Camille Claudel door Dirk Tanghe


Dirk Tanghe werkt aan happening over Camille Claudel

Langs de rand van de waanzin

Dirk Tanghe zorgde al voor vele theaterhoogtepunten, zoals Tartuffe of De Wereldverbeteraar. De laatste jaren nam de kritiek op zijn voorstellingen echter toe. Tijd voor Tanghe om terug te slaan. In Utrecht legt hij de laatste hand aan een biografisch stuk over de beeldhouwster Camille Claudel

Utrecht (GPD) _ En dan barst Jeroen van Venrooij uit. Het is krap drie weken voor de première en het stuk is nog lang niet af. De jonge acteur heeft het even helemaal gehad met Dirk Tanghe. Opnieuw is de regisseur en artistiek leider van het Utrechtse gezelschap De Paardenkathedraal niet ingegaan op teksten en wijzigingen die alweer een week geleden zijn ingediend. Tanghe verweert zich: ,,Ik ben op zoek naar een gevoel. Naar hét gevoel. Het gaat mij om sferen.”

Voor Van Venrooij is dat niet voldoende: ,,Dirk, jou mag het dan misschien om het even zijn, maar over twee weken en twee dagen zitten hier toeschouwers en komt er pers, en dan wil ik weten waar ik aan toe ben.”

Confrontaties als deze komen vaker voor bij toneelgezelschappen. Na een zoekende fase in de repetities komt het moment dat er knopen doorgehakt moeten worden. Ervaren theatermakers kunnen de klok gelijk zetten op het tijdstip waarop de spelers zelf die duidelijkheid gaan eisen. Wanneer acteur Thomas de Bres zich in de woordenwisseling mengt, bereikt de situatie een kookpunt: ,,Dirk, je móet het onder ogen zien. Je moet nu niet meer vluchten. We hebben hier eerder gestaan, je moet nu de pijn van het theatermaken weer aangaan, anders is het afgelopen.”

Tanghe maakt zich klein en zit met vuurrood hoofd ineengedoken aan de regietafel. Hij wil naar huis, maar dat laten de spelers niet toe. Het zal nog laat worden, die avond.

Vijf dagen eerder was van een dergelijke spanning geen sprake. Dirk Tanghe is uiterst geïnspireerd die vrijdagmiddag. Gretig legt hij het idee achter zijn voorstelling over Camille Claudel uit. De beeldhouwster was leerlinge en muze van de grote beeldhouwer Auguste Rodin, maar werd door hem niet erkend als kunstenares. Uiteindelijk gaat zij aan haar ambities en het gebrek aan eigenwaarde ten onder. Het is een verhaal dat iedere kunstenaar wel op de één of andere manier herkent. Tanghe zeker: ,,Het was er bijna niet van gekomen, deze voorstelling, omdat het thema me te nabij is. Maar dankzij alle fijne, prachtige mensen om me heen is het toch gebeurd. Maar wat ik nu maak heb ik nog nooit gedaan. Er is geen stuk. Het moet een impressionistische voorstelling worden. We gaan wel chronologisch door de geschiedenis heen, maar dat gaat heel gevoelsmatig.”

Teksten zijn geschreven door dramaturge Noëlle Fischer, maar Dirk Tanghe wil er vrij mee omgaan. Op de tribune staan veertig dozen, met daarin uitgeprinte fragmenten, kopietjes en met viltstiften opgeschreven kreten. ,,Dit is mijn dramaturgie”, verklaart hij. ,,Ik maak veertig scènes, en het basismateriaal voor die scènes zit in deze veertig dozen. Elke scène mag drie minuten duren, want dit stuk mag niet langer dan twee uur zijn.”

Een dergelijk straffe indeling is uniek voor Tanghe. Zijn voorstellingen, voor zover ze al helemaal af waren op de première, duurden vaak over de drie uur, maar soms stond het publiek ook pas na middernacht buiten. Nu niet, is het plan.

