Van Oude Mensen – Hummelinck


Couperus
net een tikje te aards{mosimage}

fotoBenvanDuin.JPGLeiden
(GPD) _
Ger Thijs is meester van de Hollandse huiskamer. Dat
meesterschap kent natuurlijk wel zijn grenzen. De schrijver die ook
nog eens heel goed kan regisseren lijkt met zijn bewerking van
Couperus’ klassieker ‘Van oude mensen en de dingen die voorbijgaan’
in de buurt van die grens te komen. Waar kaalslag in taal en vorm
eerder leidde tot prachtige, betekenisvolle helderheid, zorgt het nu
vooral voor kaalslag in taal en vorm.

 

Het
talent van Thijs is er niet minder om. In zijn eigen stukken als
‘Raak me aan’ en ‘Ik ben weg’ slaagt hij er al in om
kleinburgerlijkheid te koppelen aan grote thema’s. Ger Thijs bereikt
ook grote hoogte in zijn ‘Koloniale Stukken’. Zijn bewerkingen van
Max Havelaar en De Stille Kracht waren perfect getroffen inkijkjes in
de bekrompen ziel van de Calvinistische kooplui die ooit de wereld
hun wil oplegden. Als bewerker kleedde hij de teksten van
respectievelijk Multatuli en Couperus tot het bot uit, als regisseur
bracht hij zijn spelers tot een prachtige lichtheid waarmee het
inzicht voor het publiek gegarandeerd was.

Nu,
in het derde van wat uiteindelijk vijf koloniale stukken moeten
worden, is dat dus minder gelukt. Er zijn verzachtende omstandigheden
aan te wijzen voor deze wat moeizamer verlopende voorstelling. De
meest tragische is die van het voortijdige afscheid van Henk van
Ulsen, die om gezondheidsredenen de rol van oude man met een groot
geheim moest teruggeven. Het stuk lijkt bijna geschreven op het lijf
van die steeds ijler wordende acteur. Zijn rol wordt nu dapper en
zeker adequaat waargenomen door afwisselend Bram van der Vlugt en Wim
van den Heuvel, maar het voelt toch anders. Lastiger is het dat de
acteursgroep nu minder makkelijk tot goed ensemblespel kan komen. Dan
gaat het niet heel snel swingen, en dat heeft zo’n voorstelling wel
nodig. Tijdens de laatste voorstelling vóór de première
ging het in ieder geval allemaal nog wat moeizaam.

Er
zijn echter zat groeimogelijkheden, want goede acteurs staan er zeker
op het toneel. Het verhaal van Couperus gaat over wat mensen allemaal
wel niet verzwijgen, en dus moeten de spelers dat ook goed kunnen
spelen. Het decor stelt een soort hal voor in het huis waarin op
zolder de oude moeder van de familie met een vreselijk geheim het
graf in dreigt te gaan. Zo’n situatie vraagt om betekenisvolle
stiltes, verholen blikken en op de juiste manier verkeerd gekozen
woorden. Oda Spelbos en Hein van der Heijden spelen hun lastige rol
van jong gehuwden die geen kinderen mogen krijgen zeer ingehouden, en
Dic van Duin is leuk als schuinsmarcherende derde echtgenoot van Els
Ingeborg Smits, die met haar prachtige komische talent voor een paar
mooie momenten zorgt. Joost Prinsen doet vervolgens een buitengewoon
leuke opkomst als Indische oom die de beerput definitief komt
opentrekken.

Er is
één aspect dat met meer routine en plezier niet weg te
spelen valt: Thijs benadrukt in zijn bewerking sterk het door
Couperus in de tekst gebrachte gegeven dat er op hetzelfde moment in
een oorlog in Mantsjoerije duizenden doden vallen. Daarmee wordt die
ene passiemoord van zestig jaar geleden wel erg futiel. De bewerker
lijkt hiermee te zeggen dat zijn personages zich eigenlijk druk maken
om niks. Dat kan wel zo wezen, maar daarmee stel je de noodzaak van
je hele voorstelling natuurlijk ook een beetje ter discussie.

 

Van
oude mensen, de dingen die voorbijgaan. Gezien: 29 februari 2008 in
Leiden (voorpremière). Tournee t/m 1 juni 2008. Inlichtingen:
www.humstu.nl
Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,