Lang leve de Oude Kraaij
Sittard – Er zijn plannen voor een televisieregistratie. Maar als het aan John Kraaijkamp sr ligt, komt Op Bezoek bij Meneer Green niet op tv: ,,Televisie, dat heb ik wel een paar keer gedaan. Dan nemen ze je zeven jaar onder contract en dan speel je in zo'n serie, en dan gaan ze dat daarna zeven jaar herhalen. Al die tijd kun je eigenlijk niets nieuws doen.'' Nee. Liever staat de 74-jarige maestro in het theater. ,,Daar gebeurt het toch, daar is het ooit begonnen. Een mannetje op een straathoek die de mensen aan het lachen maakte. Zo ben ik ook begonnen.''
Op Bezoek bij Meneer Green trekt momenteel volle zalen in het hele land. De ook door de pers bejubelde voorstelling gaat over de ontmoeting tussen een jonge homosexueel, gespeeld door Dirk Zeelenberg, die voor straf voor een oude orthodox-joodse man moet zorgen. Volgend seizoen wordt de voorstelling wegens het grote succes doorgespeeld, maar het is nog de vraag of Zeelenberg dan meedoet. Hij heeft namelijk opnames voor twee speelfilms van Eddy Terstal, in wiens 'Boekverfilming' hij ook al een succesvolle hoofdrol speelde.
Het zal in dat geval nog een hele klus worden om vervanging te vinden. Kraaijkamp: ,,Op de auditie voor deze rol kwamen 114 acteurs af. Dirk stak er met kop en schouders bovenuit. Die jongen is zo oprecht op het toneel, zo onopgesmukt. Dat houdt mij bij de les. Dit stuk verdraagt geen trucs en maniertjes. Dirk weet dat, en dat maakt dat we samen enorm zuiver kunnen spelen.'' Voor Zeelenberg is het spelen tegenover Kraaijkamp een heerlijke ervaring: ,,Het mooiste is dat Kraaijkamp, net als Mary Dresselhuys, al zo lang op het toneel staat, dat hij er heel nuchter en zakelijk mee omgaat. Veel jongere acteurs doen zo zweverig over acteren.''
Nuchter is Kraaijkamp inderdaad. Maar ook is hij nog steeds de 'oude kraaij', de grappenmaker die ooit in de Amsterdamse club Place Pigalle als variété-artiest begon en later met Rijk de Gooijer als 'Een Paar Apart' zo'n beetje het hele Nederlandse televisie- en theateramusement op poten zette. Zo aan tafel in het resaturant voor de voorstelling geniet hij zichtbaar van de mensen die hem herkennen. ,,Maar dat wordt wel minder, die herkenning'', zegt hij, nadat hij op de foto is gezet voor de 'Wall Of Fame' van het Sittardse restaurant. ,,Dat is normaal, dat vind ik ook niet erg. Rijk en ik hebben een prachtige tijd gehad, en oudere mensen kennen ons nog wel. Zo gaat het nou eenmaal.''
{mospagebreak},,Toch sta je soms versteld van hoe de mensen met je omgaan,'' valt Zeelenberg vurig in. ,,Mensen denken wel dat er om oude coryfeeën als Dresselhuys en Kraaijkamp veel glamour hangt, maar het tegenovergestelde is vaak waar.'' Kraaijkamp verbaast zich ook over de ontvangst in sommige schouwburgen. ,,In negen van de tien schouwburgen worden we niet eens door de directeur zelf ontvangen. Die zitten altijd ergens te vergaderen en interesseren zich kennelijk niet voor wie er in hun theater staat.'' Volgens hem is een teken van het gebrek aan respect dat de gevestigde theaterelite heeft voor oudere acteurs, die ook nog eens een amusementsachtergrond hebben.
Hij kan zich er nog steeds over opwinden. Het theater heeft niet meer dezelfde impact als vroeger. ,,Toen ik vroeger nog speelde bij Nooy's Volkstheater, ging ik voor de voorstelling in Carré buiten staan kijken om te zien hoeveel mensen er waren. Dan hing er op straat een prachtige sfeer. Dat is nu veel minder.''