Tanghe rolt een lang stuk papier uit, waarop het geraamte van een vis staat. Veertig graten tussen kop en staart. ,,Ik ben geen intellectueel. Ik werk vanuit mijn gevoel. Dit is zoals ik het stuk voor me zie. Een geraamte met een kop en een staart, en daartussen het verhaal.” Op de regietafel staat een veertigtal miniatuur-autootjes. ,,Deze autootjes staan elk voor een drama. Al die autootjes staan op zich, maar samen staan ze in de file.” Hij zet de autootjes op het vissenskelet. ,,Duidelijk moet zijn dat al die drama’s een eigen wereld zijn.”

Dan begint de repetitie. Geconcentreerd loopt de regisseur zelf over de speelvloer. Hij vraagt om muziek: ,,nummer drie!” ,,Sheltering sky”, en ondertussen zet hij zijn spelers neer, terwijl hij tegelijkertijd houdingen uitprobeert, uitzichten proeft. De concentratie van de spelers is enorm. Hun opoffering ook. Titelrolspeelster Marleen Scholten stapt na een trage striptease is een bak water, waarin ze langzaam wegzinkt. Ondertussen gaat Tanghe over naar de volgende scène, een scène waarin de broer van Camille, de schrijver Paul Claudel, haar redt van een zelfmoordpoging. De scènes zijn van een ongeëvenaarde intensiteit. De beelden, aangevuld door luide sacrale muziek, emotioneren. Het duurt allemaal veel langer dan de geplande drie minuten, maar Tanghe zoekt, en dan mag dat, ook van de spelers. Al die tijd verstopt Marleen Scholten zich in de waterbak. Pas na zeker een dik kwartier, wanneer ze bibberend nauwelijks nog uit haar woorden kan komen, blijkt dat dat water onverwarmd is. Ze zal na deze repetitie nog lang nodig hebben om terug op temperatuur te komen.

Die uitbarsting van Jeroen van Venrooij en Thomas de Bres, twee en een halve week voor de première, heeft uiteindelijk ook zin gehad, blijkt weer een week later. Krap een week voor de eerste voorstelling is Tanghe opnieuw extreem geconcentreerd. Weer wordt bij lange na niet bereikt wat officieel de bedoeling was: een keurige doorloop van het stuk, van scène 1 tot het einde. Maar wat daarvoor in de plaats gebeurt, slaat alles. De regisseur zweept zijn spelers op, Marleen Scholten gaat in een monoloog compleet uit haar dak. Ondertussen zijn een paar figuranten binnengekomen. Zij zijn er vandaag voor het eerst, en hebben alleen nog maar een kort gesprekje met Tanghe gehad. Nu sleept hij ze ogenblikkelijk het toneel op en laat ze meespelen. Ze zijn verbijsterd. Van de vijf die zich vanavond meldden lijken er twee al direct af te haken, maar dat deert niemand. Tanghe gaat door. De spelers gaan als een razende tekeer. Tanghe roept: ,,Slagerij van Kampen!” en opeens dreunt het theater van de zware drums van dit slagwerkensemble. Lichtontwerper Uri Rapaport probeert wat standen uit van de volautomatische spots die speciaal voor dit stuk zijn gehuurd. Het theater van de Paardenkathedraal verandert in een heksenketel, een gekkenhuis.

En dan snap je opeens wat die bizarre magie van Dirk Tanghe is. Zijn theatertalent grenst aan de waanzin, zijn leiderschap lijkt soms terreur, hij drinkt vaak meer dan goed voor hem is, maar als hij bezield is brengt hij wonderen tot stand.

Of het stuk Camille Claudel op de première af zal zijn, is maar de vraag. Wat er wel zal staan is een absurd intense theatrale happening. Als het tenminste zo heftig is als deze repetitie. Want het kan allemaal ook nog helemaal anders worden. Dat weet je bij Tanghe nooit helemaal zeker. Maar die spanning is zo’n beetje de bestaansreden van De Paardenkathedraal.

Camille Claudel door De Paardenkathedraal. Van 17 november 2004 t/m 28 januari 2005 in Utrecht. Inlichtingen: 030-2711414, www.paardenkathedraal.nl.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.