Peter Liefhebber neemt afscheid van de Telegraaf


Soms schijnt de zon bijzonder. Is het licht net een tikje anders. Soms zijn er dagen die niet kunnen. Of die zo uniek zijn dat navertellen een beetje lastig is. In ieder geval, na een in regenachtig zonlicht badend maal genoten te hebben in Café Cox, dat waarachtig de weg terug naar culinair genieten heeft gevonden, vond in de Amsterdamse Stadsschouwburg het afscheid van Peter Liefheber plaats. De man die in een paar decennia  een kleine 4000 recensies schreef voor de krant van wakker Nederland, gaat met pensioen en Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat en Erik van Muiswinkel deden allemaal een stukje voor hem.
Een sort bonte avond met bn’ers voor  iemand die hen toch meerdermalen het leven zuur gemaakt zal hebben. Maar nee, nu was alles mildheid, terwijl de feestneus zelf nog zo smeekte om niet voor ‘mild’ uitgemaakt te worden.  Het mocht niet baten. En terecht: Peter Liefhebber is ook voor mij een voorbeeld geweest, omdat hij de angelsaksische stijl beheerst, en dat is een stijl die ik ook voer. Al zei Peter Liefhebber dat hij het nooit zo bont had gemaakt als die ene Britse recensent, die de legendarische woorden schreef: ‘De  voorstelling begon om acht uur. Om elf uur keek ik op mijn horloge. Het was tien over acht.’

Zulke zinnen dus. Nu kon iedereen er  hartelijk om lachen. Al ging het bijna even mis bij de toespraak van Hein Janssen. De recensent van De Volkskrant, die nog een appeltje te schillen had met Gijs Scholten van Aschat,  refereerde aan die niet altijd zo warme relatie tussen critici en toneelspelers. Hij zelf was immers jaren geleden in elkaar geslagen door Carol van Herwijnen, en ook Peter Liefhebber had ooit eens moeten bukken voor een laag overvliegend bierflesje, afkomstig van Jan Joris Lamers. Van beide acteurs op deze avond overigens geen excuses, alleen een ‘En terecht!’, geroepen door Amsterdam- en Janssen-hater Gerard Cox, die duidelijk niet door de zon beschenen was die het ook zijn naam dragende café in Amsterdam zo feeëriek in het licht had gezet.

Maar nu was iedereen aardig. Gijs Scholten deed een hartelijk heee mijn kant uit, de brieven die ik met Maria Goos schrijf over Avenier worden een boekje en ik heb me geloof ik zelfs bereid getoond om ervoor te zorgen dat Mutter Courage niet het laaatste ding wordt dat Anne Wil Blankers doet voor ze achter de geraniums verdwijnt, al zei ze zelf dat ze daar na dit debakel wel behoefte aan had.

Acteurs die een feestje vieren om het afscheid van een recensent, en dan niet uit blijdschap dat hun kwelgeest is opgerot. Eerder speelt vrees om wat er na hem komt een rol: het was aandoenlijk om te zien hoe de hoofdredacteur van de Telegraaf een tikje verbijsterd was over de beroemde vrienden van de werknemer die hem tot een week geleden nog nooit was opgevallen. Hij was maar eens begonnen met zijn stukjes te lezen en gaf in zijn speech blijk van een zalig gebrek aan kennis van toneel.

Hij is één van de velen, die nooit gaan kijken, die kunst niet tot hun basis rekenen en die het worst zal wezen wat er uit de hand van schrijvers, of uit de monden van spelers voortkomt.

Peter Liefhebber zei zelf ooit eens dat hij kon gedijen bij de Telegraaf omdat aan de top van die krant niemand enig belang stelde in wat hij op die kunstpagina aan het doen was. Die tijden zijn nu waarschijnlijk ook bij de Telegraaf voorgoed voorbij. De killie wind die in krantenland is opgestoken, trekt aan.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.