Camus


Politiek theater ligt op straat

Zegt de grote sterke
vrouw tegen het kleine zwarte jongetje: ,,Ik wens je een stralende
toekomst toe. Waar ook ter wereld.” Sommige dialoogteksten zijn
zo goed dat een echte schrijver ze nooit zou kunnen – of durven
– bedenken. Afgelopen maandag lag het theater dus op straat, om
precies te zijn op het Binnenhof in Den Haag. Onze eigen Utrechtse
NCRV-taxichauffeur Joris Linssen had zijn indrukwekkendste taxiklant
van het nog jonge televisieseizoen meegenomen naar Den Haag, waar een
paar duizend tegenstanders van het uitzetbeleid van ons
christelijk-liberale kabinet verzameld waren.

Daar stond de kleine
Somaliër, en hij moest van de minister maar aan zijn –
overigens in Somalië vermiste – ouders gaan vragen waarom hij
binnenkort op transport zou worden gesteld. Ach ja. De minister kan
ook niet alle schrijnende details van alle schrijnende gevallen
kennen, en zo krijg je van die prachtige, schrijnende scènes.
Scènes die alleen achteraf opgeschreven kunnen worden en zo
tot theater en misschien zelfs wel tot kunst verheven worden.

Ik heb me de laatste
tijd wel eens beklaagd over het gebrek aan maatschappelijk en zelfs
politiek engagement van toneelkunstenaars in Nederland. In een
seizoen waarin de economische recessie langzaam maar zeker begint
door te dringen tot in iedere vezel van de samenleving komt het ene
na het andere toneelgezelschap tenslotte uit met komedies en
kluchten, en vliegen de keurige klassiekers je om de oren. Maar
hardop oproepen tot engagement is niet erg populair. Het is zelfs een
beetje ouderwets, omdat je van een hoge kunst als de theaterkunst
iets onmogelijks eist.

Kun je nog met enig
fatsoen links zijn na alles wat er sinds de jaren zeventig is
gebeurd? Nee dus. Maar is het alternatief dan zo goed? Moeten wij
blij zijn met Nieuw Flink dat ervoor zorgde dat het laatste Paarse
kabinet een onmenselijke asielwet bedacht waar wij nu de
consequenties van op tv zien? Dat de liberale
eigenverantwoordelijkheidsmaffia iedereen die om hulp vraagt in het
verdachtenbankje plaatst? Kijk: dat soort ingewikkelde vragen zijn de
dood in de pot voor iedereen die politieke kunst wil maken. Er zijn
geen simpele antwoorden, die je makkelijk in een theatertekst kunt
vatten.

Dat dacht ik allemaal
en daar werd ik na de hartverscheurende beelden van maandag ook zo
boos van, tot afgelopen woensdagavond. Het stadsgezelschap van
Schiedam, Els Inc, speelde in de Utrechtse stadsschouwburg het stuk
Morgen gaat het beter. Een heftig politiek stuk en een vlijmscherpe
schets van de geschiedenis van Nederland sinds de tweede
wereldoorlog, en dat alles teruggebracht tot de uiterst komische
schaal van een Hollandse eengezinswoning. Regisseur Arie de Mol, zelf
een kind van de seventies, baseerde zijn stuk op De Bezetenen van de
Franse christen-existentialist Albert Camus, die zijn stuk weer
baseerde op de roman Demonen van Dostojewski.

Haarzuiver analyseert
Els Inc waar het met de tolerantieterreur mis ging, en nog scherper
wordt het alternatief: de uiterste intolerantie, veroordeeld. Het
stuk is links noch rechts te noemen, al vertelt het spandoek ‘Alle
Turken trug naar Marokko’ wel waar het hart van de makers ligt. Wat
het wel is? Een bijna desperate oproep tot menselijkheid.

Maar het ergste was
eigenlijk dat ik opeens teksten hoorde, en niet zomaar teksten. Het
waren theaterteksten die ik net afgelopen maandag op televisie had
gehoord. Bijna letterlijk zelfs: teksten waarvan ik dacht dat geen
schrijver ze zou durven verzinnen. Maar deze teksten waren dus al
oud. Ze waren vijftig jaar geleden door Albert Camus in Frankrijk
opgeschreven, en in de mond gelegd van een honderdvijftig jaar gelden
gecreëerd personage dat de definitieve vernietiging van het
hulpbehoevende klootjesvolk nastreeft.

Rita Verdonk kent haar
klassieken.

Verschenen in het Utrechts Nieuwsblad van 13
februari 2004

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, , ,