Bewezen: autorijden maakt je kilo’s dikker


 Wie de fiets laat staan en met de brommer of auto gaat reizen, wordt in vijf jaar een paar centimeter dikker en bijna anderhalve kilo zwaarder dan wie blijft fietsen. Een Gronings onderzoek onder bijna 4000 Chinezen heeft dat uitgewezen.

Je gezonde boerenverstand zegt het eigenlijk al. Immers, wie op straat rondkijkt ziet zelden afgetrainde, slanke lijven op een scooter of in een auto zitten. Maar wat een door vooroordelen bepaald idee zou kunnen zijn, is inmiddels door wetenschappelijk onderzoek bewezen: niet-fietsers zijn dikker dan fietsers, en dan niet zo’n beetje ook: wie vijf jaar of langer in een auto of op een scooter zit, is gemiddeld 1,2 kilo zwaarder dan wie in die tijd is blijven fietsen. En het scheelt ook nog eens een gaatje in je broekriem, want de buik neemt gemiddeld een centimeter meer in omvang toe. Dat zijn een boel gezondheidsproblemen in de maak, want zoveel buikvet en zoveel overgewicht leidt tot een enorme toename van allerlei hele nare ziektes, waarvan ouderdomsdiabetes er één is.

De feiten zijn ontleend aan een onderzoek van het Universitair Medisch Centrum in Groningen dat werd gehouden onder 3853 Chinezen, van 1997 tot 2006. Onderzoekers Li Qin, Ronald Stolk en Eva Corpeleijn worstelden zich door bergen data heen, die sinds 1989 zijn verzameld door de Chinese gezondheidsautoriteit en de Universiteit van West Virginia in de VS. De data bestonden niet alleen uit harde cijfers, maar ook uit duizenden diepte-interviews met gewone Chinese burgers.

Onderzoeker Eva Corpeleijn vertelt dat de keuze voor China logisch was: “China is interessant omdat de maatschappij daar heel erg aan het veranderen is. En die veranderingen vinden nu plaats. Nederland is al veranderd. We zijn al decennia geleden de was gaan doen met een wasmachine in plaats van met de hand, en heel langzamerhand gebruiken steeds meer mensen een vaatwasser voor de afwas die vroeger met de hand gedaan werd. Tegenwoordig staan er hier bij veel mensen twee auto’s voor de deur, dus staat het fietsgebruik ook hier onder druk, maar bij ons zijn die veranderingen heel geleidelijk gebeurd. Als je in Nederland zo’n onderzoek wilt doen, moet je mensen naar hun herinneringen gaan vragen, en dan zullen de antwoorden nooit helemaal controleerbaar zijn. Ze geven dan sociaal wenselijke antwoorden, of ze weten het niet meer zo goed. In China kun je proces echt volgen.”

En de Chinezen hebben hun onderzoek grondig aangepakt: de Chinese Voedings- en Gezondheidsmonitor bestaat sinds 1989 en de gegevens die dat langlopende bevolkingsonderzoek oplevert zijn ‘open’ en dus beschikbaar voor iedere onderzoeker ter wereld die met een goed voorstel komt. En de hoeveelheid gegevens is enorm. Omdat in China bovendien de arbeidskracht goedkoop is, was het namelijk ook mogelijk om veel tijd te steken in interviews. “In Nederland kunnen wij maar heel weinig interviews doen in onderzoeken, omdat dat te duur is: het kost tijd van gekwalificeerde mensen om de interviews af te nemen en de gegevens daaruit te verwerken. Vaak kunnen we hier maar enkele tientallen mensen ondervragen, terwijl ze in China duizenden interviews konden afnemen tegen dezelfde kosten.”

Het onderzoek ging niet alleen over transportmiddelen, maar ging ook over eetpatronen: “Ik heb die vragenlijsten hier, al snap ik er soms niets van. Het is dan wel vertaald in het Engels, maar het gaat over producten die we hier helemaal niet kennen. Chinese onderzoekers hebben de berekeningen gedaan Daardoor weten wij nu dus wel hoeveel energie mensen innamen per dag en hoeveel vetten ze binnenkregen. Dat maakt een vergelijking tussen de groepen goed mogelijk. Dat hebben we vervolgens in onze modellen verwerkt zodat we het effect van vervoer met auto of brommer konden corrigeren voor veel of vet eten. Mensen die niet alleen een auto reden, maar die ook heel veel vet aten, of mensen die fietsten, maar verder ook nauwelijks te eten hadden, zouden anders de resultaten beïnvloeden. Nu hebben we de effecten kunnen meten van vervoerspatroon zelf.”

En de resultaten zijn dramatisch te noemen: kwamen mensen zonder auto of brommer ‘slechts’ 1,3 kilo aan, wie al langer dan vijf jaar gemotoriseerd door het leven ging, was 2,5 kilo zwaarder geworden. Wie daarbij ook nog eens hoog opgeleid was en goed verdiende, kon daar nog vele kilo’s bij optellen. Hoop opgeleide mannen kwamen bijvoorbeeld ruim drie kilo méér aan dan laag opgeleide mannen, los van de gewichtseffecten door het al of niet autorijden.

De gegevens hadden overigens vooral betrekking op Chinese mannen, vertelt Eva Corpeleijn: “We denken wel eens dat China een soort verwesteringsproces ondergaat, dat het gaat lijken op de westerse wereld, maar dat is toch niet zo. Het is echt een mix van moderne leefwijzen met traditionele Chinese cultuur. Daarin drinken de mannen en de vrouwen niet. De mannen roken en de vrouwen niet. Vrouwen rijden er ook nauwelijks auto. Dat is nogal een verschil, waardoor de onwtikkeling van het gewicht van vrouwen soms lijnrecht tegen die van mannen ingaat. Hoog opgeleide Chinese vrouwen zijn bijvoorbeeld een kilo minder zwaar geworden dan laag opgeleide vrouwen. Het zal in de loop van de tijd wel minder worden, ook als meer Chinezen naar Europa komen, maar qua maatschappij is het echt een andere wereld dan de onze, al zijn ze wel modern en geïndustrialiseerd.”

