Plattelandsleed met Laurel en Hardy
Toneel: De Leenane-trilogie door Het Zuidelijk Toneel Hollandia en
Het Toneelhuis. Regie: Johan Simons. Met o.a.: Fedja van Hûet, Wim
Opbrouck. Gezien: Antwerpen. Tournee door Nederland vanaf september.
Antwerpen -– Ergens tijdens de eerste repetities moet het vonkje
zijn overgesprongen. Fedja van Hûet, één van de spannendste acteurs van
Nederland, en Wim Opbrouck, de lekkerste en leukste dikzak van België,
ontdekten dat ze voor elkaar in de wieg gelegd waren. En nu, na de
première van de Leenane-trilogie, kunt u een nieuw komisch duo aan uw
lijstje favorieten toevoegen: Opbrouck & Van Hûet, Van Hûet &
Opbrouck. U kunt zelf de volgorde nog bepalen.
Het Toneelhuis, het Antwerpse monstergezelschap dat het sinds zijn
oprichting moet stellen met tegenvallende voorstellingen en kille
ontvangst bij de kritiek, lijkt langzaam maar zeker uit het dal omhoog
te kruipen. Het verse gezelschap Zuidelijk Toneel Hollandia had na de
matige Woyczeck ook nog iets te bewijzen in de grote schouwburgzalen.
Samen zijn ze voortvarend aan de slag gegaan met de Leenane-trilogie,
een voorstelling die duurt van zeven uur ’s avonds tot bijna
middernacht, of nog later, als Opbrouck en Van Hûet er zin in hebben.
Het is een topper geworden.<
De Ierse volksschrijver Martin McDonagh schrijft graag trilogieën.
De Leenane-trilogie is zijn eerste grote. Drie avondvullende
toneelstukken die allemaal spelen in het pittoreske Ierse dorpje
Leenane, ergens in de buurt van Galway. Verwacht geen Geert Mak-achtige
ode aan het platteland. Zeker in de voorstelling die Johan Simons nu
regisseert, is Leenane een bitter komische hel op aarde. Het aantal
moorden, intriges en perversiteiten dat je in deze door elkaar
gemonteerde drie stukken om de oren vliegt, lijkt te bizar voor
woorden. Maar denk aan Epe met zijn incestmysteries en Kootwijkerbroek
met die plotseling opduikende ‘mkz-buisjes’ en McDonagh zou het stuk
net zo goed op de Veluwe hebben kunnen situeren.
Huiskamerterreur
tussen moeder en dochter, een weggepromoveerde koddebeier die schedels
inslaat van skeletten en twee broers die elkaar sinds de moord op hun
vader naar het leven staan. De Leenane-trilogie is een absurde
opeenvolging van rampen, die desondanks mededogen oproept. Het spel
staat zonder meer op hoog niveau. Frida Pittoors is briljant als de
bejaarde terroriste die pap zonder klonters wil, en Betty Schuurman
geeft haar schitterend antwoord als de dochter die tevergeefs opbloeit.
De onbekende Mele Goossens maakt indruk als de jonge dorpsmaagd: zij is
de onschuld die nog steeds maar niet vermoord is. De priester die het
dorp vergeefs probeert te redden wordt prachtig vertolkt door de al
even onbekende Pieter van der Sman.
De avond is lang. Zeker
in het eerste deel wordt het geduld op de proef gesteld. Maar blijf
zitten na de pauze, want dan rijgt hoogtepunt zich aan hoogtepunt. Je
vergeet de slaap, je vergeet de laatste bus: als Opbrouck & Hûet
rond een uur of elf beginnen aan hun komische finale, wil je best tot
diep in de nacht blijven zitten. Opbrouck durft het publiek zelfs te
tergen: ,,of jullie er zin in hebben of niet, wij gaan nog wel even
door.’’ En je gaat met ze mee. Zo verlaat je lachend het tranendal dat
platteland heet.