Zomer


Hete Franse zomer voorspelt zompige Hollandse herfst

Het Place de la Horloge
baadt in het zonlicht. Een bejaarde wandelstokkunstenaar toont zijn
eerste kunstjes en verleidt wat toeristen tot het nadoen van zijn
act. Een zakkenroller probeert wat, maar beseft al gauw dat het in
juni nog veel te leeg is op het plein met zijn vele terrassen: hij
valt teveel op. Avignon, twee weken voor het begin van het grootste
zomerfestival van Frankrijk en het Rhônedal zindert onder de
zwaarste hittegolf sinds mensenheugenis. Landerigheid troef. We
bestellen nog een Perrier.

Dan wordt de relatieve
rust verstoord door gillende sirenes. Niet één of twee,
maar zeker een stuk of tien gepantserde overvalwagens gillen door de
Avenue Thiers, rakelings langs verbijsterde Amerikaanse toeristen,
een zijstraat in aan het begin van het Place de la Horloge. Nu
klinken ook sirenes uit alle andere delen van de stad. Het personeel
van de terrassen kijkt nauwelijks op. Ook niet als een kwartiertje
later alle politieauto’s (het zijn er twintig, aangevuld met
onopvallend blauw geverfde Renaultjes waar bezonnebrilde duistere
types in kogelvrij vest zitten) zich over de afrastering van het
plein heen in de richting van het Pauselijk Paleis begeven. Ze waren
kennelijk de weg kwijt.

Op het plein keert de
rust weer, de ober zet schouderophalend onze derde Perrier neer. Hij
weet ook niet wat er aan de hand is. Een halfuurtje later lopen we
voorzichtig in de richting van het Palais des Papes: we zijn dan wel
op vakantie maar je blijft journalist, tenslotte. Op het eerste
gezicht is er niets vreemds aan de hand. De verzamelde groepjes
mensen staan er nog gewoon, rond de straatkunstenaars die zich
warmdraaien voor het Festival. Dan zien we de overvalwagens weer,
verdekt opgesteld achter de trappen van het congrescentrum. Op het
bordes van het Pauselijk Paleis staat ook een groep mensen, maar dit
zijn geen toeristen. Een keurige vrouw, type actrice in burger, heft
de Internationale aan, en in het Frans klinkt die echt geweldig, zo
met die breekbare stem des niet-zo-volks vertolkt. De anderen hebben
CGT-badges op hun revers: de communistische vakbond van Frankrijk
voert actie. In de deuropening van het paleis staan vier
zonnebrillen, met geopende holsters. De Franse marechaussee heeft
aanzienlijk minder humor dan de Nederlandse. Hun dienders slaan ook
net even wat harder, zo verzekert een woordvoerder mij, waneer ik
vraag wat er aan de hand is. We blijken getuige van een kleine
protestactie van ‘les intermittants du théâtre’,
ofwel de seizoensarbeiders van de kunst die dankzij een
bezuinigingsvoorstel van de Franse regering tussen de klussen door
geen beroep meer kunnen doen op een uitkering. En als de rode vakbond
zich bij zoiets prestigieus meldt als het Festival d’Avignon,
dan rukt het leger uit. Niet dat die lieve acteurs en technici nu
echt met stenen zullen gaan gooien, maar als je nog communisten hebt,
is het altijd beter om die communisten te provoceren met wat lekker
machtsvertoon, dan om ze gewoon hun gang te laten gaan.

Frankrijk leeft nog
steeds in de jaren tachtig. Ik genoot. Hier zijn kunstenaars nog
gewoon links. Hier wordt de intellectueel nog gewoon met de wapenstok
het verzet in gedreven. Hoe anders zal dat gaan deze herfst in
Nederland, wanneer de regering Balkenende-Zalm zijn
bezuiniging-om-de-bezuiniging bekend gaat maken. Hier zal hoogstens
een licht geaffecteerd ‘foei’ klinken als met een lichte
pennenstreek hele gezelschappen van de kaart worden geveegd.

Wat
jammer dat alleen in Frankrijk nog acteurs te vinden zijn die serieus
De Internationale willen zingen.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.