Zullen we het Liefde noemen – Oostpool


Egoterreur in Nederlandse Albee

 

Arnhem

Het gaat
goed met het Nederlandse toneel omdat het goed met de Nederlandse
toneelschrijfkunst. Maria Goos is er, Willem-Jan Otten probeert nog
wel eens wat en van de golf zelfschrijvende regisseurs uit de jaren
tachtig zijn Ger Thijs en Gerardjan Rijnders overgebleven, om maar
eens een paar uitersten te noemen. En dan hebben we het alleen nog
maar over de Randstad. Want in Limburg ontwikkelde zich, geheel
autonoom, het meesterschap van Peer Wittenbols.

Begonnen
bij de Federatie werd Wittenbols uiteindelijk opgekocht door
Oost-Nederland om de toneelvoorziening voor het Oosten nieuw leven in
te blazen. En nu mag Arnhem, na drie voorzichtige seizoenen, heel erg
blij zijn met Oostpool, het gezelschap waarvan Peer Wittenbols
huisschrijver is. Werd hij samen met zijn vaste regisseur Rob
Ligthert nog wel eens wat meesmuilend bejegend door 'ons uit de
Randstad', na 'Zullen we het liefde noemen' is daar geen enkele reden
meer voor. Dit stuk, dat na Het Zouthuis deel twee vormt van wat
volgend jaar voltooid wordt als de Trilogie van het verlies, is het
beste stuk dat in jaren in Nederland is geschreven.

Natuurlijk
valt er nog van alles aan te merken op Zullen we het Liefde noemen.
Het einde van dit 2 uur durende drama is nog een tikje te breed
uitgesponnen, waardoor de opeenvolging van drankovergoten
woedeuitbarstingen en halve bekentenissen een heel klein beetje op je
zenuwen gaat werken, maar dat zijn maar details. Met dit stuk heeft
Toneelgroep Oostpool een hit in huis, die qua zeggingskracht
makkelijk kan worden vergeleken met wat veertig jaar geleden gebeurde
rond Who's Afraid Of Virginia Woolf van Edward Albee. Ook in dit stuk
zien we een confrontatie tussen twee stellen, en hier spelen drank en
leeftijd een rol en vooral is ook hier het al dan niet fictieve
ouderschap uiteindelijk bepalend voor het drama.

De
veertigjarige gynaecoloog Dolf is vrijgesproken van een medische
blunder en zijn immer vrolijke 'Vrouw Van…', Hella genaamd, wil een
feestje voor hem geven. Vriendin Vicky, die Dolf langer kent dan
Hella, heeft ook twee verrassingen voor Dolf. Verrassing 1, haar
nieuwe vriendje Arend is de onschuldige buitenstaander die het hele
circus over zich heen krijgt. Uiteindelijk heeft Dolf een paar
verrassing voor rest.

Nu valt
het met al die verrassingen ook wel weer mee. De meeste zie je ruim
vantevoren aankomen, maar het gaat Wittenbols en Ligthert dan ook
vooral om hoe hun personages met al die verrassingen omgaan. En dat
is, meer nog dan in Het Zouthuis, tamelijk gruwelijk. Egoïsme is
een te zacht woord voor hoe alle vier de personages in het leven
staan. Egoterrorisme is een betere uitdrukking. Dat het met de
voortplanting van dit viertal even wat minder gaat, kinderloos als ze
zijn, mag hier een gelukje voor de mensheid heten. Maar eigenlijk is
het dat niet. Wittenbols' karakters zijn namelijk zo herkenbaar, zo
goed getroffen en ook weer zo aandoenlijk in hun egocentrische
gestuntel, dat je ze maar al te goed herkent.

Vrolijk
word je er dus niet van, ook al is de kurkdroge humor van Wittenbols
juist hier op zijn sterkst. Hoe hij tenslotte in de zwartste
gruwelijkheid nog een schaterlach door het publiek kan laten rollen,
daarvoor moet je gewoon gaan kijken. En ook al komt Oostpool nog lang
niet overal, de omweg is dit stuk zeker waard.

Zullen we het liefde noemen door Toneelgroep
Oostpool. Gezien: za 8 oktober 2003, Arnhem. Tournee t/m 7 februari
2004.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.