Op zoek naar een Nederlandse ET: Willem van de Sande Bakhuyzen regisseert zijn eerste familiefilm


De opnames van Lepel zijn gemaakt in de buurt van Weimar, op de grens van Tsjechië en de voormalige DDR. Voor regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen biedt deze streek de perfecte atmosfeer voor wat, na successen als Cloaca, Familie en Oud Geld, zijn eerste familiefilm moet worden. ,,Mijn referentiekader is ET van Spielberg. Daar wil ik me graag aan meten.”

(GPD) De heuveltop biedt een schitterend uitzicht over een tijdloos landschap, met hier een daar een wit bloesemend boompje. Storende electriciteitsmasten ontbreken, net als de gigantische windturbineparken die 100 kilometer verderop wel het landschap bepalen. Als de geluidsman ‘Stilte!’ roept, is het echt stil op de filmset van ‘Lepel’. Alleen een specht hamert verbeten door op zijn boomstam. Het is voorjaar en deze streek op de grens van Duitsland en Tjechië, een tiental kilometers van Goethe- en Schillerstad Weimar, lijkt speciaal gemaakt voor het grimmige soort sprookje dat filmmaker Willem van de Sande Bakhuizen wil vertellen.

De zevenjarige jongen Lepel (Joep Truijen, 11) is net via het raampje ontsnapt uit een Trabantje, waarin Meester Bijts (Kees Hulst) zijn vriendinnetje Pleun (de 14-jarige Neeltje de Vree) nog gevangen houdt. Lepel stormt op een ballonmand af, en roept om zijn ouders. Hij kijkt over de rand, maar dat had hij niet moeten doen. Hij wordt gegrepen door de heks voor wie hij op de vlucht was. ,,En nou heb ik je, ellendeling! Je bent van mij! Aaargh. Kùù…” Loes Luca zit lekker in haar rol van Oma Koppenol. Iets te lekker, want klonk daar niet de aanzet tot een drieletterwoord dat nog niet echt geaccepteerd wordt in een familiefilm?

,,Je moest eens weten wat we hier te horen krijgen, die kinderen hebben een taalvaardigheid waar je eng van wordt.” Barry Atsma (1972), die de rol van Lepels oudere vriend Max speelt in deze nieuwe speelfilm waar Mieke de Jong het scenario voor schreef, kan zich er nog steeds over verbazen. ,,Maar vlak Loes Luca niet uit”, zegt Kees Hulst. ,,Loes is erg creatief met heelveelletterwoorden. ‘Met je vies piespoepelullegezicht’. Dat soort dingen zegt ze tegen die kinderen, maar je wilt niet weten wat ze dan terugkrijgt.”

{mospagebreak}Educatief verantwoord of niet, het is een dolle boel op de set van Lepel. De opnames zitten er bijna op, en volgens alle betrokkenen gaat het een hele mooie film worden. Het is in ieder geval al een spannend en bizar verhaal over een jongetje dat zich in een oud warenhuis opsluit en op zoek gaat naar zijn in een luchtballon verdwenen ouders. Dat het een mooie film wordt kunnen ze ook weten, omdat deze film digitaal wordt opgenomen. Daardoor zijn soms nog dezelfde avond in het hotel al de compleet gemonteerde resultaten te zien van de opnames van die dag. Barry Atsma, de speler van de Utrechtse Paardenkathedraal, Toneelgroep Amsterdam én de RTL-serie Rozengeur en Wodka Lime, die met deze hoofdrol zijn speelfilmdebuut maakt, is diep onder de indruk van de nieuwe techniek: ,,’Magic happening’ op kamer 161. Daar zit de editor.” Dankzij de digitale techniek is het inrichten van een mobiele montagekamer tenslotte een fluitje van een cent. Zo zien de medewerkers niet alleen de ruwe opnames van de dag, maar kunnen er ter plekke al digitale effecten worden uitgeprobeerd.

Maar waarom is dit hele circus neergestreken op bijna 700 kilometer van Nederland, terwijl hier toch gewoon een familiefilm wordt opgenomen die uitsluitend in Nederland vertoond gaat worden? Volgens producent Joost de Vries van Lemming Film komt dat mede omdat er voor deze film ook Duitse en Engelse financiers zijn. Daardoor is een deel van de crew Brits, en is het landschap grotendeels Duits. Er zit echter ook een minder prozaïsche reden achter. Scenariste Mieke de Jong laat een groot deel van het verhaal spelen in een oud warenhuis, van het type dat je bijvoorbeeld in Parijs kunt zien in de Galeries Lafayette: veel tierlantijntjes en een enorme koepel boven een een centrale hal die alle verdiepingen doorsnijdt. De Vries: ,,Het blijkt dat dit deel van voormalig Oost Duitsland vol staat met dat type warenhuis, en daar staan er heel veel van leeg. We hadden het dus echt voor het uitzoeken.

Voor regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen was de Oost-Europese sfeer ook belangrijk: ,,Als vijfjarige heb ik kort op een Franse school in Belgrado gezeten. Een kil en streng gebouw met hele hoge ramen waardoor je maar een streepje lucht zag. Zoiets zocht ik ook voor dit verhaal. Ik wilde bovendien een imaginaire wereld maken die we niet kennen, omdat het verhaal van Lepel ook zoveel niet-realistische trekken heeft, dat het wat mij betreft ook niet in Apeldoorn-west kan plaatsvinden.”

