FAMA – HF2007


Andere Oostenrijkers doen Schnitzler{mosimage}

Stilte kan prachtig klinken als iemand, ergens, op een heel klein fluitje blaast, of, zacht, over een trommelvel strijkt. Als dat dan ook nog heel zachtjes minutenlang nagalmt in een ruimte als de Gashouder van de Amsterdamse Westergasfabriek, is dat best wel soort van mooi. Dat soort van soort van mooie ervaringen komt langs tijdens de voorstelling FAMA, gemaakt door componist en dirigent Beat Furrer voor het Klangforum Wien. Dat Klangforum is zo'n orkest dat werkelijk alles kan met de mooiste instrumenten, zolang het maar geen eenvoudig, lekker in het gehoor liggend deuntje is.
Leuk dus, dat ze deuntjesspecialist Christoph Marthaler voor de theaterregie hadden gevraagd. Dat zou een interessante combi zijn. Ware het niet dat de voorstelling muzikaal zo verschrikkelijk ingewikkeld is, dat de theaterregie zich beperkt tot de begeleiding en plaatsing van actrice Isabelle Menke.

Isabelle Menke speelt, of liever: spreekt, Else. een personage van schrijver Arthur Schnitzler, in wier hoofd wij ons gedurende een uur bevinden. In dat hoofd is het niet pluis, zoveel vertelt de muziek ons. Else is een jong meisje dat zich, om schulden van de familie in te lossen een kwartier lang naakt moet vertonen aan haar weldoener. Best een kwelling, natuurlijk en het loopt dan ook slecht af, want wat is deze vorm van prostitutie anders dan getrouwd zijn?
Nu ja. In het hoofd van Else waarin wij ons bevinden (De Gashouder) staat een zaal gebouwd, waarin wij zitten, en waarvan de wanden en het plafond als lamellen kunnen draaien. Zo tonen ze ons zo nu en dan hun zachte, geluid absorberende kant en dan weer hun harde, geluid weerkaatsende kant, terwijl ze ons verder het grooste deel van de tijd het zicht op de muzikanten ontnemen in de verder duistere kamer.
Het effect zou overrompelend moeten zijn, maar dat is het maar zelden. Vooral in de zachtere, verstilde passages, waarin je in die gigantische zaal letterlijk een speld kunt horen vallen. De luidere passages zijn vooral van het kaliber 'Shock&Awe' dat we in andere voorstellingen tijdens het HF ook konden meemaken. Het meest valt echter het effect van de dubbelzijdige wanden tegen.
Al die moeite voor een paar klankwisselingen, die echter meer komen doordat het hele orkest tijdens de voorstelling een paar keer verkast, met muziekboekjes en al, dan dat de elkaar afwisselende wanden voor verrassingen zorgen.
'Helemaal zonder electronica!' Juicht de folder. Dat was te merken. Soms is voruitgang best handig. Een redelijk basic 5:1-setje had de klus net zo goed, of zelfs beter geklaard. Of ben ik nou heel erg banaal bezig?

Nog te horen: 13 juni in het Holland Festival.
Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.