Schrijf niet voor de eeuwigheid, maar voor het geheugen van je lezer.

De geluiden van de aarde, opgeslagen op een gouden LP aan boord van de ruimtesonde Voyager. Foto: Nasa.

Mijn vader stond niet te juichen toen ik riep dat ik de muziek in wilde. Het was begin jaren tachtig, er hing een crisis boven ons hoofd en het zou echt verstandiger zijn iets meer substantie aan mijn creatieve werk te geven. ‘Muziek is zo vluchtig’, vond hij. ‘Dat is weg voor je het weet.’ ‘En schrijven dan?’ Zei ik terug. ‘Voor de krant? Is dat dan niet vluchtig?’

Of ik dat echt gezegd heb, weet ik niet. Vreemd genoeg kan ik me niet meer herinneren hoe dit nogal fundamentele vader-zoon gesprek verder liep. Mijn vader was al ziek en zou een paar maanden later overlijden. Misschien ben ik wel niet eens met hem in discussie gegaan, omdat ik dat te pijnlijk vond. Of had ik het juiste antwoord toen nog niet.

Punkpianist

Grappig, dat geheugen. Dingen die je zeker denkt te weten, blijken niet gebeurd, of heel anders te zijn verlopen. Was er maar een opname van geweest, een video, een tekstverslag, door beide partijen ondertekend. Dan wisten we zeker wat er besproken was tussen mijn vader, de stervende journalist, en mij, de 19-jarige scholier die toen nog even dacht punkpianist te kunnen worden.

Schrijven doe je toch een beetje voor de eeuwigheid. Ook al is de werkelijkheid anders. Papieren kranten eindigen na een dag in de kattenbak, boeken gaan na de zoveelste grote kastopruiming naar het oud papier, cd-roms en dvd’s zijn na tien jaar niet meer afspeelbaar en harde schijven lopen vast. Regeringswissels gaan meestal gepaard met boekverbrandingen en zelfs spijkerschrift kan door slijtage onleesbaar worden. Er zijn ruim vijf beschavingen die de verantwoordelijkheid claimen voor de verwoesting van de bibliotheek van Alexandrië.

Langspeelplaat

Waar doen we het allemaal nog voor, als het niet voor de eeuwigheid is? Dat is een vraag die vooral populair wordt als de blaadjes van de bomen vallen. Het antwoord is niet opbeurend, want zelfs de eeuwigheid bestaat natuurlijk niet. De langspeelplaat met onze groeten is nog steeds onderweg naar de sterren als de Aarde al onbewoonbaar is geworden door de opbollende zon, over een jaartje of anderhalf miljard.

Opbeurend punt bij dit alles is dat wij zelf nog steeds het allerbeste opslagmedium zijn dat we hebben. Het mag dan onbetrouwbaar zijn, wat er eenmaal in is opgeslagen gaat er niet meer uit zolang we functioneren. Hoe dat precies werkt weten we nog steeds niet, maar hoe we het kunnen gebruiken weten we al heel lang. Kennis slaan we op in de vorm van verhalen. Verhalen die bestaan uit een combinatie van opgeroepen beelden, gevoelens, zintuiglijke ervaringen en emoties. We kunnen die kennis terugvinden via associaties met al die beelden en ervaringen die deel zijn geworden van ons hele wezen. De neuronen die ze ooit ‘opsloegen’ zijn immers al afgestorven voor we een volgende herinnering op kunnen slaan.

Eeuwigheid

Ons geheugen is dus iets dynamisch, iets dat dingen niet op één centrale plek ‘opslaat’, maar een grote poel waarin verbindingen aangegaan zijn, die soms op aanvraag, maar vaker nog spontaan, naar boven borrelen. Een ervaring kan dus een mensenleven lang herinnerd worden. Dat is al langer dan menig op een harde schijf opgeslagen tekst voortleeft. Wordt een ervaring doorverteld, kan ze vele generaties overleven.

Wil je dus echt iets doen voor de eeuwigheid moet je ervoor zorgen dat je verhalen niet alleen in bibliotheken en computers worden opgeslagen, maar vooral in mensen voortleven. Daar zijn methodes voor. Muziek is er één van. Schrijven ook.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.