Op de ziel – Oostpool


Is er een dokter in zaal?{mosimage}

opziel.jpgSoms doet hij het gewoon, de
werkelijkheid. Haalt hij de kunst in. Zoals gisteren bij Op de Ziel
van Oostpool. Werd de meneer naast ons opeens heel onrustig en begon
hij te roepen tegen zijn vrouw. Die met half geloken ogen tegen hem
aangezakt zat en geen enkele reactie meer gaf. ‘Dood’, was de eerste
gedachte, net toen Anne Martien Lousberg op het toneel de volgende
tekst riep: ,,Ineens was hij dood. Dat duurde heel lang. Hij ligt
daar maar dood te zijn. Doet niets anders dan de hele tijd dood
zijn.’

Ze moest stoppen omdat de man enigszins
onthutst vroeg of er ook een dokter in de zaal was. Op een toon alsof
hij wist dat je dat soort dingen alleen van verhalen kent. Nu keek
hij met een verbijsterd gezicht naar zijn opzij zakkende vrouw en
brak Suzanne, net als ik nog gewoon verbijsterd ernaast zittend,
bijna haar nek omdat een kordate toeschouwer met de woorden: ‘Ik ben
verpleegkundige, laat mij maar even’, over haar heen klom.




Daar sta je dan. Terwijl vijf keurige
meneren hun mobieltje pakten en gelijktijdig door de
hufterbescherming van 112 probeerden heen te breken. ‘Hoe oud is de
mevrouw?’ ‘Weet ik niet, ze ligt op de rij voor me’, antwoordde de
vriendelijke meneer achter me. ‘Nee, ik kan niet zien of haar ogen
weggedraaid zijn, maar ze ligt plat en beweegt niet.’ ‘Nee, ik weet
niet of ze medicijnen gebruikt.’ ‘In Arnhem.’ ‘Hoe kan ik nou weten
of u echt moet komen?’ ‘Ik zou komen.’

En zo verstreken de eerste vijf van de
bij een hartinfarct cruciale zes minuten. Gelukkig bleek het om een
epileptische aanval te gaan en krabbelde de mevrouw naast ons
overeind. Vroeg ‘waar ben ik?’, om zo de cirkel met ‘dokter in de
zaal’ rond te maken en verliet na een excuus aan de toneelspelers de
zaal.

Ze speelden dus door. En dan is het
toch mooi om te zien dat Anne Martien Lousberg de draad gewoon weer
oppakte. Ze is goed, net als haar collega’s Jaap Spijkers en Malou
Gorter. Maar het stuk is bizar. Schrijver Wittenbols is verder gegaan
met zijn onderzoek naar de uitersten van wat intelligente mensen
elkaar aan kunnen doen zonder dom te zijn. En daarmee bereikt hij
grote hoogte. Wittenbols kan met deze stijlkeuze namelijk geen
gebruik maken van de dramatische voorsprong die al sinds de
uitvinding van het toneel in 458 voor Christus of daaromtrent werkt.
Dat wij
in de zaal iets weten wat een personage op het toneel niet weet
.
Deze personages laten zich door niemand in en hoek drijven. En toch
gebeurt het.

Het stuk over een modern stel dat
bezoek krijgt van de verse weduwe van de minnaar van de vrouw waar de
man niks van wist (bent u er nog?) is een analyse van eer en verraad,
meer dan een stuk over rouw en verdriet. En dan is het ook vooral de
man (Jaap Spijkers) die de show steelt met een schitterende monoloog
tegen het einde van de voorstelling, waarin hij zijn burgermannelijke
zieligheid tot gigantische proporties weet op te blazen.

Toptekst en topuitvoering in een
voorstelling die verder wat overbodig gesjouw met een jachtgeweer
bevat. Dat is waarschijnlijk bedoeld als commentaar op Tsjechov, die
ooit de wet formuleerde dat als er een vuurwapen op het toneel
verschijnt, dit vroeg of laat ook dient te worden afgeschoten.

Het is ze vergeven, de mensen van
Oostpool. Want met zo’n schrijver in huis heb je, uiteindelijk, geen
werkelijkheid meer nodig.

Gezien: Op de Ziel van Peer Wittenbols
door Oostpool in Huis Oostpool, Arnhem op 1 november 2007. Daar nog
t/m 9 december. Inlichtingen: www.oostpool.nl

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

,