Ondanks die onvergelijkbare samenleving is het onderzoek relevant: “China verandert snel. Dat is een groot voordeel bij ons onderzoek. Je kunt over een hele beperkte tijd al grote gevolgen zien. Het bewegingspatroon van de mensen is veranderd. Mensen hebben de fiets ingeruild voor een gemotoriseerd voertuig, een auto, een trekker of een bromscooter.”

Het onderzoek is ook nog om een andere reden belangrijk: er is al jaren een discussie over de vraag of de overgewichtsepidemie die in de westerse wereld om zich heen grijpt, puur te wijten is aan onze voedingsgewoontes, of dat die ook te maken heeft met onze dagelijkse portie beweging.

“Ik ben geïnteresseerd in lichamelijke activiteit en voeding. Waarom is de ene bewegingsvorm beter dan de andere, wat is gezonder voor je organen? Dit was een hele mooie database, met informatie over bewegingspatronen, voedingspatronen en mobiliteit, en de mensen zijn over een lange tijd gevolgd. Het is zeker ook relevant voor hier. Het is nu aangetoond dat de auto laten staan en meer fietsen meer dan een kilo in je gewicht kan schelen. We wisten al dat leefstijl belangrijk was voor je gezondheid, en om ouderdomsdiabetes te voorkomen is het zelfs vaak effectiever dan medicatie. We weten in Nederland natuurlijk ook dat fietsen energie kost en goed is voor je conditie. Maar vanwege dat energieverbruik voorkomt het dus ook overgewicht. Met deze resultaten kunnen we dat nu ook echt hard maken.”

En dat is belangrijk, want de gevolgen van het toegenomen overgewicht zijn dramatisch: “Er zijn meer dan 1 miljard Chinezen. Als die allemaal een kilo aankomen, dan heeft dat wel enorme gevolgen voor de economie. 1 miljard mensen die een kledingmaat opschuiven. Dat is een sneeuwbal effect, waardoor je ook meer ziektes krijgt. Ouderdomsdiabetes neemt in China dramatisch toe. Daar maakt de overheid zich wel zorgen over. Er start daar ook een groot diabetespreventieprogramma. Dat kun je wel een uitdaging noemen, in een maatschappij als de Chinese die zo snel aan het veranderen is.”

Corpeleijn erkent dat een campagne ‘uit de auto op de fiets’ al snel een miljard kilo aan overgewicht zou schelen, maar ze verwacht niet dat de Chinese regering zoiets van plan is: “Mijn indruk is niet dat ze er bij de stedenbouw in China nu al rekening mee houden. In Hong Kong heb je niet eens stoepen. Daar kun je niet lopen, laat staan dat je er kunt fietsen. Ze zouden misschien wel wat kunnen leren van Nederland, omdat we ook een zeer dichtbevolkt land zijn, maar er toch in slagen om ruimte te vinden voor fietsers en voetgangers.”

Dat er iets moet gebeuren is duidelijk, volgens Corpeleijn: “Wij zijn met zijn allen heel erg inactief. Het kan bijna niet inactiever. Het zou mooi zijn als dankzij dit soort onderzoek het bewustzijn groeit dat je gezonder leeft als je actiever wordt. Vooral fietsen is een heel mooi middel omdat je dat elke dag een beetje kunt doen. Dat is in te passen in je dagelijkse leven. Bij het gewone woon-werkverkeer boven de 15 kilometer is al veel te winnen als je in plaats van met de auto, met de trein gaat. Je kunt lopen of fietsen naar het station, en dan heb je al veel meer gezondheidswinst dan met allerlei andere methodes.”

Kader: Het belang van de industrie

In de wereld van de gezondheidswetenschappen wil men elkaar nogal eens in de haren vliegen over de gevolgde filosofie. De bekende hoogleraar voedingsleer Martijn Katan trekt bijna automatisch onderzoeken in twijfel die aantonen dat levensstijlverandering alleen al genoeg is om af te vallen: “Door de bezuinigingen op het wetenschappelijk onderzoek wordt steeds meer onderzoek gesponsord, en soms ook door partijen die veel belang hebben bij de uitkomsten van dat onderzoek. Een grote frisdrankenfabrikant zal natuurlijk heel blij zijn met onderzoek dat aantoont dat je helemaal niet minder frisdrank hoeft te drinken, zolang je maar regelmatig beweegt.”

Volgens Eva Corpeleijn, wier onderzoek niet door de voedingsmiddelenindustrie is gesponsord, sluiten de twee partijen elkaar niet uit, maar vullen ze elkaar aan: “Het is mooi om te zien dat prof. Katan in het ‘Blikkie’ onderzoek aan kan tonen dat ook het drinken van frisdrank met suikers ongemerkt het gewicht laat toenemen. ( (Het ‘Blikkie’-onderzoek kwam eind september uit, en daaruit bleek dat kinderen dankzij frisdrank een kilo zwaarder zijn geworden, red) Dat is precies wat er gebeurt: alledaagse dingen als vervoer met de auto en het drinken van frisdrank met suikers erin zorgen er ongemerkt voor dat je dikker wordt.”

En dat zal de voedingsmiddelenindustrie ooit ook moeten toegeven.

 Geschreven in opdracht van De Vogelvrije Fietser

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.