Kunst is poep


Mijn therapeute begreep 15 jaar geleden niet waarom ik van theater hield. Althans. Ze vond theater eigenlijk een beetje ziekelijk: zelfontkenning, doen alsof, liegen dat gedrukt staat, dat soort dingen. Ik kon het alleen maar met haar eens zijn. Mijn wereld was vergeven van de uberego’s, aandachtszieke mislukkelingen, gevaarlijke psychopaten en machtswellustelingen.

Maar buiten het theater was het niet anders.

Daarom nam ik mijn therapeute niet zo serieus. Sterker nog. De laatste die iets afwijzends over kunst zou mogen zeggen, is wel een therapeut. Therapeuten ontlenen van alles aan de kunst. Het Oidipous-complex dankt zijn naam aan een toneelstuk van 2500 jaar geleden. Sindsdien worden heel vaak psychologische duiders gesignaleerd in de buurt van schilderijen (De Schreeuw van Munch, de Rohrshach-test), of boeken (iedere willekeurige thriller). En al die artikelen die inmiddels over Sara Lund zijn geschreven?

Feit blijft wel dat psychologen kunst graag associëren met afwijkingen, of dingen die we eigenlijk ooit moeten overwinnen. Freud kwam er zelf mee. Iedere baby maakt verschillende fases door in zjn ontwikkeling, waarvan de anale fase de meest prozaïsche is. En wat zijn de losers die in die fase zijn blijven hangen? Juist. Kunstenaars die graag met verf kliederen of met klei in de weer zijn. Lekker in je eigen poep wroeten. Niks verhevens aan. Kunst is een bezigheid voor geestelijk onvolwassenen.

Maar waarom vinden wij, gewone mensen, kunst dan zo aantrekkelijk? En waarom schrijft geen psycholoog boeken vol over de bizarre afwijking die mensen drijft tot 25 rondjes van 400 meter op dunne ijzeren latjes? En over de miljoenen mensen die daar op tv naar kijken?

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.