Jozef in Egypte – Het toneel speelt


Taal overwint in wankele Vondel

Jozef in Egypte van Joost van den Vondel dooer Het Toneel Speelt. Regie: Hans Croiset. Gezien: 12 oktober in de Stadsschouwburg Amsterdam. Tournee t/m 11 december 2004.

 

Door Wijbrand Schaap

Amsterdam (GPD)_ Alle subsidiekritiek ten spijt: de Nederlandse taal is groot gemaakt door een toneelschrijver die werd gesubsidieerd door de stad Amsterdam. Het was 1640, de Statenvertaling van de Bijbel was koud klaar en daar lag het Nederlands voor het oprapen. Joost van den Vondel boetseerde er meesterwerken mee, waarvan de Ghijsbrecht van Aemstel verreweg het bekendst is.

Ruim vierhonderd jaar later is er nog maar één regisseur serieus met Vondel bezig. Jaren geleden begon dat met Adam in Ballingschap, leuk gemoderniseerd als een post-derdewereldoorlogstuk, en na een zeer geslaagde opleuking van Jephta door Benno Barnard en een wat al te nadrukkelijk rijmende Lucifer brengt Hans Croiset nu Jozef in Egypte, en daar mogen we hem oprecht dankbaar voor zijn. Dankzij Croisets niet aflatende inspanning zijn we het bijna gewoon gaan vinden dat Vondel's toneelwerk gespeeld wordt.

Het werd zelfs zo gewoon dat de subsidie voor zijn gezelschap Het Toneel Speelt, dat naast Vondel ook andere schrijvers als Maria Goos en Ger Thijs onderhoudt, in gevaar kwam. Inmiddels is dat rechtgezet en om dat bezegelen was het hele top van OCW bij de première aanwezig met Maxima en Willem Alexander.

Wat zagen zij? Een bij vlagen fenomenaal geacteerd stuk, waarbij de taal uiteindelijk als grote winnaar uit de bus kwam. Wat minder is gelukt is de onderlinge afstemming van de acteerstijlen. Hoe briljant ook, Carine Crutzen heeft moeite om haar rol van oudere vrouw die voor een jongen (Jozef) valt, geloofwaardig te houden tegenover het komische talent van Marisa van Eyle als haar 'voedster'. Jaap Spijkers is als de echtgenoot die op slinkse wijze de horens opgezet krijgt te weinig op het toneel om zijn aanwezigheid dreigend te maken. En Jozef, tja. Geef het een acteur maar eens te doen om aan de rol van kuisheidsfundamentalist vlees en bloed mee te geven. Hylke van Sprundel doet zijn best, maar vonken van geilheid slaan nog niet af van de scène tussen hem en Carine Crutzen, en dat zou toch moeten. Nu wordt het bijna pornografisch wanneer de rijke vrouw Jempsar voor de vrome Jozef op de knieën gaat.

Dat het stuk, en daarmee ook Vondel, uiteindelijk als glorieuze winnaar tevoorschijn komt, verdient echter zonder meer applaus. Applaus voor de acteurs die hun rollen serieus nemen, applaus voor de taal en het opnieuw verschrikkelijk goed vormgegeven en uitgelichte toneelbeeld, en dus zeker ook applaus voor Hans Croiset, die in Vondel is blijven geloven. Nu de rest van toneelmakend Nederland nog.

Blij mee? Doe me een donatie!
Become a patron at Patreon!

Wil je hulp bij het schrijven, of gewoon een keer advies over je project? Stuur me een mailtje.

, ,