Medea


Televisie is niet geschikt voor grote verhalen

Er is een probleem met Medea, de tv-serie. Medea, de tv-serie is
namelijk mooie televisie, maar ook onnoemelijk veel slechter dan het
origineel, Medea, het toneelstuk.

Het is niet vanwege het acteren van Katja Schuurman. Dat is dan
wel van een bedroevend amateuristische ijdelheid, maar met een paar
sterk bezette bijrollen heb je al heel wat problemen opgelost. Tara
Elders kan gewoon twintig Katja Schuurmans van het scherm blazen, door
niet zo doorzichtig ijdel te tutten.

Zomin als het acteren van Katja een reden is voor het falen van
Medea, de tv-serie, is het schrijven van Theodor Holman dat. Nu is
Theodor Holman in zijn scenario wat al te ver doorgeschoten in het
bittere grachtengordelgedachtengoed dat al lang voor de moord op
regisseur Theo van Gogh in Amsterdam was ingedaald, maar dat is zo erg
niet. Het geeft jus aan je serie en wie het er niet mee eens is maakt
gewoon zijn eigen serie met andere opvattingen erin.

Het grote probleem van Medea, de tv-serie is het medium. Het
medium televisie is namelijk totaal ongeschikt voor een groot verhaal.
En Medea is een groot verhaal. Televisie moet het hebben van klein
realisme. Alles wat we op televisie zien is namelijk waar gebeurd of
zou waar gebeurd moeten kunnen zijn. Alles op televisie moet er dus
echt uitzien en alles op televisie moet kloppen. Zo kun je leugens op
televisie brengen zolang alles in het verhaal maar met elkaar klopt:
zie daar het succes van series als Star Trek en Enduring Freedom.

Een groot verhaal hoeft alleen maar verteld te worden. Dus is
een groot verhaal het best op zijn plek in het theater. Medea, het
toneelstuk kost maar twee uur max. En heb je die twee uur Medea
meegemaakt, dan heb je ook echt wat meegemaakt. Dan heb je in je
verbeelding met de hoofdfiguren een reis gemaakt langs de meest
onvoorstelbare waarheden. Waarheden die al 2500 jaar lang toeschouwers
fascineren.

Medea de televisieserie heeft zes keer drie kwartier nodig om
een uitermate uitgeklede versie van Medea het toneelstuk te brengen.
Want met die verdubbeling van de speelduur is de universaliteit van
Medea het toneelstuk geofferd aan de actualiteit. Grote verhalen hoeft
je in het theater niet actueel te brengen om ze in de hoofden van je
publiek actueel te maken. Maak je Medea het toneelstuk mee dan maak je
van Jason je eigen opportunistische heerser, en zie je in Medea je
eigen evenbeeld van een tragische heldin.

En dan gebeurt het echt vreselijke. Het ligt niet aan de
lafheid van schrijver Theodor Holman of regisseur Theo van Gogh dat het
grootste mysterie van Euripides’ klassieke Medea de televisieversie
niet eens gehaald heeft. Het is gewoon dankzij de inherente platheid
van het medium televisie dat in de tv-serie de ‘Heldin’ aan het eind
zelfmoord pleegt. Het is namelijk aan een AVRO-publiek niet te verkopen
dat een bedrogen vrouw haar eigen kinderen vermoordt, maar zelf het
leven houdt. Dus zien we in de openingstitels al dat Katja Schuurman
zelf ook drinkt van het flesje gif dat ze haar pasgeboren kinderen
heeft toegediend. Zo ontstaat een emotioneel aanvaardbaar einde,
waarmee het verhaal ogenblikkelijk al zijn belang verliest.

Want waarom is Medea, het toneelstuk al 2500 verontrustend?
Omdat toeschouwers zich al 2500 jaar afvragen waarom ze aan het eind
sympathie voelen met Medea, terwijl haar voortleven eigenlijk totaal
onaanvaardbaar is. Dat is een grote vraag. Televisie is er alleen maar
voor de kleine vraagjes.

Verschenen in het UN/AC van 4 februari 2005

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,