Munster


Geef Het Theaterfestival aan Münster

We zijn Het Theaterfestival kwijt. Zomaar opeens. ,,Welk
Theaterfestival?” zal een groot deel van u vragen. Tenslotte heeft u,
krantenlezer en potentiële theaterliefhebber, het massaal af laten
weten tijdens de vorige twee edities. Waar waren jullie in die twee
septembermaanden? Niet in De Flint, waar voorstellingen werden afgelast
omdat ook de zaalwacht geen zin had om in zijn eentje in de zaal te
zitten. Ook niet in de Spiegeltent voor de Utrechtse Stadsschouwburg,
waar deskundigen vooral in debat moesten met hun eigen spiegelbeeld.

Moeten wij dan ‘Foei!’ zeggen? Nou nee. Al zal het u steken dat nota
bene de Duitse stad Münster massaal uitliep voor de belangwekkendste
voorstellingen van het Nederlandse theater. Ze konden de stoelen niet
aanslepen. Discussies in het randprogramma liepen uit tot in de kleine
uurtjes. Jong en oud vergaapte zich aan dat bizarre Nederlandse
theater. En nou moet Münster, dat er net zin in begon te krijgen, het
in 2002 ook zonder doen, omdat Utrecht en Amersfoort zijn afgehaakt.
‘Schade’ zeggen onze oosterburen.

Het is ook heel erg ‘schade’ voor de Duitsers. Echt. Daar in
Duitsland.wordt wel enorm veel belangrijk theater gemaakt, maar je moet
maar net de mazzel hebben dat je in de juiste stad woont, want anders
krijg je het niet te zien. In iedere Duitse stad staat een gigantische
schouwburg en die wordt bespeeld door een eigen gezelschap. Dat niet
reist. Vergelijk het met voetbal. Woon je in Schin-op-Geul, kun je op
zondag alleen kijken naar Schin-op-Geulse Boys 1 tegen Schin-op-Geulse
Boys 2. Voor FC Utrecht moet je naar Utrecht.

In Duitsland hebben ze op die armoede wat gevonden. Daar vindt al
jaren in Berlijn de Theatertreffen plaats. Critici en echte deskundigen
kiezen stukken uit, die een paar dagen in de hoofdstad te zien zijn.
Het is een bruisend festival, druk bezocht. Wil je als Duitse
liefhebber op de hoogte zijn, moet je ook wel naar de Theatertreffen,
omdat je je anders sufreist naar alle Schin-op-Geulen die het land rijk
is, met het risico dat je een mislukking treft.

Het Nederlandse Theaterfestival is gemodelleerd naar dat grote
Duitse voorbeeld. Het doet al sinds 1987 zijn best om belangwekkend te
zijn, maar op de één of andere manier wil het maar niet lukken. De
reden ligt echter voor de hand: het Nederlandse toneel reist zich een
ongeluk. Soms letterlijk. Ook in Schin-op-Geul staat een theaterbak met
900 stoelen, en wordt de deur platgelopen door de Toneelgroepen
Amsterdams, Paardenkathedralen, Ro Theaters en zelfs de Noord
Nederlandse Tonelen. Feitelijk moet je als fanatieke theaterliefhebber
wel een enorme dombo zijn als je iets van het aanbod mist. Anders
gezegd: u kunt op basis van het aanbod heel goed zelf uitmaken wat
belangwekkend toneel is.

Het Theaterfestival heeft in Nederland dus niet zo’n verschrikkelijk
noodzaak, en dat hebben jullie, Utrechtse en Amersfoortse
toneelliefhebbers, laten merken. En laat mij u troosten: ook in
Amsterdam is de opkomst meestal magertjes, de sfeer lauw en het belang
van bijeenkomsten soms ver te zoeken. Daardoor zijn gezelschappen ook
niet zo gemotiveerd meer om dure voorstellingen erop aan te passen,
laat staan ze te hernemen. Ze vinden het niet zo belangrijk.

De ervaringen in Münster geven echter hoop. In dat stadje smachten
ze naar belangwekkend theater. Alles mag, zolang het maar niet de
zoveelste draak van de Münsterische StadtsKomödianten is. En Münster
ziet anders alleen maar de Münsterische StadtsKomödianten. Wat is er
nou leuker dan toneelspelen in een cultureel uitgehongerde stad? Niets
toch. Veel leuker dan Amersfoort, Utrecht of Amsterdam. Het advies aan
de Theaterfestivaldirectie is dus duidelijk: verplaats de hele handel
naar Münster. Daar weten ze nog wat belangwekkend toneel is.

Verschenen in de rubriek Kunstbroeders © van het Utrechts Nieuwsblad, 9-2-2002

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,