want zelfs de spelers hebben drie dagen voor de officiële première het stuk nog nooit helemaal klaar gezien. Ze kennen wel de sfeer, en weten wat Marthaler in zijn hoofd heeft. ,,In de Zwitserse bergen stroomt het water naar beneden, naar het laagste punt. De bergen zijn er voor het uitzicht. In Nederland is dat precies omgekeerd. Daar drijven de schepen boven het land. Je hebt pas uitzicht over het land als je op een binnenvaartschip staat. Dat is absurd.”

De Zwitser die naar eigen zeggen meer verwantschap voelt met het mystieke symbolisme van auteurs als Maeterlinck dan met diens tijdgenoot Heijermans, kreeg zijn belangrijkste inzicht echter in Gent: ,,Wanneer je in deze stad langs het water loopt zie je meer van de huizen weerspiegeld in het water dan wat je boven water ziet. Zo kwam ik op het beeld van een stad die eigenlijk onder water leeft, waarin mensen wonen die niet weten dat ze verdrinken.” En op die manier valt een enkel zeemanslied, het libretto van Wagners opera De Vliegende Hollander en Heijermans duur betaalde vis mooi samen in iets waarmee Marthaler zijn eerste kennismaking met het Nederlandse theater luister hoopt bij te zetten. ,,En die titel van Heijermans’ toneelstuk alleen is al genoeg reden om de schrijver te eren: een mooiere samenvatting van het leven is niet te geven. Alles wat we doen is uiteindelijk toch ‘Op “hoop van zegen?”

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,