Peer Wittenbols: ‘Eindelijk af van de Oostpoolzinnetjes’


Peer Wittenbols schrijft met Goedbloed meesterlijk laatste deel van Trilogie van het Verlies

Vier jaar geleden kwamen ze naar Arnhem. Schrijver Peer Wittenbols en regisseur Rob Ligthert moesten met Toneelgroep Oostpool de slechte relatie van Oost Nederland met het eigen theateraanbod herstellen. Het is ze gelukt, mede dankzij de Trilogie van het Verlies, hun meesterlijke samenwerkingsproject, die vanaf nu in heel Nederland te zien zal zijn. Goedbloed heet het afsluitende deel dat op 6 november in première gaat.

Arnhem (GPD)_ ,,Ineens wist ik weer waarom ik hier bij Goedbloed ben begonnen. Het heeft met vlees en bloed te maken. Wij zijn van vlees en bloed en pijn. Zolang er pijn is, is er hoop.” Toneelschrijver Peer Wittenbols legt deze woorden in de mond van Bastiaan, een personage in zijn nieuwste toneelstuk Goedbloed, dat 6 november in première gaat bij Toneelgroep Oostpool. Het stuk is het slotdeel van de Trilogie van het Verlies, die verder bestaat uit Het Zouthuis en Zullen we het Liefde noemen, die in de afgelopen twee seizoenen uitkwamen.

De eerste twee delen van de trilogie konden rekenen op een juichende ontvangst door pers en publiek. Na eerdere succesproducties als Koning Lear waarmee Oostpool vijf jaar geleden in Arnhem opende, de hartverwarmende zomerproducties en de bekroonde voorstelling Brel, de zoete oorlog met Jeroen Willems, heeft het gezelschap definitief vaste grond onder de voeten in Arnhem.

In het eigen ‘Huis Oostpool’, vlakbij de herontwikkelde Rijn-oever, halen ze een zaalbezetting van meer dan zeventig procent. Dat is een verademing na de moeilijke begintijd, toen Peer Wittenbols met regisseur Rob Ligthert en samen met enkele acteurs van hun eigen gezelschap De Federatie uit Maastricht naar Arnhem togen om het artistiek opgebrande Theater van het Oosten over te nemen. Er was eigenlijk geen publiek meer, en de jonge makers moesten het geschonden vertrouwen herstellen. Dat is ze gelukt met een repertoire dat steeds persoonlijker is geworden. Zelf dertigers, maken ze nu theater over mensen die met kinderwensen te maken krijgen, keuzes moeten maken in het leven, en hun idealen teloor zien gaan.

Volgens Peer Wittenbols was het een bewuste keuze om de stof dicht bij huis te zoeken: ,,Het Zouthuis ging over het verlies van een dierbare, over hoe je daarmee om zou kunnen gaan. We kozen voor het pijnlijkst denkbare verlies, dat van een pasgeboren baby. Het tweede stuk ging over het verlies van je toekomstverwachtingen. Daarna hebben we het er heel lang over gehad wat nou het verlies zou zijn dat we in deel drie zouden behandelen. Toen kwamen we heel intuïtief op de verhoudingen binnen een bedrijf. Dat we het in dat verband zouden gaan hebben over idealen, over dromen, en over het verlies van vertrouwen in je vrienden en in jezelf.”

Goedbloed beschrijft een dag op het kantoor van jong en dynamisch reclamebureau, ooit als vriendenclub begonnen met veel engagement, en nu op de drempel van een essentiële opdracht. En dan gaat het heel erg mis, omdat er teveel dingen niet gezegd zijn.

Rob Ligthert: ,,En dat bedrijf van jonge idealisten, dat komt dan helemaal dichtbij ons eigen bedrijf. Ook wij zijn een vriendenclub, die met een paar grote idealen bij elkaar is gekomen, en voor wie het ook opeens werk is geworden. Dat betekent dat ik het niet één op één over onszelf wil gaan hebben, maar wel dat het heel dichtbij komt.”

Voor Peer Wittenbols betekent de nieuwe manier van werken een stap vooruit: ,,De eerste stukken die ik bij de Federatie heb gemaakt, daarin was ik vooral bezig met het zoeken van een vorm en een stijl. Een stijl ook die hoorde bij het soort personages dat ik graag wilde zien. Dat waren in die eerdere stukken personages die zich niet bewust waren van het effect van wat ze zeiden. Op zeker moment ging ik dat teruglezen in de pers: ’typische Federatie-taal, Oostpoolzinnetjes’, en daar wilde ik van af. Toen bedacht ik: wat zou er gebeuren als je al het gedoe eraf haalt en je de personages wél de macht over het woord geeft? Het resultaat was: heftige confrontaties. En die bevallen me wel.” Ligthert: ,,Toen vertelden we het verhaal van de buren, nu vertellen we wat er in ons eigen huis gebeurt. Dat voelt ook goed. Ik denk dat we daar naartoe gegroeid zijn.”

