Bert Luppes de ideale Ivanov
Toneel
Ivanov van Anton Tsjechov door het Onafhankelijk Toneel. Regie: Mirjam Koen. Gezien: 30-3, Schiecentrale Rotterdam. Tournee samen met De Woudduivel van Tsjechov t/m 30-6. Inl.: 010-4769029, www.ot-rotterdam.nl
5ster
Door Wijbrand Schaap
Rotterdam – Wonderlijk, wonderlijk toch, hoe een Russische schrijver die bijna 100 jaar geleden overleed nog steeds zo genadeloos precies de vinger op onze zere plekjes kan leggen. En wat mogen we blij zijn dat een regisseur als Mirjam Koen er keer op keer in slaagt om de kracht van de oude Tsjechov boven tafel te halen. Ze won met zijn oerstuk Platonov in 1991 de Grote Theaterfestivalprijs, en in 1999 kreeg ze voor De Woudduivel de Prijs van de Kritiek.
Voeg daar de Prosceniumprijs van het jaar 2000 voor het hele Onafhankelijk Toneel aan toe, en tel de Theo d'Or voor actrice Ria Eimers' hoofdrol in De Trojaansen erbij op. Dan heb je al heel wat.
Nu, met de première van Tsjechovs zure komedie Ivanov, kunnen we er niet meer omheen: het Onafhankelijk Toneel uit Rotterdam is het beste toneelgezelschap van Nederland. En dan hebben we het nog niet eens over hun dansvoorstellingen en opera's gehad, en zwijgen we ook maar even over het baanbrekende werk van collega-regisseur Gerrit Timmers met zijn Marokkaans-Nederlandse coproducties.
Dat Tsjechov goed is, weten we. In Nederland werd zijn werk in de jaren zestig bekend door de Rus Pjotr Sjarov. We leerden hem kennen als een schrijver van psychologische drama's vol weemoed en verlangen. Frans Strijards liet in de jaren tachtig De Kersentuin spelen als een ontploffende snelkookpan. Daarna kwam Theu Boermans' Drie Zusters als een haarscherp psychologisch drama. Ook goed.
Maar waarom snelt Mirjam Koen nu met haar Tsjechov-ensceneringen alle voorgangers voorbij? Misschien wel omdat ze een vrouw is. Mirjam Koen stamt uit een traditie waarin vrouwen nog weinig op het toneel te zeggen hadden. In navolging van wat mensen als Annemarie Prins en Agaath Witteman in de vroege jaren tachtig deden, maakt ze zich sterk voor een meer geëmancipeerde toneelcultuur. Wilde dat bij haar collega's nogal eens leiden tot drammerig feminisme, bij Mirjam Koen levert het altijd fris toneel op, waarin de vrouwenrollen minstens even krachtig uit de verf komen als hun mannelijke tegenspelers.
Je kúnt Tsjechovs vrouwen natuurlijk best als ziekelijke, sentimentele en huilerige doosjes neerzetten, maar het is veel spannender om ze hart en ziel mee te geven. Ivanov draait om de wandelende burn-out Ivanov, die nog depressiever wordt van het feit dat iedereen depressief van hem wordt. De vrouwen zijn zijn grootste slachtoffer, maar bij Koen zijn ze niet willoos. Voor Sarah, zijn Joodse vrouw die haar geloof, familie en kapitaal voor hem in de steek liet, is dat nog het moeilijkst. José Kuijpers doet haar best om het grote lijdend voorwerp strijdend ten onder te laten gaan, maar het blijft lastig. Veel beter lukt dat met Romana Vrede, de Antilliaanse actrice die Sasja speelt, het jonge meisje op wie Ivanov desperaat verliefd wordt. Ze is sterk, laat niet over zich lopen en geeft de depressieve zeiker Ivanov waardig tegenspel. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de altijd leuke Joke Tjalsma en Ria Eimers, die in dit stuk voor vet-komische bijrollen zorgen.
Temidden van dit vrouwelijke geweld is het voor Ivanov een bijvoorbaat verloren strijd om nog iets van zijn waardigheid te bewaren. Bert Luppes is de ideale vertolker. Hij zet de slappe zak met zoveel overtuiging neer, dat je hem uit de grond van je hart gaat haten. Alleen is zijn depressie weer zo voorstelbaar, dat hij hoe dan ook sympathiek blijft. Met zulke dijken van acteurs, in een zo ijzersterke regie, kan het niet anders dan dat dit bij verre de mooiste Tsjechov sinds 1999 is. En die andere mooiste Tsjechov, De Woudduivel uit 1999, is ook nog te zien, in hetzelfde decor in Amsterdam, Haarlem en Den Haag. En dat terwijl het pas over twee jaar Tsjechov-jaar is.