Inleiding: Waarom mensen voor een toneelvereniging kiezen? Daar zijn honderden redenen voor te geven. Plezier is daar de belangrijkste van.


Inleiding

Er zijn voetbalclubs, bridgeclubs, majoretteverenigingen, harmonie- en fanfare-orkesten, sportscholen, macramé-cursussen, toneel- en operetteverenigingen. De gemiddelde Nederlander kan in verenigingsverband desnoods zeven dagen in de week vullen met allerlei verschillende bezigheden. De amateuristische kunstbeoefening is daar één van.

Waarom mensen voor een toneelvereniging kiezen? Daar zijn honderden redenen voor te geven. Plezier is daar de belangrijkste van.

Plezier om met gelijkgestemden wekelijks bij elkaar te komen en gek te doen; plezier om verlegenheid te overwinnen, of beter om te leren gaan met groepsprocessen; plezier om plaatselijk als erkende dorpsgrappenmaker beroemd te worden; plezier om onder bescherming van een rol je diepste gevoelens te uiten; plezier omdat de voorstelling die je speelt meer publiek trekt dan de professionals in de grote schouwburg; plezier omdat de toeschouwers na afloop tegen je zeggen dat je eigenlijk veel beter bent dan die professionals; plezier omdat je misschien ooit als kunstenaar ontdekt zult worden; plezier omdat de man van je dromen ook bij die vereniging zit…

Het grootste deel van de amateurs is tevreden met één repetitie in de week en twee uitverkochte voorstellingen als resultaat van een jaar lang repeteren. Dat kunnen voorstellingen zijn van vrolijke stukken, waarin je de buurvrouw belachelijk kan maken, zonder haar te kwetsen, maar ook theaterproducties waarin je serieuze vragen stelt bij algemeen aanvaarde dingen.

Een deel van de amateurs wil echter meer. Ze zoeken de uiterste uitdaging: een publiek dat niet uit vrienden en bekenden bestaat. Dat is moeilijk. Het amateurtheater heeft geen infrastructuur voor dergelijke makers:  ze komen zelden buiten de eigen plaats. Ze zijn veroordeeld tot de kleine vaste kring van vrienden en bekenden.

De Stichting Ondersteuning Amateurtheater NCA wil vooral die mensen een kans geven. Daarom is het Landelijk Amateur Theater Circuit opgezet. Om aan de makers, die meer willen, te laten zien hoe het moet, door amateurs te tonen, die meer kunnen. En om aan het potentiële publiek te laten zien, dat er wel degelijk amateurs zijn die iets kunnen, zodat ze vaker zullen komen.

De infrastructuur

Theaters zullen zelden amateurs van buiten de eigen regio programmeren. Daar valt geen geld mee te verdienen. Het is al moeilijk genoeg om publiek te vinden voor de echte professionals, hoe hoog die ook staan aangeschreven.

Die amateurvoorstellingen die ze wel eens zien, doordat een lokale vereniging het theater heeft afgehuurd, zijn volgens hen meestal niet om aan te zien. Maar goed, de zaal zit vol met vrienden en bekenden, de huur is betaald, de naam van het theater is niet in gevaar. Maar zelf een onbekende amateurvoorstelling programmeren? Nooit. Dat kost klanten.

Vanzelf zal een netwerk van theaters, waarin amateurgroepen op tournee kunnen gaan, nooit van de grond komen. De zalen zullen geen uitkoop betalen, omdat dat te riskant is. Het spelen op partagebasis is voor veel amateurs niet haalbaar. De groepen kunnen niet vertrouwen op voldoende verkochte kaartjes om daarvan alleen de reis al te kunnen betalen.

Het NCA ondersteunt een dergelijk netwerk, door een groot deel van de risico’s te dragen. De uitkoopsom aan de groepen wordt door het NCA betaald. Theaters, die deel uit maken van het Circuit, betalen slechts een kleine uitkoopsom aan het NCA. De theaters reserveren data voor voorstellingen. Ze vertrouwen op de deskundigheid van het NCA. Daarmee staat de infrastructuur. Nu alleen nog maar zorgen voor voorstellingen. En publiek natuurlijk.