Wittenbols: ,,Het is ook heel spannend. Soms hebben mensen letterlijk het gevoel: deze passage gaat over mij.” Die gedachte is niet vreemd, wanneer je bedenkt dat schrijver Peer Wittenbols een eigen schrijfkamer heeft in Huis Oostpool. Acteurs en medewerkers moeten wel degelijk op hun woorden passen. Ligthert: ,,Zo werkt Peer, hij is vrij voyeuristisch ingesteld. Daar zijn we inmiddels wel achter.” Wittenbols: ,,Maar dat kan ook omdat we dat op een goede manier noodzakelijk achten.”

Hoe ver gaat dat? Peer Wittenbols schreef met Het Zouthuis een stuk rond de begrafenis van een gestorven baby, terwijl Rob druk bezig was om vader te worden. Hoe pijnlijk willen ze het eigenlijk hebben? Ze lachen. Ligthert: ,,Dat Het Zouthuis samenviel met de bevalling van mijn vriendin was toeval. Dat is de realiteit die ons altijd komt inhalen. Maar los daarvan zijn er natuurlijk nogal wat zware thema’s waar we zelf mee bezig zijn. Angst voor de dood is er één van, maar het verlies van idealen, vriendschap en hoop zijn minstens even”langrijk.” Wittenbols: ,,Onze stukken gaan nu veel meer over wat vlak voor ons ligt, dan over wat we gehad hebben. Dat scherpt de geest, dat prikkelt de nieuwsgierigheid. Het daagt me ook uit om dingen te doen die ik eerder niet zou heb” gedurfd.”

Ligthert: ,,Goedbloed gaat over het verliezen van wederzijds respect. Dat is een grote angst. Je begint samen met iets, en of dat nu een reclamebureau is of een toneelgezelschap, en op zeker moment verand”n mensen.” Wittenbols: ,,In dit stuk gaan werkrelaties kapot, maar feitelijk zijn dat liefdesrelaties. Verkeringen. Zo wil ik de zaak op sc”p zetten.”

En het gaat dus ook een beetje over Oostpool, dat stuk? Wittenbols: ,,Ineens zit je hier al vier jaar, en staat dat pand er. In de film gaat het dan meestal kapot. Wat ons te wachten staat is nog helemaal de vraag, maar dat ik met mijn schrijven dit soort angsten bezweer, dat zit er wel in. Maar het kan ook juist omgekeerd zijn, dat ik het verlangen dat het fout gaat, probeer te bezweren. Maar in ieder geval is het ook een manier om te voorkomen dat het fout gaat. Dat vind ik zelf de mooiste, eigenli””

Ligthert: ,,Wij lezen erover, praten erover, denken erover. Daarmee voorkom je ellende. Maar dat geldt weer niet voor de acteurs. Die dwing je juist om erin op te gaan, terwijl wij altijd een beetje boven en naast die stukken blijven zwev”” Wittenbols: ,,We zijn nog steeds aardig voor elkaar, maar inmiddels is er wel meer duidelijkheid in onze samenwerking. Vroeger ensceneerde Rob mijn teksten integraal. Tegenwoordig hebben we veel meer discussie, en maakt Rob ook rigoureuzere keuzes. Die strijd bevalt go”” Ligthert: ,,We zijn altijd minstens één stap verder. Nu ook weer. We praten nu al over het volgende stuk, terwijl Goedbloed nog in première moet ga””

Wittenbols: ,,Die afstand is ook goed. Anders zou het wel heel erg persoonlijk worden, allemaal.”Zo hoeven we de figuur Bastiaan, aan wiens tekst (‘Zolang er pijn is, is er hoop’) ook het motto van de voorstelling is ontleend, niet als het alter ego van Wittenbols te zien. ,,Bastiaan heeft veel van mij weg, maar ik probeer wel zo te schrijven dat ik in alle personages zit. Goedbloed is het meest geëngageerde stuk dat ik tot nu toe geschreven heb, en je moet natuurlijk altijd heel erg uitkijken dat je er niet een leerstuk of een ideeënstuk van maakt. Het zou erg zijn als het moralisme, of liever gezegd de valse betrokkenheid er vanaf zou druipen. En cabareteske maatschappijkritiek, dat wil ik ook niet hebben.”

Ligthert: ,,Uiteindelijk moet ieder personage in het stuk naar een kookpunt gebracht worden, anders heb je geen theater. De hoe integer een personage als Bastiaan in het begin ook is, op zeker moment verandert hij in een extremistische kunstenaar. Daarmee wordt hij ook onuitstaanbaar. Kenmerkend voor onze aanpak is dat we altijd ruimte willen laten voor een ander idee, een andere aanpak. Sluit je dat af, dan word je inderdaad een Bastiaan.”

Wittenbols: ,,Bastiaan kan natuurlijk ook extreem gaan, wanneer hij merkt dat een vriend en collega zegt: ik ben 42, en heb kinderen, het wordt tijd dat ik me op andere dingen richt, in plaats van op dat engagement. De tragiek van iemand als Bastiaan is, dat hij als hij niet ergens zou werken, en geen opdrachten zou hebben, dat hij dan ook niets meer zou kunnen doen.”

,,Natuurlijk zit er diepe persoonlijke betrokkenheid in zo’n tekst, maar ik vind niet dat je dat in al zijn eenduidigheid op het toneel moet brengen. Ik vind het zelfs een beetje gênant om te doen.”

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.