Theater moet verboden worden


Ik houd ontzettend veel van theater. Bij het slotapplaus na een geslaagde voorstelling barst ik in tranen uit. Van een plotselinge wending in een spannend drama krijg ik kippenvel. Ik kan lachen om de flauwste grappen en van een zielig liedje moet ik huilen. Ik ben een watje.

Emoties zijn lastig. Zeker voor een recensent. Schrijvende sportjournalisten juichen nooit bij een doelpunt, recensenten zitten stoïcijns in het pluche. Het emotieprobleem geldt niet uitsluitend voor professionele toeschouwers. Het is tenslotte altijd een tikje genant om te laten merken dat je geraakt wordt, zelfs in een donker theater. Giert er bij een cabaretvoorstelling iemand te hysterisch, houd je je in, vol plaatsvervangende schaamte. Word je geroerd door een tragisch moment, zie je tegelijk dat die toeschouwer rechts voor je de hele avond al chagrijnig zit te kijken. Theater kan je verschrikkelijk onzeker maken.

Theaterbezoekers zijn kwetsbaar. Zeker in Nederlandse schouwburgen is het publiek daarom opvallend rustig, op die enkele kuch na. Bij cabaret kan een zaal met enige moeite nog wel op een collectieve lachstand worden gezet. Bij toneel gebeurt dat zelden, omdat de emoties ingewikkelder, persoonlijker, en dus gevaarlijker zijn.

Zet in zo’n zaal nu eens een paar CKV-ers neer. U kent ze wel, de slachtoffers van de laatste onderwijsvernieuwing die Culturele en Kunstinnige Vorming heet. Een groep van 10 is al genoeg. Daar komen ze, tot de tanden gewapend. Met hun vouchers, schoorvoetend gevolgd door een uitgewoonde leraar die al lang blij is dattie nu even zelf geen orde hoeft te houden. Maar vaak zijn er helemaal geen leraren bij. Komen ze los. Vooral in de zaaltjes waar zo’n 100 man in kunnen. Dan zijn 10 er heel veel. Via SMS houden ze contact over het aanvalsplan.

Dan gaat het licht uit. Hebben de eerste bejaarden in de zaal al ‘ssst’ gedaan. Maar zodra het doek opengaat is het echt oorlog. Totale oorlog. Staan er opeens mensen op het toneel te doen alsof. Staat een geschminkte lul van dertig verliefd te wezen op een geverfde kut van veertig. Staat een bejaarde acteur door jouw telefoongesprek heen te schreeuwen. Dat is niet leuk. Wél leuk is dus jouw opmerking over de omvang van de kont van de hoofdrolspeelster. Nog leuker is het uitlachen van die nuffige doos uit 5 havo, die waarempel zit te grienen om die ‘Dûûûh’ liefdesscène.

Kinderen tot een jaar of 11 kun je nog in een theater zetten. Een puber alleen ook, maar die gaat door een hel. Wordt geraakt op plekken waarvan die het bestaan niet vermoedde. Het laatste dat een puber wil is geraakt worden, terwijl anderen het kunnen zien. Zet er dus een puber naast met iets meer gevoel voor humor en het gaat mis.

Een kolkend hormoonvat van 15 moet het zelf uitzoeken op een houseparty, bij een voetbalwedstrijd of een concert van Van Dik Hout. Als het maar groot is, anoniem en niemand merkt dat je gevoelens hebt.

CKV kost vooral de kleinere theaters handenvol extra werk. Acteurs krijgen les in ‘crowd control’. Gewone toeschouwers blijven weg nadat ze twee keer hebben meegemaakt hoe een voorstelling werd stilgelegd door opmerkingen of projectielen uit het publiek. In 1969 was er ‘Actie Tomaat’: een stuk of wat tomaten waren genoeg om het totale theaterbestel omver te werpen, acteurscarrières te breken en gezelschappen op te heffen. Die paar tomaten staan in geen verhouding tot wat een gemiddelde acteur in 2002 over zich heen krijgt. Alleen ligt het nu echt niet aan het theater. Het probleem is het publiek. Het verplichte publiek.

Er zit maar één ding op. Verbied het theater voor iedereen onder de twintig. Wees keihard en streng. Voer paspoortcontroles in, zet poortjes neer, laat portiers de boel intimideren. Als dat niet helpt: schenk geen Breezers meer in de foyer. Alleen dan zullen de echte die-hards, de echte fans nog komen. Stiekem. Met het paspoort van pa. Stilletjes in een hoekje achterin. Genietend van die op hol geslagen achtbaan van emoties, vlakbij. Op ramkoers met hun tere ziel. Laat maar komen. Die paar wetsovertreders gedogen we. Er is niets mooier dan theater.

Verschenen in de rubriek Kunstbroeders © van het Utrechts Nieuwsblad, 6 februari 2002.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,