Britse Golf


Het nieuws komt uit het westen

Door Wijbrand Schaap

Rotterdam – Jonge stukken, gewelddadig, rauw en helemaal van deze
tijd. Het Britse theater beleeft, net als de film, de beeldende kunst
en de mode uit het Verenigd Koninkrijk, al een paar jaar een bloeitijd.
Terwijl Nederlandse theatergezelschappen in Duitsland en Oostenrijk
naar inspiratie zochten, werden de vernieuwende Britse toneelstukken al
gespeeld van Jeruzalem tot San Francisco.

Dit seizoen zijn de eerste premières in Nederland. Het RO Theater
speelt MOJO van de nu 28-jarige Jez Butterworth, Toneelgroep Amsterdam
bracht Martin Crimps (42) ‘Attempts on her Life’, en de Trust doet
later dit seizoen Mark Ravenhills (31) Shopping and Fucking. In
Nederland nog onbekend is het meest jeugdige Britse toneeldebuut: Het
extreem-gewelddadige ‘Blasted’ van de 23-jarige Sarah Kane, dat over de
verschrikkingen van de Bosnische oorlog gaat: een stel kids gaat
verkrachtend en moordend tekeer in een keurig appartement.

De Britse golf kwam onverwacht voor de Nederlandse clubs die altijd
vooraan lopen als het om nieuwe stukken gaat. Men is bezig aan een
inhaalslag. Het toneel uit Engeland werd wel in de gaten gehouden, zo
stellen zegslieden bij de gezelschappen, maar het was volgens hen
meestal te ‘netjes en verantwoord gechreven’: het bood niet de
taalkronkels die we kennen van bijvoorbeeld de Oostenrijkers Werner
Schwab en Thomas Bernard.

En inderdaad, terwijl de lijken en stronthopen in de Nederlandse
theaters alweer aan het afkoelen waren, was men in Groot Brittanië nog
aan het experimenteren met de eerste sex- en geweldsscènes. De
openingszin van Gerardjan Rijnders’ Liefhebber: ,,Kut, kut, kut!", is
in de Engelse vertaling veranderd in ,,Fart, fart, fart": driewerf
‘scheetje’.

De Britse Golf is dan ook niet in het kuise Engeland ontstaan.
Schotland blijkt de bron van vernieuwing: de Schotse roman
Trainspotting, die eerst als toneelstuk en later als film voor een
schok in de Britse kunstwereld zorgde. Homosexualiteit, drugsgebruik
maar vooral gebrek aan moraal waren de kenmerken die opeens in staat
bleken om een nieuw en jong publiek de zalen in te krijgen. Het
Londense Royal Court Theater pakte de nieuwe golf op. Het theater, dat
al sinds de vijftiger jaren nieuwe schrijvers begeleidt en zo Edward
Bond, John Osborne en Sam Shepard in Europa bekend heeft gemaakt, liet
de jonge schrijvers hun gang gaan in The Theatre Upstairs, een zaaltje
met 65 stoelen.

Shopping and Fucking was de tweede mijlpaal. Het stuk veroorzaakte
alleen al een rel door de titel: in Engeland is het verboden om
schuttingwoorden te gebruiken in officiële media. ‘Sjoppen en N***en’
zal in Nederland niet leiden tot een schandaal, zoals in Engeland, waar
de roddelbladen zich er vol bloeddorst op stortten, en daarmee het
grote publiek naar de zaal lokten.

Maar er is meer aan de hand. Britse kwaliteitskranten als The
Observer en The Times spreken van een ‘Post Thatcher-generatie’, die de
schade van 15 jaar Conservatief bewind in Engeland aangrijpt om de
samenleving op zijn kop te zetten. Net als eerder in Oostenrijk, blijkt
er in Engeland een maatschappelijke beerput te zijn, waar nodig in
geroerd moet worden.

De krant The Guardian citeert Ravenhill, die stelt dat onder
Thatcher de taal zo verpolitiekt werd, dat er alleen nog maar
woordenloos theater gemaakt kon worden. Toch is hij ondertussen de
luidruchtige woordvoerder geworden van ,,een schrijversgeneratie die
alles om zich heen als ‘a fucking lie’ ervaart." De woorden die hen
eerder afgepakt waren, eigenen die jonge schrijvers zich opnieuw toe.
Met een hoop ‘shit’ en ‘fuck’ gaan ze de strijd aan met het
intellectualisme en moralisme van de Britse samenleving.

Philly Patterson, agent van enkele van de nieuwe schrijvers, spreekt
in dat verband van een ,,feel good-factor". Jonge jongens en meiden van
de straat die zich niets meer aantrekken van heersende normen over
kunst en maatschappij. Een theater-punkbeweging die de kunst-elite
vertwijfeld naar het hoofd doet grijpen. Quentin Tarantino, door de
jongeren als groot voorbeeld beschouwd, kon die elite in Pulp Fiction
nog bekoren door een ‘non-lineaire verteltrant’. Degelijke kunstgrepen
ontbreken bij de nieuwe schrijvers: helder, duidelijk, zonder moraal,
maar met die typisch engelse humor.

Het zorgt voor verontrustende stukken als MOJO, dat het RO Theater
nu speelt, en dat het best kan worden omschreven als de toneelversie
van Tarantino’s Reservoir Dogs. Shopping and Fucking doet denken aan
films als ‘Naked’ en Trainspotting. Allemaal films, kortom, en daarmee
geeft de Britse Golf ook gelijk haar belangrijkste inspiratiebron
prijs: niet bestaande literatuur, niet het society-leven, niet de
incrowd, maar de speelfilm. De jongeren omarmen de concurrentie. En met
succes.

Daarmee lijkt er een interessante theatervernieuwing op komst te
zijn. De jongerengeneratie van het fin-de-millenium vindt zijn weg naar
de theaters nu de babyboomers er langzaam maar zeker uit aan het vutten
zijn. En met die jonge nieuwe schrijvers komt er ook een jonger publiek
naar de zalen. Omdat er opeens een taal wordt gesproken die gesnapt kan
worden: geen Kunst, maar de taal van de straat, de clubs, de dope. De
taal van Britse kids.

 

MOJO (Jez Butterworth) door het RO Theater, t/m 28 maart. Shopping
and Fucking (Mark Ravenhill) door De Trust, vanaf 9 mei. De Trust
organiseert bovendien een speciaal programma rond S&F, waarbij de
nieuwe Britse schrijvers aanwezig zullen zijn. Inlichtingen: 020 –
5205320.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.