Van de Sande is vooral bekend van de serie Oud Geld en de speelfilms Familie en Cloaca, die hij maakte op basis van toneelstukken van Maria Goos, die hij ook in het theater regisseerde. Realistische drama’s over mensen met herkenbare problemen. Lepel is zijn eerste familiefilm. ,,Geef mij twee acteurs, een goed script en een camera, en ik kan een film maken. Nu gaat het erom nieuwe grenzen op te zoeken, en eens te kijken wat je allemaal meer met zo’n camera kunt doen, bijvoorbeeld. Ik heb ook niet ‘ja’ gezegd tegen deze film omdat het een kinderfilm was. Ik heb wel ja gezegd omdat dit script voor mij de mogelijkheid bood om eens puur visueel te kunnen werken. Het was een leuk alibi om mijn eigen wereld te maken. Die uitdaging was voor mij de hoofdreden. Dat past ook in een ontwikkeling die ik met de verfilming van Cloaca heb ingezet. Cloaca is al zoveel visueler dan Oud Geld. De serie ‘Bij ons in de Jordaan’ was ook al een stuk minder op tekst gericht. Dit gaat weer een stap verder.”

Ondanks deze beweging naar visueler werk staat Van de Sande Bakhuyzen nog steeds bekend als een typische ‘acteursregisseur’, een regisseur die uitgebreid de tijd neemt om zijn acteurs te begeleiden, iemand die ze niet als zetstukken gebruikt voor het mooie plaatje dat hij wil maken. Voor actrice Carice van Houten, die na haar glansrol in Minoes nu in haar tweede familiefilm speelt, is dat prettig, al is het vele gedoe haar soms ook teveel: ,,Hier wordt het hele werkschema aangepast aan de kinderen, zij zijn het belangrijkst. En soms is dat wel vervelend. Het is ook niet zo nodig, kinderen kunnen ook heel flexibel werken.” Het hoort een beetje bij film, dat wachten. Dat beseft Van Houten, die in Lepel de rol speelt van de gewenste moeder ‘Broer’, maar al te goed. ,,Maar eigenlijk doe ik ook het liefste theater. In het theater kom je op, het licht gaat uit en vanaf dat moment ben ik twee uur lang de baas. Dan ben ik van niemand afhankelijk. Op een filmset ben je van zoveel andere factoren afhankelijk… Repeteren vind ik ook niet leuk. Je wordt de hele tijd onderbroken. En ik sta daar ook maar een beetje in mijn eigen kleren fouten te maken. Dat is misschien wel noodzakelijk in het proces, maar het maakt me ook bang. Ik wil ook gewoon de baas zijn en mijn ding doen. Ik had er laatst een gesprek met Loes Luca over. Ik zie haar altijd als heel extravert. Ik vroeg me af of ik dat zou kunnen zoals zij doet: een show helemaal in mijn eentje op de Parade. Ik denk namelijk dat ik het wel zou kunnen, maar ik dúrf het gewoon niet. Toen ik dat tegen haar zei, zei ze dat ze zelf even bang was. Dat als ze te gast was in een talkshow, ze daar niet als zichzelf zat, maar dat ze een stukje van zichzelf afgevaardigd had als vertegenwoordiger. Terwijl ik altijd dacht dat Loes Luca alles durfde.”

Voor Loes Luca zelf, die de suggestie dat ze nu met Carice van Houten met ‘de nieuwe Loes Luca’ werkt maar belachelijk vindt (,,Wat is er mis met de oude?”), mag het allemaal nog wat strakker gaan op de set. De nadruk op psychologie hoeft in het werk van Van de Sande Bakhuyzen van haar ook niet zo nodig: ,,Maar ik speel ook een duidelijk omschreven rol, daar zitten niet zoveel lagen in als bij Carice.” Ook Kees Hulst houdt meer van ‘gewoon doen’: ,,Mooiste voorbeeld van hoe Willem werkt: ik had in een scène één zinnetje. Iets van: ‘Ik wil naar huis’. Willem maakt alles klaar voor de opnames. De signalen klinken: ‘geluid klaar’, ‘camera loopt’, en in plaats van ‘Actie’ roept hij: ‘Existentiële crisis’. Dan heb ik het dus niet meer. Maar het lijkt nog steeds of hij dat dan helemaal meent.”

Barry Atsma is het niet met hem eens: ,,Ik vind dat serieus nemen van alle rollen wel goed eigenlijk. Er zijn scènes, die er op papier gewoon uitzien als een doorsnee kinderfilm, maar die Willem, door het serieus te laten spelen, opeens een paar niveaus omhoog weet te tillen. Door die personages serieus te nemen maakt hij het interessanter en gevaarlijker, lachwekkender ook, maar ook keihard. Er zit daar niet een oma zoals je die van Loes Luca zou kunnen verwachten. Er zit daar een hele nare oma. En dat werkt dus wel.”

Van de Sande Bakhuyzen: ,,Ben ik zwaar op de hand? Zou kunnen. Ik noem het liever lyrisch. Het grote gevoel is waar het uiteindelijk om gaat. Ik wil dat Lepelverhaal zo intensief mogelijk beleven. En dan komt er toch een hoop los. Dan is het op een goede manier een aangrijpend verhaal. Ik heb bijvoorbeeld ook alle familiefilmhits gemist: Kruimelte, Abeltje, Pietje Bell. Ik hoef niet direct te weten hoe het genre familiefilm eruit ziet om zelf een familiefilm te kunnen maken. Sterker nog: ik denk dat het me zou hinderen. Mijn referentiekader is eerder ET van Spielberg. Daar wil ik me graag aan meten.”

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.