Je hebt geen controle over je verhaal. Maak daar gebruik van (3)


Zeg ‘avond’, zeg ‘zee’ en vanzelf denkt je publiek er een zonsondergang bij. Of een kampvuur. Of vluchtende Britse soldaten. Dat is de realiteit waar je als verteller en als schrijver mee moet leven. Je kunt immers niet je hele tekst volplempen met details? Sterker nog: dat is het slechtste wat je kunt doen.

Scene uit The Trial, de kafkaverfilming van Orson Welles

Het overkomt me nogal eens bij verfilmingen van boeken. Dat het negentiende-eeuwse landhuis waarvan ik in mijn fantasie iets heel moois en herkenbaars had gemaakt, er opeens uitzag als iets waar ik me niets bij kon voorstellen. Andersom kan het ook werken. Ik las Het Proces van Kafka kort nadat ik de film The Third Man had gezien. Ook al speelde die film zich af in Wenen, qua sfeer sloot het aan bij wat ik las over Kafka’s Praag. Daarom speelde Het Proces zich af in dat decor. Vond ik. Toen ik later de magnifieke verfilming door Orson Welles van Kafka’s meesterwerk zag, raakte ik in totale verwarring.

Stuur met context

Het is dus niet alleen erg wanneer je teveel details voorschrijft, het kan je ook tegenwerken. Natuurlijk is de beste manier om herinnerd te worden ervoor zorgen dat je aan zoveel mogelijk zintuigelijke ervaringen appelleert bij je lezer of bij je luisteraar. Dat gaat het makkelijkst wanneer je de zintuigen wel aanspreekt, maar niet overvoert. Laat ze zelf aan het werk gaan.

Wil je toch sturen, doe je dat met context. Wil je bijvoorbeeld per se dat mensen niet je tekst in gaan met een zonsondergang wanneer je ‘avond’ en ‘strand’ zegt, vermeld er dan niet bij dat de zon al onder is, want dan doe je de lezer op een verkeerde manier pijn. Voeg er een beeld aan toe. ‘Bij het licht van hoog oplaaiend vuur’. Bijvoorbeeld.

Eigen werk herinnert je lezer zich altijd beter dan kant-en-klare brokken.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.