Phedre – Nationale Toneel




Een klassieker als een chansondubbelgoed.png

Den Haag (GPD) – Soms heb je het als
lichtontwerper moeilijk: Ariane Schlüter zodanig belichten dat
ze er oud, vermoeid en afgeleefd uitziet. Reinier Tweebeeke heeft er
een enorme batterij voetlicht, peperdure computergestuurde spots en
laag inkomend hard wit zaallicht voor nodig. En nog blijft ze mooi.

Ariane Schlüter is Phèdre
in de gelijknamige voorstelling van het Nationale Toneel die behoort
tot het beste dat in jaren te zien is geweest. Regisseur Johan
Doesburg raakt de kern van waar het in het theater gaat: de acteur,
de rol, de taal.

Sober is Phèdre allerminst. Het
dik drie eeuwen oude stuk van de Franse auteur Jean Racine staat in
een prachtig decor, dat een doorzichtig halfrond klassiek amfitheater
voorstelt, uitgevoerd in licht staal. De kostuums, ontworpen door
Rien Bekkers, zijn effectief, soepel en ontworpen in een geest die
precies past bij de voorstelling. De vertolking, tenslotte, is bijna
ongeëvenaard. Jean Racine schreef klassieke alexandrijnen, en
Laurens Spoor vertaalde deze zes maal ‘Ta-taa’ per regel even
gracieus als het Franse origineel. Nergens dreunt het: het ritme van
de taal geeft juist een prachtige hartslag mee aan de voorstelling
die krap twee uur duurt. Dat, samen met de prachtige vondst om de
personages bij sommige monologen als rocksterren naar een microfoon
te laten grijpen, geeft de voorstelling de allure van een popconcert.
Het betere chanson, eigenlijk, om in stijl te blijven: Phèdre
als Piaf, Theseus als Johnny Halliday.

Phèdre is het verhaal over de
fatale verliefdheid van Phèdre op haar stiefzoon Hippolytus.
Wanneer haar man Theseus bij geruchte dood is verklaard, bekent zij
haar liefde aan de kwezel, die kort daarvoor al eenzelfde bekentenis
kreeg van een ander, veel jonger en mooier, prinsesje. Theseus blijkt
echter niet dood, en mede dankzij diens nogal Amerikaanse manier van
reageren loopt de boel gierend uit hand. Aan het eind staan er drie
personages minder op het toneel.

Dat dit esthetische kunstwerk niet aan
zijn eigen schoonheid bezwijkt is te danken aan de lichtheid die
Doesburg toelaat. Ariane Schlüter verstaat de kunst van de
ironie, en Jaap Spijkers al evenzeer: zijn vertolking van Theseus,
gehuld in een maliënkolder dat rinkelt als 20 collectebussen, is
precies goed van toon. Een bullebak is hij, een man die van een lange
dag vechten en monsters doden terugkeert en ook nog eens twee uur in
de file heeft gestaan, om er thuis achter te komen dat iedereen gek
is geworden. Anniek Pheifer doet de reputatie die ze verwierf als
verpleegster in de laatste Jiskefetserie eer aan: ze speelt de jonge
en onschuldige prinses met precies genoeg afstand om er geen dom
blondje van te maken. Van de hoofdrollen heeft Michel Sluysmans het
meeste moeite met de lichte toon van Doesburgs regie. Nu is het
zevental subtiel gekleurde kraaltjes op zijn nogal prominente toque
de enige glimlach die hij laat zien. Het is een heel klein smetje op
een voorstelling die verder een schoolvoorbeeld is van
hartverscheurend mooi tragediespel en actueel theater.

Phèdre door Het Nationale
Toneel. Gezien: 26 november in Den Haag (première). Tournee
t/m 11 februari.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.