Alex swingt als de hel (Painicilline – Alex d’electrique)


Was Samuel Beckett beter? Dat is de vraag. Niet dat we hem de Nobelprijs voor de literatuur uit 1969 niet zouden gunnen, maar hoe lang zou ‘Wachten op Godot’ nog onovertroffen blijven als het ultieme stuk over de absurditeit van alles? Zoiets ga je je zomaar afvragen als je zit te kijken naar Painicilline, het nieuwste stuk van Alex d’Electrique. Want wat Ko van den Bosch nu weer voor elkaar heeft gekregen, is bijna monumentaal te noemen.

Painicilline is een geniale toneeltekst, al zullen liefhebbers van herkenbare relatieproblemen en intriges op het toneel even moeten wennen. Wie van wetenschap houdt, en zich graag vermaakt met idiote theoriën en grote waarheden over het leven, kan zijn hart ophalen. Niet dat je een genie moet zijn om deze voorstelling te kunnen volgen, maar dat je het kopje erbij moet houden is wel duidelijk. Hoewel. Je kunt het ook gewoon over je heen laten komen, en er dan na afloop nog eens lekker lang over doordenken en –praten met een paar goede vrienden.

Painicilline gaat over drie ‘genomineerden’ in een soort wachtkamer. Althans, zo begint het, wanneer ze elk na elkaar opkomen en dingen doen die intellectuelen zoal plegen te doen wanneer ze zenuwachtig zijn voor de Nobelprijs. Het enige echt vreemde komt al snel. Ten eerste klinkt er ‘PLOP’ als ze door de deur naar binnen komen, en ten tweede heb je de hele tijd het gevoel dat je deze scène al eens gezien hebt, en dat gevoel hebben de personages ook. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de mannen helemaal geen prijs meer te wachten staat. Ze blijken opgesloten in een ruimte zonder in- of uitgang, slachtoffer van een eeuwigdurende herhaling. Een hel, of dan tenminste een vagevuur.

En daar komt Beckett dus om de hoek kijken, die met ‘Wachten op Godot’ in de jaren vijftig voor het eerst zo’n situatie beschreef. Door vele anderen is dat in talloze varianten ontelbare keren herhaald, maar nog nooit zag ik het zo overtuigend gedaan als nu door Alex d’Electrique.

Zou het door de woede komen, die uit bijna ieder woord van deze voorstelling spat? Niet alleen. Want ook al is ‘boos’ één van de kenmerken van het theaterwerk van Ko van den Bosch, die onlangs in het grote theater debuteerde als schrijver van de ro theater-versie van Pygmalion, het is vooral de poëzie, de keiharde, bloederige echtemannenpoëzie, die je zo bij blijft. En het prachtige slotbeeld, natuurlijk. Maar dat had Beckett ook. Wat zo uniek is aan deze voorstelling? De beat. Painicilline swingt. Als de hel.

Painicilline door Alex d’Electrique. Gezien gisteravond in
Lantaren/Venster, Rotterdam. Daar nog t/m zaterdag 15 januari. Ook nog:
11 maar Kunstmin Dordrecht, 19 maart Isalatheater Capelle a/d Ijssel.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.