De evaluatie

Het Landelijk Amateur Theater Circuit bestaat op dit moment vijf jaar: het Circuit is toe aan volwassenheid. In plaats van met een jaarlijkse extra projectsubsidie, speciaal bestemd voor het Circuit, moet het nu bestaan als een integraal onderdeel van het NCA. Dat zal uit de reguliere middelen het Circuit in stand moeten houden.

Daarmee wordt het één van de hoofdtaken van de organisatie. Dus moet worden bekeken, of het Circuit bruikbaar is, en of het goed gebruikt wordt.

Het NCA hoopt met het Circuit een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het amateurtheater in Nederland. Daarom wil het amateurtheatergroepen een kans geven om zich met een kwalitatief hoogstaande, bijzondere productie buiten eigen kring te presenteren. Daarmee kunnen theaterliefhebbers ervan worden overtuigd dat het amateurtheater, als wezenlijk onderdeel van het culturele landschap van Nederland, de moeite van het bezoeken waard is. Het belangrijkste doel is echter, dat de voorstellingen in het Circuit een voorbeeldfunctie hebben voor andere amateurtheatermakers.

Deze doelstellingen veronderstellen een duidelijke visie op kwaliteit in het amateurtheater. Een belangrijk doel van deze evaluatie is het toetsen van deze visie. In de omgang met de groepen die zich aanmelden en de selectie die daaruit gemaakt wordt, speelt die visie immers een doorslaggevende rol.

Een tweede doel van deze evaluatie is om de praktische uitwerking van het Circuit te beschrijven en beoordelen. Op dit moment kost het Circuit ruim fl 100.000 per jaar. Of dat geld nuttig en goed wordt besteed, zal waarschijnlijk de grootste zorg zijn van de subsidiënten.

Onderzoeksopzet

Alles wat er tot nu toe is gebeurd in het kader van het Circuit is onderzocht. Van alle voorstellingen die zijn bekeken en die in het Circuit zijn gespeeld zijn de gegevens in een databestand opgenomen. Op dat bestand is een groot aantal tellingen uitgevoerd. De belangrijkste resultaten van die tellingen zijn voorgelegd aan een aantal mensen dat in de afgelopen jaren nauw bij het Circuit was betrokken. Op basis van die interviews — en de jaarverslagen en beleidsnotities van het NCA — is de inhoudelijke beoordeling tot stand gekomen.

Eerder onderzoek

Het NCA maakt intensief gebruik van stagiaires. Tot nu toe heeft die samenwerking voor het Circuit twee HBO-afstudeerscripties opgeleverd. Waar nodig is van deze onderzoeken gebruik gemaakt. Petra Wilmer, een studente aan de DDV-opleiding in Arnhem, die in 1991 stage liep bij het NCA, beschreef in haar scriptie de oprichtingsgeschiedenis van het Circuit en was eveneens op zoek naar de visie op het amateurtheater. De scriptie gaat echter vooral in op haar eigen visie, en dat maakt hem voor dit verslag minder bruikbaar. Wel is geput uit de interviews die zij maakte met de verschillende betrokkenen van het eerste uur, waaronder oprichter Henny van Schaik.

Arjan Moerbeek was student aan de Nederlandse Hogeschool voor Toerisme en Verkeer in Breda. Hij voerde een publieksonderzoek uit. Zijn scriptie vormde de basis van de reorganisatie van het Circuit, die ook in dit verslag aan de orde komt.

Aanbevelingen

Het doel van deze evaluatie is in de eerste plaats het beschrijven van het NCA Amateur Theater Circuit. Op basis van de gegevens en de gesprekken met betrokkenen heb ik me echter veroorloofd om een aantal aanbevelingen te doen voor de toekomstige ontwikkeling van het Circuit. Aan het eind van dit verslag, in het hoofdstuk “De toekomst” wordt daar nader op in gegaan.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.