Waarom ieder schrijvend mens een redactie nodig heeft


‘Wat moeten we nou weer over Lowlands schrijven?’ ‘Een moddertest?’ Toen ik ruim twintig jaar geleden begon op de kunstredactie van het Algemeen Dagblad was het moeilijkste onderdeel niet eens het schrijven. Veel enger waren de redactievergaderingen. Of liever gezegd: de medewerkersvergaderingen, want als buitendienstfreelancer was dat het dichtste bij de keuken dat ik mocht komen. Fascinerende tijden waren het.

Zo’n medewerkersvergadering was vooral bedoeld om het programma voor de komende week/maand vast te stellen: waarover zouden we gaan schrijven? Welke concerten, welke voorstellingen, welke boeken? Welke projecten zouden we op stapel gaan zetten, hoe stond het met die theatertest, en wie zouden er wat over de zevende editie van het Lowlands festival schrijven?

Apenrots

Feitelijk was het een wekelijkse apenrotsmeeting. De oude en ervaren journalisten overklasten de jonge beginners als ik. Populaire genres als literatuur, film en popmuziek bevroegen elke keer weer waarom theater en klassieke muziek zoveel ruimte moesten krijgen als nu, want had het laatste lezersonderzoek niet aangetoond dat theaterrecensies net zoveel lezers trokken als verslagen van derdedivisietafeltenniswedstrijden?

Een kunstredactie in een sportkrant is dus best lastig. De onderlinge solidariteit was ver te zoeken. Schrijven was een dagelijkse strijd om te overleven. Want zo hard als de medewerkers hun freelance collega’s aanpakten, zo hard werden de vaste redacteuren in de wielen gereden door de mannen van ‘Binnenland’  en ‘Sport’.  Ze reageerden alleen maar hun blauwe plekken op ons af.

Raak

Ik heb er scherp leren schrijven. Ik heb er ook leren pitchen: in drie zinnen zorgen dat iedereen overtuigd was van de noodzaak van mijn verhaal. Dat is nooit mijn favoriete hobby geworden, maar vooruit: ik ben daardoor ook altijd scherp gebleven op mijn eigen keuzes. Vanaf het moment dat ik mijn eigen ‘bureau’ beheerde kon ik zorgen dat ook daar de losse flodders werden gescheiden van de rake schoten.

Als vrije journalist met een eigen podium heb ik die verschrikkelijke redactievergaderingen gelukkig niet meer. Ik kan schrijven over onderwerpen die de collega’s destijds te ‘klein’ vonden, kan mijn eigen toon kiezen en zelf bepalen waar ik wel en niet tijd en geld aan wil besteden. Toch mis ik het ook wel eens. Soms bij mijn eigen werk, wanneer ik uit de reacties online op kan maken dat ik beter nog eens had kunnen nadenken voor ik die bepaalde statement maakte. Vaak bij het werk van anderen, wanneer aan alles te merken is dat ze hun onderwerp, hun invalshoek, hun aanpak niet voor de poorten van de hel hebben hoeven wegslepen, maar gewoon een beetje routineus voor zich uit aan het schrijven zijn.

Dodelijk

Schrijvers van blogs worden extreem veel beter van moeilijke redacteuren, daar ben ik van overtuigd. Het is niet allemaal te vervangen door een plug-in die op spelling en SEO let. Zelfkritiek kan zelfs dodelijk zijn. Iedere dag een verhaal bij je onwillige zelf pitchen leidt onherroepelijk tot een psychotisch soort writers block. Ongelimiteerd 1000 woorden per dag schrijven is oké, maar denk er honderd keer over voor je die 1000 woorden ook publiceert.

Een kritische, echte redacteur kan helpen. Zo eentje die ook bij het vormingsproces eens een paar vragen stelt. Dat scherpt je karakter. Een redactie is nog leuker. Alleen noem je dat als freelancer niet zo. Als freelancer is het bovendien lastig om zo’n rol te spelen met mensen die mogelijk je concurrenten of opdrachtgevers kunnen zijn. Vertrouwen is alles.

Intervisie

Ik heb dankzij het leiderschapsprogramma dat ik volgde bij de Universiteit Utrecht geleerd hoe tof ‘intervisie‘ kan zijn. Ben je geïnteresseerd in het opzetten van een intervisiegroepje? Wil je weten wat intervisie inhoudt en hoe je dat opzet? Ik wil binnenkort iets op gaan zetten. Stuur me een mailtje.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.