Kraaijkamp is fel over de sfeer in de gevestigde toneelwereld. Hij kwam er zelf voor het eerst mee in aanraking toen hij door Franz Marijnen werd gevraagd om bij het RO-Theater King Lear te spelen. ,,En al die 'echte' acteurs daar dachten dat zij die rol zouden krijgen. Die ontvingen mij natuurlijk warm. Dat kun je wel begrijpen. Dat was mijn binnenkomst in de toneelwereld, die zichzelf in zijn eigen decadentie verstard heeft. Allemaal mensen die zich hoger houden dan ze werkelijk zijn.'' In die sfeer kon hij slecht aarden. ,,Bij de première keek ik even stiekem door het gordijn naar de grote zaal. Daar zaten veertig mensen. Ik wilde gelijk naar huis. Mijn vrouw heeft me tegengehouden. Vanuit de artiestenfoyer zag ik toen aan de overkant van de straat een meneer rustig koffie drinken in zijn huis. Ik dacht: het leven gaat buiten gewoon door, al die poeha eromheen, mijn angst voor het toneel, wat mot ik? Dóén. Ik heb er geen spijt van.''
{mospagebreak}Kraaijkamp nam zijn amusementservaring mee naar het 'serieuze' toneel. ,,Ik houd ervan als je in een toneelstuk opeens uit je rol kunt stappen en je rechtstreeks tot het publiek kunt wenden. Dan maak je dat publiek opeens weer wakker. Zijn ze weer bij de les. En dan gewoon doorspelen. Dat is prachtig.'' De grote variété-artiest, de ster van musicals als Irma la Douce en De Man van La Mancha, schudde het in zichzelf gekeerde toneelwereldje wakker. ,,Ik doorbrak dat isolement op zeker moment, omdat ze niet om me heen konden. Met mijn rol in Jacques de Fatalist helemaal, in 1984. Toen kreeg ik te horen dat ik de Louis d'Or had gewonnen. Ik moest mijn zoon opbellen om hem te vragen: wat is dat, de Louis d'Or? Ik wist het niet.''
En nu is er weer gedoe om de grootste acteursprijs van Nederland. De nominatiecommissie van schouwburgdirecteuren sloeg Mr. Green over. Men had 'geen tijd' om de prachtigste rol van Kraaijkamp in jaren te gaan zien. Enige irritatie heeft de Oude Kraaij er wel over: ,,Er zit nog een hele grote garde van snuffige neuzen in het toneel. Dat garnituur is nog niet uitgeroeid. Dan val ik nog teveel onder het amusement, net als Joop van den Ende.'' Dan is het nu prettig om te weten dat een door Van den Ende ingestelde Musicalprijs naar Kraaijkamp is genoemd. Het neemt echter niet weg dat de theaterwereld hard is.
,,Waar ik nu tegenaan loop is de eenzaamheid. Die eenzaamheid van oude acteurs begint als je 65 wordt en de eerste invalidenkaart door je bus rolt. Dat je voor half geld naar het museum kunt. Wij spelen nu samen in het land, we krijgen een fantastisch applaus en dan kom je thuis in een donker en koud huis en valt de eenzaamheid bovenop je. Dat is heel naar. Ouder worden is dan niet prettig.''
Zeelenberg en Kraaijkamp vormen een hecht team. De vriendschap tussen de twee is oprecht. Wanneer Zeelenberg vraagt of Kraaijkamp eigenlijk een lang leven verwacht antwoordt de oude rot opvallend openhartig. ,,Nee, een lang leven verwacht ik niet, maar ik ben ook niet bang voor de dood. Ik zou het wel verschrikkelijk vinden om vergeten te sterven. Van goede acteurs blijft toch al niets over. Hoor je nog wel eens mensen over Ko van Dijk? Ja. In onze kringen allicht. Maar van het publiek.? Doodgaan voor een oud acteur, dat is zijn meest populaire dag voor het publiek. Dat was een fijn mens, zeggen ze dan. Ze zullen niet zeggen: dat was een kolerevent. Daar troost je je dan maar me''’’